direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

3.1 Ruimtelijke structuur

3.1.1 Historie

In de negende eeuw ontstaat Hilversum op de permanente plek rond de Kerkbrink. Van oorsprong is Hilversum net als de andere Gooise dorpen een agrarisch brinkdorp, omringd door kleinschalig akkerland (engen) en woeste gronden (heide en stuifzand). Een aaneenschakeling van brinken (openbare driehoekige, zandige terreinen), verbonden door wegen die uitmondden in de driften (veepaden) naar de omliggende akker- en weilanden en naar de omliggende dorpen. De Kerkbrink vormde het centrum van handel, religie en bestuur. De sporen van het oude boeren brinkdorp en het dorp dat zich richtte op huisnijverheid en ambacht zijn hier en daar nog aanwezig. De gekromde wegen en brinken vormen de onderlegger, de structuur, van de huidige binnenstad.

3.1.2 Stedenbouwkundige structuur

De binnenstad heeft een grote diversiteit in stijl, maat, schaal en structuur. Naast grootschalige bebouwing, grotere en kleinere complexen is de bebouwing overwegend pandsgewijs gebouwd met een verticale geleding. De basis van de structuur van de binnenstad is een radiaalsgericht stratenpatroon met een afwisselende bebouwing. Het stratenpatroon is gebaseerd op de gekromde oude schaapsdriften die van Kerkbrink en Groest van en naar de heidevelden liepen. Voorbeelden hiervan zijn de 's-Gravelandseweg, de Herenstraat - Veerstraat, Kerkstraat en de Havenstraat.

In de jaren '70 hebben er grootschalige doorbraken in de historische structuur plaatsgevonden, zoals de Schapenkamp en de Prins Bernhardstraat. Hierna zijn verspreid door de binnenstad op verscheidene plaatsen grootschalige complexen en gebouwen gerealiseerd, zoals de Hilvertshof met oprit, de parkeergarage en het kantorencomplex aan het Noordse Bosje, het voormalige GAK-kantoor, een wooncomplex met winkels aan de Kerkbrink, bankgebouwen aan de 's-Gravelandseweg en de Oude Torenstraat, Silverpoint en later de Stations(kantoor)gebouwen en de woontorens Entrada.

De huidige binnenstad wordt gekenmerkt door fragmenten uit verschillende ontwikkelingsstadia en kent daardoor een grote diversiteit aan bebouwing en schaal. De binnenstad is derhalve geen harmonieus en samenhangend geheel met bebouwing in één stijl en vormt eigenlijk het beeld van 'de stad in de stad'.

De kracht van de binnestad is dat er bij ontwikkelingen geen nivellering of eenvormigheid qua bebouwing heeft plaatsgevonden over de hele binnenstad, maar dat juist per deelgebied in de binnenstad de verschillende karakteristieken en (deel)gebieden zoveel mogelijk in tact zijn gebleven, waaruit de ontwikkeling in de loop van de tijd nog is af te lezen. Hierdoor zijn er in verschillende delen van de binnenstad verrassende plekken met samenhangende bebouwing en inrichting van de openbare ruimten aanwezig, zoals oude dorpsbebouwing (Laanstraat e.o., Biersteeg e.o.), dertiger jaren buurtjes, compact villagebied, winkelstraten, maar ook stedelijke bebouwing met grote openbare ruimten. De binnenstad heeft daarom nog steeds het beeld van zowel 'dorp als stad'.

De huidige hoofdstructuur van de binnenstad wordt gevormd door het kernwinkelgebied: de Kerkstraat en de Groest met zijn sterke bomenstructuur en terrasfuncties. Aan de uiteinden bevinden zich vier belangrijke openbare ruimten met ieder zijn eigen functie en karakteristiek: de Kerkbrink, het Marktplein (Langgewenst), het Stationsplein en het Gooilandplein.

De twee assen, de Groest en de Kerkstraat, zijn de dragers van de binnenstad. De vier pleinen hebben ieder een eigen karakteristiek, functie en sfeer. Daar omheen bevindt zich een overgangsgebied met smalle straten en zowel oude kleinschalige dorpsachtige bebouwing en enkele grootschalige complexen (o.a. Hilvertshof, Gooische Brink).

