direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke analyse
Plan: Huizermaat Zuidwest 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01

3.1 Ruimtelijke analyse

In 1967 werd Huizen aangewezen als groeikern. Als gevolg daarvan vindt er in een hoog tempo een grote uitbreiding van het huidige dorp plaats. Op de meentgronden (de huidige Oostermeent) zijn in een korte tijd tienduizend woningen bijgebouwd. Het plangebied bestaat uit de twee woonwijken Huizermaat-West en Huizermaat-Zuid, die als eerste uitbreidingswijken van de Oostermeent tussen 1973 en 1977 zijn gerealiseerd.

Beide wijken worden gekarakteriseerd door de groene opzet en het slingerende lusvormige stratenpatroon. De wijken zijn rond het voorzieningencluster gelegen dat zowel ruimtelijk als functioneel het hart van het plangebied vormt. Het groene karakter wordt gevormd door zowel privégroen (in de vorm van voor- en zijtuinen) als openbaar groen. Behoorlijk veel achtertuinen van de woningen grenzen aan de openbare weg of openbare ruimte. Opvallend is de minder duidelijke scheiding van het openbaar groen en privé groen.

Huizermaat-West heeft een herkenbare hiërarchie in de verkeersstructuur, bestaande uit duidelijke lusvormige buurtstraten die vaak doodlopende hofjes of clusters met woningen ontsluiten. In Huizermaat-Zuid is die structuur minder duidelijk. In beide wijken worden de straten niet gemarkeerd door de woningen of woningblokken maar overheerst het groene karakter. Samen met het slingerend stratenpatroon maakt dat het voor niet bewoners het vaak moeilijk oriënteren is. Het verschil tussen voor- en achterkanten van woningen is vaak moeilijk te onderscheiden. Het groen, het water en de infrastructuur verdelen de wijken in kleinere woonbuurtjes of clusters van woningen.

De ruimtelijke opzet is weergeven in figuur 3.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPHZRMTZW2010-OH01_0004.png"

Bebouwing

De bebouwing bestaat voor het grootste gedeelte uit eengezinswoningen, die meestal bestaan uit geschakelde korte rijen of blokken. De korte blokken verspringen vaak ten opzichte van elkaar, terwijl de langere blokken of rijen in de meeste gevallen sprongen of knikken hebben. Een typische karakteristiek is de rooilijn die de contouren van de weg volgt.

De bebouwingshoogte varieert, het merendeel van de woningen bestaat uit twee bouwlagen met een kap, maar ook woningen van één bouwlaag met een kap of gestapelde woningen komen in het plangebied voor. Bij een aantal woningen is er sprake van een hoog opgetrokken gevel van 2,5 bouwlaag met daarboven een kap. Tot slot is er ook sprake van gestapelde bebouwing van maximaal drie bouwlagen en (met name in Huizermaat-Zuid) geschakelde villa's.

De diversiteit aan kapvormen en dakvlakken is groot. De dakvlakken lopen vaak door over de aanbouwen/bergingen aan zowel de voor- als de achterzijde of over carports en garages. Ook is er regelmatig sprake van asymmetrische dakvlakken. De diversiteit in kapvormen en de manier waarop de kappen doorlopen is gerelateerd aan de clustering van de woningen. De diversiteit is karakteristiek voor het plangebied en hangt sterk samen met de tijdsgeest waarin de wijken zijn gebouwd. Deze diversiteit is een kwaliteit van de wijk die behouden moet blijven. Het optrekken van de gevel van de aanbouwen/ bergingen, carports en garages tot de tweede verdieping aan de voorzijde van de woning is dan ook zeer ongewenst.

Groenstructuur

De wijk is opvallend groen van opzet. Dit groene beeld wordt gevormd door zowel privégroen (in de vorm van voor- en zijtuinen) als openbaar groen. De groenstructuur bestaat uit een brede groene parkachtige rand met brede waterpartijen en bomen die de wijk afschermt van de omliggende infrastructuur. Op verschillende plaatsen wordt het groen naar binnen getrokken waardoor de wijk in verschillende woonbuurtjes wordt verdeeld. De groenstructuur bestaat intern uit speelplekken en parkachtige stroken/gebieden. De groenstructuur is eenduidig van opzet en duidelijk te herkennen binnen de wijk.