direct naar inhoud van 5.2 Planregels
Plan: Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01

5.2 Planregels

5.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Begrippen (artikel 1)

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Wijze van meten (artikel 2)

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Hierin is tevens opgenomen in welke mate ondergeschikte bouwdelen en de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden. Tevens is aangegeven voor welke bouwwerken en tot welke mate aangegeven hoogten mogen worden overschreden.

5.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Bedrijf - 1, - 2, -Nutsvoorziening Waterzuiveringsinstallatie (artikel 3 t/m 6)

Het bedrijventerrein - ten zuiden van Energieweg

Het grootste gedeelte van het bedrijventerrein is bestemd als Bedrijf - 1. Op het bedrijventerrein zijn bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' toegestaan. Wanneer bestaande bedrijven niet passen binnen deze zonering, dan is er een specifieke vorm van bedrijf opgenomen. Hiermee wordt geregeld dat uitsluitend op een aangeduide locatie een bedrijf uit een hogere categorie is toegestaan. Bij bedrijfsbeëindiging mag vervolgens uitsluitend hetzelfde soort bedrijf terug, of een bedrijf uit een lagere milieucategorie.

Op het bedrijventerrein zijn op enkele locaties (onder andere Havenstraat, Eemlandweg en ter plaatse van bestaande vestigingen) tevens detailhandelsvestigingen in volumineuze goederen toegestaan (dhv). Op enkele plaatsen is overigens uitsluitend volumineuze detailhandel in auto's of motoren toegestaan. Tevens bevinden zich op enkele locaties verkooppunten voor motorbrandstoffen, zowel met als zonder lpg. Deze zijn met een aanduiding op de verbeelding aangegeven. De ligging van het vulpunt en bovengrondse opslag is daarbij tevens bepaald (aanduidingen (vu) en (sb-8)). Voorts zijn bestaande bedrijfswoningen eveneens met een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Uitsluitend op deze locaties zijn bedrijfswoningen toegestaan.

De bedrijfspercelen mogen in beginsel voor 100% worden bebouwd, wel zijn er enkele bepalingen opgenomen ten aanzien van de aan te houden onderlinge afstanden tussen gebouwen en afstanden tot perceelgrenzen. Voor de toegestane hoogten is aangesloten op de toegestane hoogten uit het vorige bestemmingsplan. Op enkele plaatsen is daar wel een aanpassing aangedaan. In het vorige bestemmingsplan konden de aangegeven hoogten worden verhoogd (middels vrijstelling) met 5 m. Om meer duidelijkheid te bieden aan de ondernemers is daar waar verhoging van die hoogte ruimtelijk niet op bezwaren stuit, rechtstreeks een hogere hoogte toegestaan. Daar waar verhoging niet gewenst is, is geen verhoging opgenomen.

Bedrijventerrein - ten noorden van de Energieweg

Het bedrijfsgebied dat tussen de haven en de woonwijk ligt is bestemd als Bedrijf - 2. Op deze gronden zijn uitsluitend watersportvoorzieningen en watergebonden bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' toegestaan. Bedrijven die hier niet binnen passen zijn met een specifieke aanduiding aangeduid. De bestaande bedrijfswoning is met een aanduiding op de verbeelding opgenomen. Met een aanduiding op de verbeelding is aangegeven welk percentage van het bouwvlak bebouwd mag worden en tot welke maximale bouwhoogte.

Nutsvoorzieningen

De in het plangebied aanwezige (grotere) nutsvoorzieningen hebben de bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening gekregen. De toegestane bouwhoogte van de gebouwen is in de regels opgenomen en bedraagt maximaal 4 m.

Waterzuiveringsinstallatie

In het noordwesten van het plangebied aan het Gooimeer is een waterzuiveringsinstallatie aanwezig. Deze is ook als zodanig bestemd. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 10 m. Op het terrein komen ook 2 bedrijfswoningen voor en een broedwand voor vleermuizen. Deze woningen en de broedwand zijn met een aanduiding op de verbeelding aangeduid. Voorts is ten behoeve van een goede ruimtelijke inpassing rondom het bouwvlak de aanduiding groen opgenomen. Geregeld is dat deze strook uitsluitend bestemd is voor groenvoorzieningen.

Detailhandel (artikel 7)

De detailhandelsvestiging aan de Havenstraat heeft een specifieke bestemming gekregen ten behoeve van een supermarkt. Hierbinnen is aangegeven wat de maximale bedrijfs- en verkoopvloeroppervlakte is. Voorts is geregeld dat de resterende oppervlakte gebruikt mag worden als testruimte. Binnen de bestemming is sprake van een gedeeltelijke doorloop van het naastgelegen kantoorpand. Voor dit gedeelte is de aanduiding 'kantoor' opgenomen.

