Plan: | Bosdrift 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01 |
Het plan moet voorzien in het realiseren én behouden van een duurzame bodemkwaliteit. Bodem die schoon is, moet schoon blijven en er moet op een juiste manier worden omgegaan met aanwezige verontreinigingen. In geval van gebieden met verontreiniging dient de chemische bodemkwaliteit en het gebruik op elkaar afgestemd te worden. De bodem hoeft daarvoor niet in alle gevallen te worden schoongemaakt, maar wordt dan alleen geschikt gemaakt voor de huidige of toekomstige functie.
Wanneer er op een willekeurige locatie binnen het plangebied (her)ontwikkeling gaat plaatsvinden, dient er onderzoek gedaan te worden naar de kwaliteit van de bodem van de betreffende locatie. Hierbij dienen de op dat moment geldende landelijke normen te worden gehanteerd. Deze normen waarborgen onder andere dat bij (her)ontwikkeling op een locatie altijd de provincie en de gemeente worden geraadpleegd voor bodeminformatie. Omdat de gemeente heeft besloten (nog) geen nieuwe bodemkwaliteitskaart op te stellen zal de actuele bodemkwaliteit in de meeste gevallen bepaald moeten worden door het uitvoeren van een (verkennend) bodemonderzoek.
Daarnaast geldt dat vrijwel alle riolen in Hilversum (met uitzondering van de riolen in de wijk Kerkelanden en de Hilversumse Meent) boven het grondwater liggen. Dit heeft tot gevolg dat uit eventuele lekke riolen rioolwater uittreedt en verontreiniging van de bodem en grondwater kan veroorzaken. Deze lekke riolen worden met voorrang vervangen.
Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. Binnen het bestemmingsplan kunnen enkele kleine ontwikkelingen/reconstructies plaatsvinden. Denk hierbij aan het (her)bouwen van bebouwing binnen de bestaande bouwvlakken of het bouwen van een erker. Het verhard oppervlak neemt dan ook niet structureel toe en het watersysteem verandert ook niet. Wel dient bij lokale ontwikkelingen / reconstructies rekening gehouden te worden met de beleidslijnen ten aanzien van omgang met (hemel)water. Gezien de relatief lage grondwaterstanden is dit gebied kansrijk voor het infiltreren van regenwater, maar ook voor ondergronds bouwen.
Voor het gescheiden gerioleerd gebied is het voornemen dat verkeerde aansluitingen worden aangepakt. Voor het gescheiden gerioleerd gebied is eveneens het voornemen om regenwater bij herontwikkelingen zo veel mogelijk te infiltreren. Het te infiltreren water mag uiteraard niet verontreinigd zijn (moet voldoen aan de streefwaarden van de wet Bodembescherming).
Onderzoek wijst uit dat afkoppelen en op eigen perceel infiltreren van regenwater kan leiden tot bodem-en grondwaterverontreinigingen, omdat afstromend regenwater niet altijd schoon is. Daarom wil de gemeente hier in de toekomst genuanceerder mee omgaan.
Voorwaarden bij infiltratie zijn het aanleggen van lokale zuiveringsvoorzieningen (wadi's, helofyten, bezinkvoorzieningen en dergelijke), het tegengaan van uitlogende (bouw)materialen en het vermijden van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Het afkoppelbeleid wordt in samenwerking met de provincie en het hoogheemraadschap in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP periode 2009-2014) aangepast aan deze nieuwe inzichten. Voor de toekomstige invulling van het afkoppelbeleid wordt verwezen naar het GRP.
Voor het opstellen van dit bestemmingsplan heeft afstemming plaatsgevonden met het Waternet, als vertegenwoordiging van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht. Tijdens een overleg d.d. 10 februari 2011 zijn een aantal afspraken gemaakt ten aanzien van de toelichting en de bestemmingsmethodiek van wateraspecten. Ten aanzien van de bestemmingsplanmethodiek is afgesproken dat de Gooise Vaart, het Hilversum Kanaal en de overige waterpartijen in het stedelijk gebied een bestemming water krijgen ongeacht of deze wel of niet zijn opgenomen in de legger. Binnen het plangebied van bestemmingsplan Bosdrift 2013 ligt de Kastanjevijver als relevante waterpartij die dan ook bestemd is als water.