direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water ten behoeve van de waterhuishouding en waterberging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'haven': tevens voor:
    • 1. scheepvaartverkeer;
    • 2. op- en overslag van goederen;
    • 3. personenvervoer te water;
    • 4. aanlegplaatsen en steigers;
    • 5. kades en pieren;
    • 6. botenhellingen;
    • 7. voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing, oeverbeheer en afbakening;
    • 8. evenementen;
    • 9. dagrecreatie;
    • 10. toegangswegen en parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': tevens voor:
    • 1. een jachthaven met daarbij behorende aanlegvoorzieningen en steigers;
    • 2. kades en pieren;
    • 3. voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing, oeverbeheer en afbakening;
    • 4. parkeervoorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'oever': tevens voor behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - 1': tevens voor een botenhuis;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - 2': tevens voor een botenhuis in combinatie met het gebruik voor bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • g. dagrecreatieve voorzieningen;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals bruggen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, verhardingen en nutsvoorzieningen.

19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

19.2.1 Ter plaatse van de aanduiding 'haven'
  • a. ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van silo's, ten behoeve van de overslag van zand, bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

19.2.2 Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven'
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a zijn buiten het bouwvlak gebouwen toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 150 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 4 m;
  • e. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

19.2.3 Ter plaatse van de aanduiding 'oever'
  • a. ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m boven NAP.

19.2.4 Ter plaatse van de overige gronden
  • a. ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m boven NAP.

19.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het aantal aanlegplaatsen, zoals bedoeld in lid 19.1 onder b bedraagt ten hoogste 400 plaatsen en zoals bedoeld in lid 19.1 onder c, ten hoogste 900 plaatsen;
  • b. woonschepen zijn niet toegestaan.