Gemengd - 1 tot en met - 3 (artikel 8 t/m 10)

In het plangebied komen verschillende gebieden voor waar een menging van functies is toegestaan. Deze gebieden zijn opgenomen binnen een bestemming Gemengd. Aangezien voor verschillende gronden een andere menging van functies mogelijk is, is een uitsplitsing gemaakt naar de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3.

Gronden aan de Oude Haven zijn bestemd voor Gemengd - 1. Ter plaatse zijn culturele voorzieningen en sport en recreatieve voorzieningen uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, Sport en Recreatie' mogelijk. Deze staat is toegevoegd in bijlage 3 van de planregels. Horeca is slechts mogelijk als ondergeschikt onderdeel van deze functies dan wel middels afwijking (tot 200 m² bvo) De kartbaan is met een specifieke aanduiding opgenomen op de verbeelding.

De bestaande bedrijven die in het gebied aanwezig zijn en gelijksoortige bedrijven, blijven eveneens toegestaan. Deze bedrijven zijn opgenomen in bijlage 2 van de planregels 'Overzicht bestaande bedrijven binnen Gemengd - 1'.

Voor deze gronden is ten noorden en ten zuiden van de kartbaan de bevoegdheid tot wijziging van het plan ten behoeve van woningen aangegeven. Beide gebieden kennen daarbij eigen randvoorwaarden.

Het Lucentterrein tussen de Botterstraat en de Bestevaer alsmede een strook grond van BNI langs de Havenstraat zijn bestemd voor Gemengd - 2. Binnen deze bestemming zijn diverse functies mogelijk (volumineuze detailhandel, bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, woningen en woon-werkwoningen op het Lucenterrein enzovoorts). In verband met de voor deze plandelen opgenomen ruimte voor perifere (volumineuze) detailhandel heeft overeenkomstig de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie overleg plaatsgevonden met de regionale adviescommissie detailhandel Noord-Holland Zuid (RAC). Dit heeft geleid tot een limitering van de hoeveelheid toe te voegen m2 bvo tot maximaal 10.700 m2 zoals in artikel 9 Gemengd-2, 9.1 sub c is vastgelegd.

Voor de toegestane bedrijven is afwijking middels een omgevingsvergunning mogelijk wanneer bedrijven uit ten hoogste twee categorieën hoger, naar aard en invloed op de omgeving, geacht kunnen worden te behoren tot milieucategorie 2. De verschillende toegestane functies zijn gebonden aan de verschillende deelgebieden. Een en ander is middels functieaanduidingen op de verbeelding aangegeven. Voor een gedeelte van de gronden van BNI langs de Havenstraat is bovendien een specifieke bouwaanduiding opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn enkele specifieke bouwregels opgenomen om een goede beeldkwaliteit langs de Havenstraat te waarborgen indien er sprake is van herontwikkeling.

Voorts is het Nautisch Kwartier Huizen bestemd tot Gemengd - 3. Binnen dit gebied zijn watersport en scheepvaart gerelateerde bedrijven uit ten hoogste milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerreinen' toegestaan. Afwijking middels een omgevingsvergunning is mogelijk wanneer soortgelijke bedrijven uit ten hoogste twee categorieën hoger, naar aard en invloed op de omgeving, geacht kunnen worden te behoren tot milieucategorie 2. Ook zijn binnen de bestemming detailhandel en kantoren mogelijk. De functie detailhandel moet eveneens zijn gerelateerd aan watersport en scheepvaart. Voorts zijn de gronden bestemd voor recreatie, toerisme en culturele voorzieningen.

Door middel van de aanduiding 'horeca' is opgenomen dat horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, op enkele locaties is toegestaan. Naast deze horecavestingen is eveneens welness toegestaan. Tot slot mogen binnen de bestemming ten hoogste 2 bedrijfswoningen worden gerealiseerd.

Groen (artikel 11)

De structuurbepalende groenstroken zijn bestemd voor Groen. Het gaat hier met name om de stroken langs de Zuiderzee. Daarnaast zijn enkele belangrijke groene elementen bestemd als Groen. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m. Tevens zijn speelvoorzieningen, voet- en fietspaden binnen de bestemming Groen mogelijk. Voorts is een afwijking opgenomen om ook parkeerplaatsen binnen deze bestemming te kunnen realiseren, mits deze nadrukkelijk ondergeschikt zijn aan de groenvoorziening en langs de randen worden gerealiseerd. Tot slot is voor het geplande HOV-tracé langs de Bestevaer en de Zuiderzee een aanduiding opgenomen. De gronden zijn hier tevens bestemd voor een HOV-verbinding.

