direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPDORP2010-OH01

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn voor zover het de begane grondlaag betreft bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. bedrijven uit maximaal categorie A van de Staat van Bedrijfsaciviteiten 'functiemenging';
  • d. wonen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten', zijn bedrijfsmatige activiteiten uitgesloten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten', is detailhandel uitgesloten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horeca uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' tevens voor een kinderdagverblijf;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - tandarts' tevens voor een tandartspraktijk;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens voor een kantoor;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens voor cultuurhistorische waarden;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg;

Voor wat betreft de boven de begane grondlaag gelegen bouwlagen, zijn de gronden bestemd voor:

  • m. wonen;
  • n. kantoor en opslagdoeleinden ten behoeve van de op de begane grondlaag gevestigde functies;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - tandarts' tevens voor een tandartspraktijk;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens voor kantoor.

De gronden zijn tevens bestemd voor bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals verkeersvoorzieningen, groen, tuinen, erven en terreinen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de dakhelling bedraagt niet minder dan 40 en niet meer dan 55 graden, indien er alleen een bouwhoogte is aangegeven, kan het gebouw ook plat afgedekt worden;
  • e. Indien er sprake is van een mansarde kap, kan de dakhelling afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder d;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' bedraagt de goothoogte, bouwhoogte en dakhelling niet meer dan de bestaande waarde.

6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt buiten het bouwvlak ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m2;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b, bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 60m2 indien de oppervlakte van het zij- en achtererf groter dan of gelijk aan 200m2;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4,5m;
  • f. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerder met 0,25m;
  • g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4,5m.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7,5m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.2.2 onder b, om voor percelen kleiner dan 200m2 een maximale oppervlakte van 60m2 toe te staan, mits dit niet leidt tot een onevenredige verdichting van het perceel en/of onevenredige aantasting van de woonsituatie;
  • b. lid 6.2.2 onder e en g, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 m, mits dit niet leidt tot een onevenredige schaduwwerking en/of zichthinder voor aangrenzende percelen;
6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
  • b. seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven zijn niet toegestaan.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken ten behoeve van functieverandering

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' afwijken van het bepaalde in lid 6.1 om gebruik ten behoeve van detailhandel en/of dienstverlening mogelijk te maken, met dien verstande dat het gebruik zich uitsluitend beperkt tot de begane grond en voldaan kan worden aan de regels in 25.2.

6.5.2 Afwijken ten behoeve van restaurants en eetcafé's

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 ten behoeve van horeca uit ten hoogste categorie 1 b van de Staat van Horeca-activiteiten , met dien verstande dat:

  • a. de afwijking uitsluitend betrekking heeft op vrijstaande hoofdgebouwen;
  • b. de mogelijkheid voor afwijken uitsluitend van toepassing is op de langs de Kerkstraat en de Meentweg gelegen hoofdgebouwen, voor zover deze zijn gelegen tussen de Langestraat en de Gooilandweg;
  • c. medewerking wordt verleend indien de afwijking geen blijvende onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat.

6.5.3 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger dan in lid 6.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd;

6.5.4 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1onder g:

  • a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 6.1 onder g, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieen zoals in lid 6.1 onder g genoemd;
  • b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de horeca-categorieen, zoals in lid 6.1 onder g genoemd.
6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 7' (Schoolstraat 13) wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen', met dien verstande dat:

  • a. het aantal woningen ten hoogste 4 bedraagt;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen moet aansluiten op de bebouwing in de directe omgeving;
  • c. de dakhelling van de hoofdgebouwen niet minder dan 40 en niet meer dan 55 graden bedraagt. Indien een mansardekap wordt gerealiseerd kan hiervan afgeweken worden;
  • d. een goede ontsluiting is gewaarborgd;
  • e. ten aanzien van het parkeren voldaan wordt aan de parkeernormen uit artikel 25.2;
  • f. indien er openbare parkeerplaatsen opgeheven worden, deze plaatsen elders gecompenseerd moeten worden;
  • g. bij herontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de aanwezige bomen op het terrein;
  • h. wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder niet op belemmeringen stuit;
  • i. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
  • j. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.