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01_0002.png"

Figuur 2: Stedebouwkundige karakteristieken

Onderstaand worden de stedenbouwkundige karakteristieken van de in figuur 2 aangeduide gebieden nader beschreven.

Het 'Stadshart' (gebied 1)

De bebouwing in dit gebied is over het algemeen pandsgewijs gebouwd, vooral in de Kerkstraat. De straatwanden zijn veelal gesloten met slechts hier en daar een kleine opening. De typologie is over het algemeen die van winkel-woonpanden, die in bouwhoogten variëren van twee tot drie bouwlagen, met verschillende kapvormen. Dit deelgebied vormt ondanks enkele dissonanten een harmonieus en samenhangend geheel, met panden in verschillende bouwstijlen. De hoekpanden en de panden ter plaatse van brinken zijn veelal verbijzonderd (in architectuur, schaal of hoogte). De begane grond van de winkelpanden vormt in veel gevallen geen eenheid meer met het pand, zodat in de winkelstraten eerder sprake is van een horizontaal doorlopende winkelplint met daarboven de afzonderlijke panden.

De bebouwing aan de Groest kent een grote diversiteit aan typologie en schaal. Contrasten tussen de verschillende bebouwing is hier eerder regel dan uitzondering. De Groest als krachtige en heldere openbare ruimte, de flaneerzone met terrassen en de groene sfeer, die gevormd wordt door de rijen met kastanjebomen, zorgt voor de ruimtelijke samenhang. De bebouwing, met verschillende kwaliteiten, is hieraan ondergeschikt.

Bijzondere gebouwen in het Stadshart zijn het Oude Raadhuis en de Grote Kerk en de nieuwe bebouwing van de Gooische Brink. Aan de Kerkbrink staat de kenmerkende Gooise combinatie van een brink met het oude raadhuis (museum) en de kerk.

Aan het 'C&A' plein bevindt zicht het bijzondere gebouw van C&A van architect Dudok. In de Kerkstraat bevindt zich op de kruising bij de Zeedijk het architectonisch bijzondere 'Douglas' hoekpand. Aan de Groest staan bijzondere gebouwen, zoals de voormalige Rex bioscoop, het voormalige kantoor van dagblad De Gooi en Eemlander en een woonwinkelcomplex op de hoek met de Prins Bernhardstraat van architect Koen van Velsen.

Het 'Dorp' (gebied 2)

In de twee deelgebieden 'Het Dorp' is de oude dorpsbebouwing terug te vinden. Het zijn twee kleine gebieden, rond de Biersteeg en bij de Laanstraat-Kruissteeg-Langestraat, die als eilanden in de binnenstad liggen. In de omgeving van de Laanstraat bevindt zich nieuwbouw in de vorm van herbouwde dorpspanden, met kleine voortuintjes. Dit 'Historisch Buurtje' is auto luw en er zijn geen parkeerplaatsen op eigen terrein.

De bebouwing bestaat uit afwisselend vrijstaande en aaneen gebouwde woonhuizen en voormalige boerderijen. De panden zijn individueel en afwisselend. Ze zijn met de voorgevel gericht naar de straat, waarbij de rooilijnen verspringen ten opzichte van elkaar. Ze hebben een traditionele en dorpsachtige opbouw. De panden hebben een individuele karakteristiek die in het algemeen bestaat uit een opbouw van één tot twee lagen met kap. De nokrichting is afwisselend.

Het 'Veranderende Dorp' (gebied 3)

Met name in deze deelgebieden is het veranderingsproces van de binnenstad uit de aanwezige diversiteit aan bebouwing afleesbaar. Zo bevinden zich in dit gebied nog fragmenten van de oude dorpsbebouwing (Veerstraat zuidzijde, Langestraat), kleine complexen uit het begin van de 20e eeuw (Bussumerstraat, Veerstraat-noord, Spoorstraat), 30-er jaren complexen (brink Veerstraat - Herenstraat), grootschalige nieuwbouw (Veerstraat - Fabrikeursstraat, Brinkweg Zuid) en recente nieuwbouwcomplexen met een beperkte schaalvergroting in de Bussumerstraat, Kampstraat - Spoorstraat en Naarderstraat - Diepeweg. In deze gebieden is hier en daar sprake van enige functiemenging. De dichtheid varieert. De panden zijn vrijstaand of vormen korte rijtjes of complexen. Ze zijn met de voorgevel gericht op de belangrijkste openbare ruimte.