Horeca (artikel 12)

De restaurants aan de haven, de discotheek en het in het plangebied aanwezige hotel zijn opgenomen binnen de bestemming Horeca. De op de verbeelding aangegeven bouwhoogte is gebaseerd op bestaande planologische rechten. De gronden van de restaurants hebben de bestemming Horeca gekregen. Binnen deze bestemming zijn horecavoorzieningen uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan en tevens ook zalenverhuur. Dit betekent dat, behalve een restaurant, ook andere horeca mogelijk is. Voor de horecavoorziening in het Gooierhoofd is ten hoogste horeca uit categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan.

Ter plaatse van het hotel is een specifieke aanduiding opgenomen. Met deze aanduiding wordt beoogd dat ter plaatse uitsluitend een hotel is toegestaan. Daarnaast zijn er regels opgenomen om permanent bewoonde appartementen toe te staan, waarbij gebruikgemaakt dient te worden van de services van het hotel. Met een specifieke bouwaanduiding is het aantal vierkante meters dat buiten het bouwvlak gebouwd mag worden begrensd.

Tot slot is ook voor de discotheek een specifieke aanduiding opgenomen. Ter plaatse is uitsluitend een discotheek toegestaan.

Kantoor (artikel 13)

Binnen het plangebied zijn enkele locaties aanwezig met de bestemming Kantoor. Deze bevinden zich aan de Kabelweg, Havenstraat en de Bestevaer. In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat er tevens voorzieningen ten behoeve van de bestemming mogen worden gerealiseerd, zoals toegangspaden, onder- en bovengrondse parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. Op de verbeelding is een bouwvlak opgenomen waarbinnen gebouwen mogen worden gebouwd.

Recreatie - Dagrecreatie (artikel 14)

De in het plangebied voorkomende strook tussen de sportvelden, de natuurstrook langs het Gooimeer en de landtong zijn bestemd voor Recreatie - Dagrecreatie. Op deze gronden is extensieve dagrecreatie toegestaan. Ook is er een aanduiding voor opslag en voor een evenemententerrein opgenomen ten zuiden van het RWZI. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd van ten hoogste 1 m hoog.

Sport (artikel 15)

Het sport- en recreatiecomplex 'De Wolfskamer' is bestemd voor Sport. De gronden zijn hier bedoeld voor sport en recreatie en tevens voor buitenschoolse opvang. Aan de oostzijde zijn de gronden mede bestemd voor het verenigingsleven (conform de bestaande situatie) en voor de inmiddels ter plaatse gevestigde school. Op de verbeelding zijn grote bouwvlakken opgenomen waarbinnen de gebouwen kunnen worden opgericht. Hierbij is met een percentage een maximum aan de totale oppervlakte van de gebouwen gesteld. Hiermee kunnen de gebouwen op een andere locatie binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Daarnaast is op de verbeelding de maximumbouwhoogte opgenomen. De bestaande regeling is hierbij als uitgangspunt genomen. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is een mogelijkheid tot afwijken van de bouwregels opgenomen, om een hogere bouwhoogte toe te staan voor vlaggenmasten, lichtmasten en constructies ten behoeve van skiliften, tot een maximum van 12 m.

Tuin (artikel 16)

In tegenstelling tot de achtererven en de meeste zijerven bij woningen zijn de voortuinen en delen van de zijtuinen, behorende bij de woningen, niet onder de bestemming Wonen opgenomen, maar apart bestemd als Tuin. Binnen de bestemming Tuin mogen, in tegenstelling tot de bestemming Wonen, beperkt bouwwerken worden gerealiseerd. Aan de voorzijde mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hierbij geldt voor erfafscheidingen een bouwhoogte van ten hoogste 1 m, tenzij er sprake is van een open constructie, dan geldt een bouwhoogte van ten hoogste 2 m. Voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een bouwhoogte van ten hoogste 2 m.

Verkeer (- Verblijfsgebied) (artikel 17 en 18)

Wegen met een 50 km/h-regime behouden de bestemming Verkeer. Deze wegen dienen voornamelijk ter ontsluiting van het plangebied. Verder vallen binnen deze bestemmingen de openbare ruimten en de groenvoorzieningen die deels worden gerekend tot het structurele groen van het gebied. Tot slot is voor het geplande HOV-tracé langs de Bestevaer en de Zuiderzee een aanduiding opgenomen. De gronden zijn hier tevens bestemd voor een HOV-verbinding.

