direct naar inhoud van Artikel 30 Wonen - 1 - Spoorstraat Kampstraat
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

Artikel 30 Wonen - 1 - Spoorstraat Kampstraat

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1 - Spoorstraat Kampstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in aaneengebouwde woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;

en tevens voor:

  • b. ambachten alleen op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ambachten';
  • c. een parkeersouterrain, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeersouterrain';
  • d. sociaal culturele doeleinden ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal culturele doeleinden';

met de daarbij behorende voorzieningen.

30.2 Bouwregels

Op de in artikel 30.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

30.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen:
  • a. deze uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak 100% bedraagt, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven;
  • c. de goothoogte niet meer bedraagt dan met een aanduiding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan met een aanduiding is aangegeven;

30.2.2 ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. voor zover binnen het bouwvlak gebouwd het bepaalde in 30.2.1 geldt;
  • c. voor zover gebouwd buiten het bouwvlak:
    • 1. het totaal bebouwd oppervlak van het achtererfgebied niet meer dan 50% bedraagt met een maximum van 10 m2 per bijbehorend bouwwerk;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,00 meter bedraagt;

30.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2,50 meter bedraagt.

30.3 Specifieke gebruiksregels
30.3.1 functies
  • a. het brutovloeroppervlak ten behoeve van de in artikel 30.1 sub b genoemde ambachten maximaal 250 m2 per vestiging bedraagt;
  • b. het brutovloeroppervlak ten behoeve van de in artikel 30.1 lid d genoemde sociaal culturele doeleinden bedraagt maximaal 400 m2;

30.3.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw met een maximum van 50 m²;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
  • c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
  • e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
  • g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.

30.4 Afwijken van de gebruiksregels
30.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.3.2 sub a en f, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.

30.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.3.2 sub b, voor het toestaan van niet meer dan een extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.