direct naar inhoud van 4.6 Bodemkwaliteit
Plan: Huizermaat Zuidwest 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01

4.6 Bodemkwaliteit

Van oudsher was de Huizermaat in gebruik als laaggelegen weidegrond, grenzend aan het Gooimeer. De bovenste laag van de oorspronkelijke bodem bestond uit lichte tot matig zware klei. Daaronder bevond zich zandige veengrond. Tussen circa 1970 en 1985 is het gebied ontwikkeld tot woonwijk met openbare voorzieningen, waarbij het gebied is opgehoogd met (schoon) zand.

Het Besluit Bodemkwaliteit vormt het nieuwe beleidskader voor bouwstoffen, grond en bagger. In het Besluit bodemkwaliteit zijn de landelijke referentiewaarden voor bodembeheer en grondverzet opgenomen. Voor het landelijke generieke kader worden achtergrondwaarden, maximale waarden voor de functie Wonen en maximale waarden voor de functie Industrie als toetsingskader gebruikt.

De gemiddelde bodemkwaliteit in het gebied is vastgelegd in het vigerende bodembeheerplan met bijbehorende bodemkwaliteitskaart van de gemeente Huizen. Het plangebied Huizermaat Zuidwest 2010 ligt in zone 5 (B5 en O5) van de bodemkwaliteitskaart. De gemiddelde bodemkwaliteit is hieronder weergegeven.

Tabel 4.2 Concentraties verontreinigende stoffen BOVENGROND [mg/kg ds]

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01_0009.png"

Tabel 4.3 Concentraties verontreinigende stoffen ONDERGROND [mg/kg ds]

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01_0010.png"

gAW = achtergrondwaarden 2000

gWO = maximale waarde Wonen

gIW = maximale waarde Industrie

lut = lutumgehalte (fractie kleiner dan 2 µm)

OS = organisch stofgehalte

In de tabellen 4.2 en 4.3 is de bodemkwaliteit vergeleken met de richtwaarden uit de regeling bodemkwaliteit. Met kleuren is weergegeven aan welke kwaliteit de bodem voldoet. Op basis van de gemiddelde gehalten voldoet de bodemkwaliteit in het gehele plangebied aan de 'Achtergrondwaarden 2000'.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat de bodemkwaliteitskaart slechts een uitspraak doet over onverdachte locaties. Dus locaties waar geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden of plaatsvinden.

Voor het gemeentelijke beleid met betrekking tot grondverzet wordt verwezen naar het bodembeheerplan (21 december 2004 vastgesteld door het college).

Binnen de contouren van onderhavig bestemmingsplan bevinden zich geen milieubeschermingsgebieden of ontgrondingsgebieden. Er is daarom geen aanvullend bodembeleid van toepassing binnen het bestemmingsplan.

Conclusie

Gezien het consoliderende karakter van het bestemmingsplan, staat het onderdeel bodemkwaliteit dit bestemmingsplan niet in de weg.