Wegen die aangeduid zijn als 30 km/h-wegen zijn opgenomen binnen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied. Dit is gericht op de beoogde functie en mogelijkheden om bijvoorbeeld speeltoestellen in de woonstraten te kunnen realiseren. Binnen de bestemming zijn twee specifieke aanduidingen opgenomen voor een bergbezinkbassin en een ondergrondse parkeergarage. Verder vallen binnen deze bestemmingen de openbare ruimten en eventuele groenvoorzieningen.

Water (artikel 19)

Een belangrijk onderdeel van het gebied is bestemd tot Water. Wegens verschillende karakteristieken en functies op of aan het water is de bestemming gesplitst door middel van aanduidingen, namelijk 'haven', 'jachthaven' en 'oever'.

Haven

De gronden met de aanduiding 'haven' zijn bedoeld voor scheepvaartverkeer, op- en overslag van goederen en personenvervoer te water. Specifiek is voor deze gronden geregeld dat hier ten hoogste 400 ligplaatsen mogen worden gerealiseerd voor pleziervaart. Daarnaast mogen de gronden worden gebruikt voor evenementen, dagrecreatie en parkeervoorzieningen.

Gebouwen zijn uitsluitend binnen de bouwvlakken toegestaan, waarbij op de verbeelding is aangegeven wat het maximale bebouwingspercentage en de maximale bouwhoogte zijn. Tevens zijn er silo's toegestaan ten behoeve van de overslag van zand. De maximale bouwhoogte hiervan bedraagt 7,5 m. Lichtmasten mogen tot een bouwhoogte van 9 m worden gebouwd. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste 3 m.

Jachthaven

Binnen de aanduiding 'jachthaven' is een jachthaven, met daarbij behorende aanlegvoorzieningen en steigers toegestaan. Specifiek is geregeld dat hier ten hoogste 900 ligplaatsen voor pleziervaart mogen worden gerealiseerd. Daarnaast zijn kades, pieren en parkeervoorzieningen mogelijk. Met een specifieke aanduiding is opgenomen dat ter plaatse 18 botenhuizen mogen worden gebouwd. Hiervan mogen ten hoogste 2 botenhuizen worden gebruikt ten behoeve van bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte aangehouden dient te worden. In afwijking hiervan is opgenomen dat gebouwen eveneens buiten het bouwvlak zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 120 m² en met een bouwhoogte van maximaal 4 m. Binnen de bestemming zijn voorts ook lichtmasten toegestaan tot een bouwhoogte van 9 m.

Oever

De gronden binnen de aanduiding 'oever' zijn ook bestemd voor water en waterberging. Daarnaast zijn de gronden bedoeld voor behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Hier zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte 3 m toegestaan.

Wonen (artikel 20)

Binnen het plangebied komt op een aantal locaties woningbouw voor. Hierbij worden twee verschillende woonsoorten onderscheiden, namelijk aaneengebouwde woningen en gestapelde woningen. Op de gronden met de aanduiding 'gestapeld' zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan.

Binnen de bestemming is een aanduiding 'bedrijven' opgenomen. Hier mogen zich tevens bedrijven tot en met milieucategorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten vestigen, alsmede een kinderdagverblijf en praktijkruimten. Daarnaast is een aanduiding 'horeca' opgenomen op de locatie waar een horecagelegenheid is toegestaan. De bedrijven, het kinderdagverblijf, praktijkruimten en de horecavestiging zijn uitsluitend op de begane grondlaag toegestaan.

Op de verbeelding is een maximumgoot- en bouwhoogte voor hoofdgebouwen vastgelegd. Deze is gebaseerd op de huidige planologische mogelijkheden. Erfbebouwing is toegestaan tot maximaal 50% van het perceel op het zij- en achtererf, tot een oppervlak van ten hoogste 40 m². Daar waar percelen groter zijn dan 200 m² is erfbebouwing toegestaan tot een oppervlak van ten hoogste 60 m².

De maximale bouwhoogte van aan- en uitbouw van woningen bedraagt ten hoogste 4,5 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw niet meer dan 0,25 m boven de begane grondlaag van het hoofdgebouw mag bedragen. De goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bedragen ten hoogste respectievelijk 3 m en 4,5 m. Voor de maximale hoogte is een mogelijkheid tot afwijken opgenomen, waarbij de bouwhoogte verhoogd mag worden indien dit niet leidt tot onevenredige verdichting van het perceel of zichthinder.

