direct naar inhoud van 3.4 Groen, blauw en natuur
Plan: Van Riebeeck/Bonairelaan
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.17bp00riebbon-oh01

3.4 Groen, blauw en natuur

3.4.1 Groen en ecologie

Het plangebied bestaat grotendeels uit woningen en infrastructuur, maar ondanks deze bewoning heeft het bosrijke villagebied in het West-Indiëkwartier als geheel een belangrijke ecologische en landschappelijke waarde. De structuurrijke en overwegend bosachtige tuinen herbergen een grote rijkdom aan planten en dieren (soorten en aantallen). Oorspronkelijke bodemprofielen, oude bomen, aaneengesloten gebieden met opgaande beplanting, diversiteit aan vegetatiestructuren en rust zijn daarin belangrijke kwaliteiten, evenals min of meer natuurlijk ingerichte vijvers. De ligging, grenzend aan natuurgebieden, versterkt niet alleen deze betekenis maar geeft het deel van het West-Indiëkwartier ook een functie in de regionale ecologische infrastructuur. Dat wil zeggen dat het gebied als schakel tussen natuurgebieden fungeert in de bewegingen van vooral dieren en hoogstwaarschijnlijk ook in de verspreiding van plantensoorten. De drukke Soestdijkerstraatweg heeft daarbij wel een barrièrewerking voor veel kleinere diersoorten. Ook (fijnmazige, hoge) hekwerken kunnen belemmerend werken. Andere elementen die afbreuk doen aan de natuurwaarden zijn verharde oppervlakken, zwembaden en tennisbanen. Geheel ten noordwesten in het plangebied is bij het voormalige klooster een grote tuin aanwezig. De tuin beschikt over veel mogelijkheden voor de vestiging van diverse flora en fauna.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.17bp00riebbon-oh01_0010.png"

Figuur 9: een luchtfoto van de kloostertuin aan de Oude Amersfoortseweg (bron: Bing Maps)

Op stadsecologisch niveau biedt ook het groen van de tuinrijke woonbuurten levensruimte aan veel vogels en kleinere diersoorten (voedsel, dekking, nestgelegenheid). De groene kavels In het West-Indiëkwartier, de Alexanderlaan en Waldecklaan zijn belangrijke structuren voor de aanvoer van dit leven in de stad.

Op de Alexanderlaan en Waldecklaan na biedt het Van Riebeeckkwartier zeer weinig mogelijkheden voor het planten- en dierenleven. De groene locaties bestaan met name uit grasveldjes.

Voor het hele plangebied geldt verder dat infiltratie van schoon regenwater in de bodem van belang is, zowel voor de natuur ter plekke als voor de regionale natuur; meer infiltratie hier betekent minder verdroging van het Vechtplassengebied.

Binnen het plangebied zijn gronden waarop de Boswet van toepassing is. Dit zijn de bosrijke gebieden in het West-Indiëkwartier.

3.4.2 Blauw

Zoals bij de waterstructuur is aangegeven, wordt het oppervlaktewater in het plangebied gevormd door de Van Riebeeckvijver, gelegen tussen de Zeevaertweg en Compagnieweg. Deze vijver heeft een functie voor de opvang van regenwater uit het omliggende gebied en heeft een overloopt naar de vijvers in Anna´shoeve. Binnen het plangebied zijn geen waterkeringen en watergangen gelegen.

3.4.3 Natuur

De structuurrijke en overwegend bosachtige tuinen in het West-Indiëkwartier herbergen een grote rijkdom aan planten en dieren (soorten en aantallen). Oorspronkelijke bodemprofielen, oude bomen, aaneengesloten gebieden met opgaande beplanting, diversiteit aan vegetatiestructuren en rust zijn daarin belangrijke kwaliteiten, evenals min of meer natuurlijk ingerichte vijvers. De ligging, grenzend aan natuurgebieden, versterkt niet alleen deze betekenis maar geeft het deel van het plangebied in het West-Indiëkwartier ook een functie in de regionale ecologische infrastructuur. Dat wil zeggen dat het gebied als schakel tussen natuurgebieden fungeert in de bewegingen van vooral dieren en hoogstwaarschijnlijk ook in de verspreiding van plantensoorten. De drukke Oostereind en Soestdijkerstraatweg hebben daarbij wel een barrièrewerking voor veel kleinere diersoorten. Ook (fijnmazige, hoge) hekwerken kunnen belemmerend werken. Andere elementen die afbreuk doen aan de natuurwaarden zijn verharde oppervlakken, zwembaden en tennisbanen.

Op stadsecologisch niveau biedt ook het groen van de tuinrijke woonbuurten in het Van Riebeeckkwartier levensruimte aan veel vogels en kleinere diersoorten (voedsel, dekking, nestgelegenheid). De groene kavels langs de Alexanderlaan, Waldecklaan, Oude Amersfoortseweg en de spoorbermen zijn belangrijke structuren voor de aanvoer van dit leven in de stad. Ook de kloostertuin van het voormalige klooster (nu de studio van de EO) is voor het dierenleven in de stad van belang.

Voor het hele plangebied geldt verder dat infiltratie van schoon regenwater in de bodem van belang is, zowel voor de natuur ter plekke als voor de regionale natuur; meer infiltratie hier betekent minder verdroging van het Vechtplassengebied.

In 2010 is een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige flora en fauna van het plangebied en omgeving (Ecologisch onderzoek, Hilversum-Oost, bureau Schenkeveld). Dit onderzoek geeft inzicht in de aanwezigheid van kwetsbare natuurwaarden. Uit het onderzoek komt naar voren in het plangebied één plantensoort in de zin van de Flora- en Faunawet is aangetroffen. Rode-lijstsoorten zijn niet aangetroffen.

Bij de vogels is 1 broedvogelsoort van de Rode lijst aangetroffen en eveneens de huismus.Naast de vogels zijn ook diverse vleermuizen waargenomen, zowel in het Van Riebeeckkwartier als het West-Indiëkwartier. Indien zich in de toekomst ontwikkelingen voordoen in het plangebied dient rekening te moeten worden gehouden met de aanwezigheid van vleermuizen.

Eveneens zijn 2 streng beschermde soorten en 4 algemene soorten van reptielen, amfibieën en vissen aangetroffen.