De stedenbouwkundige structuur van deze gebieden wordt in belangrijke mate bepaald door de licht gekromde, relatief smalle straten. De bebouwing heeft afwisselend een plat dak of een kap. De nokrichting is afwisselend haaks op of evenwijdig aan de weg. De voorgevellijn verspringt op tal van plekken en is bij rijen in samenhang. De bebouwing is over het algemeen individueel en afwisselend. Bij rijen en complexen is herhaling van de woning als basiseenheid het uitgangspunt, soms in combinatie met accenten in de opbouw als verbijzonderde hoeken. De bebouwing is een afwisseling van pandsgewijze verticaal gelede bebouwing en complexen van bebouwing die meer horizontaal zijn geleed.

Winkels, voorzieningen en bedrijven hebben meestal een afwijkende begane grondlaag.

De 'Stad' (gebied 4)

De zone Stad is het deel van de binnenstad dat wordt gekenmerkt door een hoge dynamiek met veel grootschalige ingrepen vanuit de jaren 70 en 80 uit de vorige eeuw (Schapenkamp, voormalig UWV pand, Silverpoint, wooncomplexen Anthonius Brouwerstraat en omgeving).

De zone 'Stad' ligt aan de (oost)rand van het centrum en vormt met de stationsgebouwen, het busstation, de stationstunnel en het stationsplein de toegangspoort vanaf het station naar de binnenstad. De structuur van dit gebied wordt hoofdzakelijk bepaald door de langgerekte grootschalige ruimtes van de Schapenkamp, het busstation en de taxistandplaats met kiss & ride plek. Tussen deze gebouwen en het Schapenkamp bevindt zich grootschalige bebouwing in de vorm van vijf woongebouwen en het voormalig UWV pand. Op de hoek Schapenkamp - Stationsstraat is een Stationstoren mogelijk (hoogste gebouw in de binnenstad op de kerktorens na) ter accentuering van het totale stationsgebied (deze mogelijkheid zat al in bestemmingsplan 'Binnenstad' uit 2002). Vanaf de Schapenkamp blijven de langgerekte stationsgebouwen zichtbaar tussen de losse objecten door. Het beeld is dat van 'spelers' (de losse verticaal vormgegeven gebouwen) voor een 'decor' (de meer horizontaal gelede gebouwen langs het spoor).

Naar het zuiden toe wordt de Schapenkamp visueel langzaam smaller door de aanwezigheid van het nieuwe St. Aloysius College en de monumentale Vituskerk met toren en schip aan de zuidzijde.

Het beeld langs het Schapenkamp is divers: vrijstaande grootschalige gebouwen aan de oostzijde van het Schapenkamp en gesloten bebouwing in wisselende vormen, materialen en hoogtes aan de westzijde. In deze zone bevinden zich ook grootschalige gebouwen die cultuurhistorisch waardevol zijn zoals de Vituskerk en het Gooilandcomplex. Deze gebouwen bepalen het silhouet van de binnenstad en vormen accenten door hun ligging in de stedelijk structuur en de afwijking in massa, opbouw, vorm en architectuur.

De toren van de Vituskerk met een hoogte van bijna 100 meter is een landmark voor de stad en de wijde omgeving. Het Grand Hotel Gooiland is op het Gooilandplein georiënteerd en bestaat uit een samengesteld volume.

Het oostelijke deel van de Langestraat heeft een stedelijke karakteristiek met aaneengesloten straatwanden en bouwhoogten van vier à vijf bouwlagen met hoogteaccenten tot 25 meter op de hoeken.

Aanloopgebieden (gebied 5)

In het bestemmingsplangebied bevindt zich aan de rand van de binnenstad een aantal overgangsgebieden. Dit zijn de winkel-aanloopgebieden in de Koninginneweg, de Emmastraat en de Vaartweg - Havenstraat.

Ten aanzien van de drie winkel-aanloopgebieden wordt gestreefd naar het handhaven van de bestaande bebouwingskarakteristieken. In de Koninginneweg en in de Emmastraat-zuidzijde betekent dit het handhaven van de complexgewijze bebouwing en in de Emmastraat noordzijde het handhaven van de vrijstaande bebouwing met ruime voortuinen. In de Vaartweg - Havenstraat is het beleid gericht op het handhaven van de bestaande pandsgewijze bebouwing.