Waarde - Archeologie (artikel 21)

Bij ruimtelijke inrichting en ontwikkelingen in een gedeelte van het plangebied moet worden gezocht naar beschermings- en inpassingmogelijkheden van eventuele archeologische waarden. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is gehanteerd voor de gebieden die door de Stichting Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland zijn aangemerkt als gebieden waar een bijzonder archeologische regime van toepassing moet zijn, vanwege de verwachte aanwezigheid van archeologische bodemsporen en voorwerpen. Voor het plangebied gelden er verschillende archeologische regimes zoals beschreven in paragraaf 4.12, echter slechts één regime is vanwege beoogde ontwikkelingen relevant om op te nemen in het bestemmingsplan.

In het gebied met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie dient een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd indien de ontwikkeling een oppervlakte heeft van meer dan 10.000 m² en indien het een ontwikkeling betreft die dieper reikt dan 40 cm beneden het maaiveld.

Leiding - Gas (artikel 22)

Binnen het plangebied komt een gasleiding voor. Deze leiding is met een dubbelbestemming op de verbeelding weergegeven. Binnen dit gebied zijn enkel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van ten hoogste 1 m toegestaan. De leiding heeft een zakelijk rechtstrook van 4 m. Binnen deze zone mogen geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Voor overige bouwwerkzaamheden is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden noodzakelijk. Als de behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) niet onevenredig wordt geschaad, dan kan het bevoegd gezag afwijken van de huidige regelgeving.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het geval een leiding wordt verwijderd. In dat geval kan de dubbelbestemming verwijderd worden.

5.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Antidubbeltelregel (artikel 23)

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (artikel 24)

Bij globale bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van aanvullende werking van de bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (zoals rooilijnen) niets regelt. Deze aanvullende werking kan ongewenst zijn, omdat het bestemmingsplan met opzet globaal is gehouden ten aanzien van deze onderwerpen. Artikel 24 voorkomt dat bepalingen uit de bouwverordening alsnog van toepassing kunnen zijn.

Algemene afwijkingsregels (artikel 25)

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Algemene wijzigingsregels (artikel 26)

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

Overige regels (artikel 27)

Werking wettelijke regelingen

In dit artikel is bepaald dat alle wettelijke regelingen waarnaar in de planregels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

In de planregels bij bestemmingsplannen wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling, een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. Zo ook in dit bestemmingsplan.

Sinds jaar en dag mag van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) een bestemmingsplan slechts volgens de vereiste procedure van de Wro worden gewijzigd en heeft de Afdeling er bezwaren tegen dat een plan impliciet kan worden gewijzigd, zoals het geval kan zijn als zonder verdere aanduiding een van-toepassing-verklaring van een wettelijke regeling in de planregels is opgenomen.

Het is dan ook nodig dat verwijzingen naar toepasbare wettelijke regelingen worden gefixeerd, namelijk naar de tekst ervan zoals die op het moment van vaststelling van het plan gold.

Parkeren

Voorts is in dit artikel een regeling opgenomen, dat, bij het oprichten van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk (met meer dan 100 m² dan wel meer dan 10% van de totale brutovloeroppervlakte) en/of de verandering van functie op het perceel, voldaan moet worden aan een minimumaantal parkeerplaatsen. Parkeerplaatsen die ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit bestemmingsplan bestaan, worden buiten beschouwing van de berekeningen worden gelaten. Indien een gewenste functie niet voorkomt in de lijst, dient de parkeernorm uit de CROW-publicatie 317 (CROW, 2012) te worden aangehouden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om af te wijken van het aantal benodigde parkeerplaatsen indien redelijkerwijs op het of in de buurt van het bouwperceel geen parkeerplaatsen te realiseren valt. Eveneens is afwijking mogelijk indien in de bestaande situatie meer of gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is.

5.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht (artikel 28)

Het overgangsrecht ten aanzien van bouwen is neergelegd in artikel 21 lid 1 Wro. Enkele bouwmogelijkheden in afwijking van de regels blijven bestaan voor gebouwen die afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet. Bestaande afwijkingen mogen niet worden vergroot. Uitbreiding is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

Lid 2 betreft de overgangsregels met betrekking tot het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtsmacht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het gebruik is slechts toegestaan indien de afwijzing hierdoor niet wordt vergroot.

Slotregel (artikel 29)

Het laatste artikel van de planregels betreft de slotregel van het onderliggende bestemmingsplan.