Plan: | Hoofdwinkelcentrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG02 |
Het bestemmingsplan is deels consoliderend van aard, dat wil zeggen dat uitgegaan wordt van de bestaande situatie. Binnen het plangebied komt verder de ontwikkeling van het hoofdwinkelcentrum voor. Het plan biedt derhalve nieuwe bouwmogelijkheden zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 1 Wro. Dit betekent dat de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan tevens een exploitatieplan moet vaststellen, tenzij het verhaal van kosten van de grondexploitatie (inzake bouw- en woonrijp maken, nutsvoorzieningen, inrichting openbare ruimte etc.) anderszins is verzekerd. Dit kan door het sluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en alle grondeigenaren binnen het te ontwikkelen gebied. Ten behoeve van deze ontwikkeling is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met twee partijen. Omdat nog niet met alle eigenaren overeenstemming is bereikt is voorts een exploitatieplan opgesteld zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Dit exploitatieplan stelt de gemeente in staat -en is opgesteld- om kosten die betrekking hebben op de grondexploitatie (bouw- en woonrijpmaken en alle daaraan gerelateerde kosten zoals onderzoekskosten, kosten ambtelijk apparaat, etc. conform de kostensoorten uit de Bro 6.2.3 t/m 6.2.6) publiekrechtelijk te verhalen op ontwikkelende partijen voor zover met partijen hieromtrent nog geen overeenkomst is gesloten. Kosten die betrekking hebben op het te ontwikkelen vastgoed vallen hierbuiten.
De kosten met betrekking tot de grondexploitatie worden gedekt uit de opbrengsten van de bouwrijpe kavels en is voor dat onderdeel van de planontwikkeling economisch uitvoerbaar. De parkeergarage is onderdeel van de vastgoedontwikkeling en niet van de grondexploitatie waar het exploitatieplan betrekking op heeft. De gemeente heeft in haar vastgestelde begroting gelden gereserveerd voor de ontwikkeling van de parkeergarage. De ontwikkelingen van het hoofdwinkelcentrum is derhalve economisch uitvoerbaar.
Naast het hoofdwinkelcentrum zijn er enkele nieuw bouwmogelijkheden die dusdanig kleinschalig zijn dat geen sprake is van een bouwmogelijkheid conform de Wro. Het betreft enkele uitbreidingen van gebouwen (waaronder detailhandel). De –beperkte- kosten die de gemeente maakt worden via de legesverordening in rekening gebracht bij de initiatiefnemer. De gemeente hoeft voor deze bouwmogelijkheden geen exploitatieplan vast te stellen en is voornemens dit ook niet te doen.