In het gebied Koninginneweg-noord, Naarderstraat-noord, Honingstraat, Schoolstraat wordt ernaar gestreefd om de karakteristiek van de bestaande afwisseling van vrijstaande gebouwen, vrijstaande en geschakelde woningen te handhaven. De O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Kerk aan de Koninginneweg wordt als monument en beeldbepalend pand met zijn omringende tuin gehandhaafd. Deze neogotische kerk heeft een compacte hoofdvorm met zeskantige toren. Uitbreiding van bebouwing is hier niet gewenst.

Uitloper noordelijk villagebied (gebied 6)

Ten aanzien van het aan de noordzijde van de binnenstad gelegen uitloper van het noordelijk villagebied langs het Melkpad en de Minister Hartsenlaan wordt gestreefd naar het in stand houden van de karakteristiek van het villagebied met bebouwing die bestaat uit vrijstaande villabebouwing in het groen. Teneinde het groene en open karakter van het gebied te waarborgen zijn aan parkeren op het voorterrein regels gesteld.

3.1.3 Groenstructuur

Het spaarzame groen in het plangebied van 'Binnenstad 2013' bevindt zich op strategische plekken zoals brinken en pleinen en langs de hoofdwegen. In de laatste decennia is er een sterke tendens om openbare ruimte in de winkelgebieden en stationsomgeving in te richten als verblijfsruimte en voor langzaam verkeer.

3.1.4 Waterstructuur

Het plangebied kent, door het ontbreken van enige waterlopen, geen waterstructuur. In deze toeliching worden wel de wateraspecten in het projectgebied beschreven, bestaande uit grondwater, oppervlaktewater, afvalwater en hemelwater.

3.1.5 Verkeersstructuur

De verkeersstructuur in en rond de binnenstad kan onderverdeeld worden in drie elementen: de centrumring, een verblijfsgebied en de radialen.
De ontwikkeling van de centrumring komt voort uit het verkeersplan 'Wegen' uit 1996. De centrumring wordt gevormd door de 's-Gravelandseweg, Oude Torenstraat, Brinkweg, Langestraat, Schapenkamp, Stationsstraat en het Melkpad. Binnen deze ring van straten ontstaat een gebied, waar betrekkelijk weinig auto`s zullen komen. Alleen bewoners, eigenaren en bevoorraders hebben normaal gesproken de mogelijkheid het verblijfsgebied van de binnenstad met een auto te bereiken. Zij zullen zich moeten legitimeren via de controleposten van het afsluitbare systeem. Vrij passeren is slechts mogelijk tijdens het los- en laadvenster, dat op de werkdagen tijdens de ochtenduren wordt ingesteld.

De afsluiting van de binnenstad is er in eerste instantie op gericht het stadshart van autoverkeer te vrijwaren. Het verkeersregime, dat in dit deel van de binnenstad heerst, wordt aangemerkt als 'erf' met de daarbij behorende juridische maatregelen. De voetganger is hier dominant. Buiten het stadshart, maar binnen de centrumring bestaat de mogelijkheid het verblijfsgebied als 30 km-zone aan te merken. Als uitzondering hierop geldt in elk geval de Prins Bernhardstraat. Deze weg dient parkeergarage Hilvertshof bereikbaar te houden. En verder maakt ze deel uit van de hoofdroute voor het openbaar vervoer.

Buiten de centrumring, maar binnen het plangebied, komen enkele straten voor, die niet als verblijfsgebied kunnen worden aangemerkt. Het zijn straten, die in het 'Plan Wegen' zijn aangemerkt als radialen. Met name gaat het om het Langgewenst, de Naarderstraat, de Koninginneweg, de Vaartweg, de Havenstraat, de Emmastraat en het Achterom.

Resteert het stationsgebied. De openbare ruimte binnen dit gebied wordt vooral benut door bussen en fietsers en voetgangers, die gebruik maken van bus en/of trein. Autoverkeer in dit gebied komt relatief sporadisch voor en is voornamelijk gericht op lossen en laden van goederen en personen. Onder het gebied bevinden zich parkeergarages, die vanaf de Schapenkamp bereikbaar zijn.