direct naar inhoud van 3.10 Vliegveld
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

3.10 Vliegveld

Eigendomssituatie

Voor de oorlog was het terrein eigendom van de Kerk van Naarden. Pas in 1948 verwierf de gemeente Hilversum het veld en verhuurt het sindsdien aan de stichting Vliegveld Hilversum meestal in tranches van 5 à 10 jaar. De huidige omvang van het terrein is ongeveer 54 ha. Op terrein zijn naast een horecabedrijf, voorzieningen voor het vliegen gevestigd: w.o. een vliegschool, hangaars, een controletoren e.d.

Door middel van onderhuur zijn er enkele bedrijven aanwezig voor vlieglessen, rondvluchten en onderhoud (maintenance). Het veld wordt merendeels gebruikt voor lesvluchten, naast mogelijkheden voor parachute springen en zweefvliegen. Daarnaast wordt het verder gebruikt voor helikopter vluchten. Het aantal vliegbewegingen (dat kan zijn zowel een start als landing) schommelt al enige jaren tussen 40 à 45.000 stuks. Circa 60% van de vluchten op het luchtvaartterrein Hilversum bestaat uit les- en oefenvluchten. De overige 40% bestaat uit vluchten met een bedrijfsmatig doel en uit privé of recreatieve vluchten.

Regelgeving

De stichting vliegveld Hilversum beschikt op basis van de Luchtvaartwet sinds haar ontstaansgeschiedenis over een aanwijzingsbeschikking waarvan de laatste dateert van 2003. In deze aanwijzingsbeschikking is niet alleen baanconfiguratie van het vliegveld vastgelegd, maar ook de omvang van de geluidszones zoals deze waren vastgelegd in de Algemene Maatregel van Bestuur: het Besluit Geluidsbelasting Kleine Luchtvaart (BGKL) Deze geluidscontouren zijn opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied van 2003 waarbij tevens de beperkingen vanuit het BGKL in de bestemmingsplanvoorschriften zijn vastgelegd.

Het planologisch regime binnen de geluidscontouren (de 57 bkl (= belasting kleine luchtvaart) en 47 bkl geheten) is als volgt:

  • 1. 47 bkl is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen nog niet aanwezig zijn en waarvoor nog geen bouwvergunning is verleend;
  • 2. in afwijking van het vorenstaande is 57 bkl de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in artikel 7 die
    • a. een open plek in de bestaande, te handhaven bebouwing opvullen;
    • b. ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid, of
    • c. zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, niet zijnde woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen.

De 57 bkl-contour ligt ruim buiten dit bestemmingsplangebied. De 47-bkl-contour ligt voor een beperkt gedeelte in het plangebied.


Het Besluit Regeling Burger en Militaire Luchtvaart (RBML)

In 2009 is de luchtvaartwetgeving aanzienlijk gewijzigd door het ombouwen van de Luchtvaartwet naar de Wet Luchtvaart en het in werking treden van de Regeling Burger en Militaire Luchtvaart. Als gevolg van deze regeling is het bevoegd gezag voor de regionale en kleinere vliegvelden van het Rijk eind 2009 overgegaan naar de provinciale overheden. Gelet op de overgangsregeling dienen de provinciale besturen in 2014 voor alle kleine vliegvelden een nieuwe beschikking af te geven. Gelet op de omvang van het vliegveld Hilversum zal het provinciaal bestuur van Noord-Holland een "luchthavenbesluit" dienen te nemen.In de tussenliggende periode blijft de huidige aanwijzingsbeschikking in stand en regeert het in 2009 vervallen BGKL nog steeds de geluidszones (zie de overgangsbepalingen van het RBML).

Gelet op de overgangsperiode van het RBML en het conserverende karakter van dit bestemmingsplan, afgezet tegen het nieuwe provinciale beleid is er voor gekozen is om de situatie zoals deze bij de aanwijzingsbeschikking van 2003 voor het vliegveld is vastgelegd te handhaven tot het tijdstip waarop een nieuw luchthavenbesluit van toepassing zal zijn. Een en ander houdt ook in dat de oude bepalingen met betrekking tot de planologische beperkingen uit het oude BGKL, mede opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2003, onverkort zijn doorgevoerd in dit plan. Gewijzigd is daarbij, dat de ontheffingsmogelijkheid voor geluidhinderbepalingen bij de (toenmalige) minister van VROM is komen te vervallen. Het BGKL kende een dergelijke ontheffingsmogelijkheid niet.

Vliegveiligheid

In gebieden rond luchthavens gelden op grond van (inter)nationale regels beperkingen aan het gebruik van gronden. Deze beperkingen zijn noodzakelijk voor het veilig gebruik van een luchthaven door het luchthavenluchtverkeer. Het gaat in de eerste plaats om hoogtebeperkingen. Deze bewerkstelligen dat in beginsel geen objecten met een bepaalde hoogte worden opgericht die de vliegveiligheid in gevaar kunnen brengen. Daarnaast gelden er diverse beperkingen die ervoor zorgen dat de vliegveiligheid anderszins niet in gevaar wordt gebracht, zoals beperkingen ten aanzien van bestemmingen die apparatuur voor radiocommunicatie, navigatie en plaatsbepaling verstoren of die vogels aantrekken. Deze beperkingen volgen uit voorschriften van de ICAO richtlijnen (Chicago 1944 annex 14).

Het plangebied is gelegen binnen de invloedssfeer van het vliegveld Hilversum. Binnen het plangebied mag in het meest zuidwestelijke gebied niet hoger dan 45 meter worden gebouwd. Hoe verder verwijderd van het vliegveld hoe hoger de maximale bouwhoogte is, met een maximum van 100 meter ter hoogte van de Oude Haven. Omdat in voorliggend bestemmingsplan geen dusdanige bouwhoogte mogelijk wordt gemaakt, zijn in dit bestemmingsplan geen nadere regels opgenomen.