Plan: | Van Riebeeck/Bonairelaan |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.17bp00riebbon-oh01 |
Beschermd stads- en dorpsgezicht
Beschermde stads- en dorpsgezichten zijn aangewezen door het (voormalige) ministerie van VROM en het ministerie van OCW. Het betreft groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde, en in welke groepen zich één of meerdere monumenten bevinden. Als een gebied is aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht, dan dient dit in het bestemmingsplan opgenomen te worden.
Binnen het plangebied is geen sprake van een beschermd stads- en dorpsgezicht.
Overige historisch-geografisch waardevolle gebieden
Voor zowel het West-Indiëkwartier als het deelgebied Alexanderpark van het Van Riebeeckkwartier geldt dat deze als onderdeel van de Gooise villaparkontwikkeling met buitenwoonhuizen en villa's, stedebouwkundig waardevol is vanwege zijn planmatige aanleg en inrichting. Ook de bebouwing aan de Soestdijkerstraatweg heeft een cultuurhistorische waarde vanwege zijn betekenis voor de ontwikkeling van Hilversum.
In het plangebied zijn verder geen noemenswaardige historisch-geografisch waardevolle gebieden.
Rijksmonumenten staan ingeschreven in het Monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Provinciale monumenten zijn opgenomen in de provinciale monumentenlijst, gemeentelijke monumenten in de gemeentelijke monumentenlijst. UNESCO-monumenten zijn opgenomen in de lijst van het werelderfgoed. Het plangebied kent geen provinciale en UNESCO monumenten.
In onderstaand overzicht is opgenomen welke monumenten in het plangebied zijn gelegen.
Rijksmonument | gemeentelijk monument |
Soestdijkerstaartweg 88 | Curacaolaan 28 |
Soestdijkerstaartweg 90 | Curacaolaan 30 |
Spoorwegportalen | Surinamelaan 15 |
Surinamelaan 21 | |
Surinamelaan 30 | |
Arubalaan 6 | |
Arubalaan 7 | |
Bonairelaan 4 | |
Soestdijkerstraatweg 39 | |
Soestdijkerstraatweg 43 | |
Soestdijkerstraatweg 46 | |
Soestdijkerstraatweg 51-53 | |
Soestdijkerstraatweg 52 | |
Soestdijkerstraatweg 86 | |
Soestdijkerstraatweg 99 | |
Oude Amersfoortseweg 79 | |
Oude Amersfoortseweg 80 | |
Oude Amersfoortseweg 85 | |
Oude Amersfoortseweg 196 | |
Alexanderlaan 5-7 | |
Alexanderlaan 14-16 | |
Alexanderlaan 18-20 | |
Alexanderlaan 22 | |
Bonairelaan 4 | |
Waldecklaan 9-15 | |
Waldecklaan 25-33 | |
Waldecklaan 35-55 | |
Waldecklaan 32 - 34 | |
Waldecklaan 36 |
Voor het pand aan de Oude Amersfoortseweg 191 wordt momenteel de procedure doorlopen tot gemeentelijk monument.
Voor de monumenten is de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' opgenomen. Hiermee wordt vastgelegd dat de bestaande maten ten tijde van het bestemmingsplan blijven behouden.
In 1992 is het zogenoemde “Verdrag van Malta” gesloten, een Europees verdrag dat is gericht op de bescherming van het archeologisch erfgoed. Sinds de officiële bekrachtiging van het verdrag door Nederland in 1998 is gewerkt 'in de geest van Malta' en is de Monumentenwet 1988 herzien, op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), om de archeologie wettelijk te verankeren. Op 1 september 2007 is de herziene Monumentenwet 1988 in werking getreden.
De kernpunten, geregeld in de Monumentenwet, zijn:
De gemeente is het bevoegde gezag, en verantwoordelijk voor het opstellen van een archeologische verwachtings - en beleidskaart. Op de verwachtingskaart staat aangegeven welke archeologische beschermde monumenten, bekende waarden, en welke archeologische verwachtingen in Hilversum aanwezig zijn. Voor het te voeren beleid ten aanzien van de archeologische waarden en verwachtingen in de gemeente, stelt de gemeente een beleidsnota en de daarbij behorende beleidskaart op. De beleidskaart, moet volgens de nieuwe Wro in het bestemmingsplan worden opgenomen, zodat voor de aanvrager van een vergunning duidelijk is in welke gevallen een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze gevallen worden voornamelijk bepaald door een maximale verstoringsoppervlakte en –diepte.
Het archeologische onderzoek is een getrapt proces. Elke stap in het proces wordt afgesloten met een besluit van het bevoegd gezag omtrent het archeologische erfgoed: of het plangebied wordt vrijgegeven, of er wordt een vervolgonderzoek gevraagd, of planaanpassing, of het archeologisch erfgoed wordt in situ beschermd. Eerst moet de aanvrager een inventariserend onderzoek overleggen. In dat inventariserend onderzoek wordt vastgesteld of er archeologisch erfgoed in de bodem aanwezig is en of er nader onderzoek nodig is. De volgende stap is het verrichten van een verkennend veldonderzoek (proefsleuven) om de aard, omvang en kwaliteit van het archeologisch erfgoed te onderzoeken. Het plangebied kan hierna op grond van een selectiebesluit worden vrijgegeven, beschermd, of, als bescherming niet mogelijk is, kan een opgraving worden gevraagd. Elke fase wordt uitgevoerd op grond van een programma van eisen. Behalve de eisen die aan het onderzoek worden gesteld in het kader van de Kwaliteitseisen Nederlandse Archeologie (KNA) kan de gemeente aanvullende eisen stellen.
Figuur 10: Archeologische beleidskaart gemeente Hilversum
Zoals in bovenstaande figuur is aangegeven kent het plangebied hoofdzakelijk een hoge en middel-hoge en lage verwachtingswaarde.