direct naar inhoud van 3.6 Groen, water en natuur
Plan: Bestemmingsplan Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.06bp00noord-oh01

3.6 Groen, water en natuur

3.6.1 Groenstructuur

De wijk wordt gekarakteriseerd door arbeiders- en middenstandswoningen uit de jaren 1945-1960 veelal voorzien van kleine tuinen. Voorts neemt de Noorder begraafplaats een prominente plaats in. Specifieke aandacht verdient de overgang van stedelijk gebied naar natuurgebied langs de Erfgooiersstraat (afscheiding met inheemse boomsoorten van 1ste en 2de grootte) en voorts de gewenste afscherming van de spoorlijn en de wijk. Ook Noord bevat enkele boomgroepen welke vanuit milieukundig opzicht belangrijk zijn. Voor wat betreft de hoofdstructuur wordt de begraafplaats in de "Visie op Laan en straatbomen" op stadsniveau gewaardeerd en de Snelliuslaan/Laan 1940-1945 en de Jacob van Campenlaan beschouwd als een structureel belangrijk tracé op wijkniveau. De hiervoor genoemde lanen zijn tevens zichtassen. De Johannes Geradtsweg (uitvalsweg) heeft zware verkeersbegeleidende laanbeplanting.

3.6.2 Waterstructuur

Langs de Berlagelaan is een rioolwatervijver gelegen (berging van hemelwater, geen infiltratie). Het ligt in de bedoeling (Waternet) om deze vijver aan te wenden voor infiltratie van gezuiverd afvalwater annex hemelwater. Het grootste gedeelte van de wijk heeft een gescheiden rioleringsstelsel. Slechts het gebied ten oosten van de Floris Vosstraat tot aan de Stalpaertstraat kent een gemengd stelsel.

3.6.3 Natuur

Bij de herziening van het bestemmingsplan dient vooraf of minstens gelijktijdig een onderzoek te worden gedaan naar de huidige flora en fauna (Flora & Faunawet). Op basis daarvan kunnen gewogen beslissingen worden genomen ten aanzien van de wijk.

Door Bureau Schenkeveld is een natuurtoets, d.d. 1 juni 2007, verricht (zie Bijlage 1 Natuurtoets). Het plangebied is nagenoeg direct gelegen aan de beschermde natuurgebieden van de Bussumer en Westerheide. De Noorderbegraafplaats beschikt vermoedelijk over ecologische waarden. Ondanks deze beschermde natuurgebieden in de omgeving, is de natuurwaarden in het plangebied niet groot. De verlaten tuinen rond de portiekflats hebben nog de grootste biodiversiteit. De Noorderbegraafplaats wordt intensief beheerd en is daarom vooral van belang voor boombewonende (broed) vogels, waaronder de rode-lijstsoort Grauwe vliegenvanger.

De wijk kent ook enige typische stadbewoners Gewone Dwergvleermuis, Huismus, Gierzwaluw. Deze (streng) beschermde soorten komen in lage dichtheid ook op herstructureringslocaties voor. De nabij gelegen Westerhei bestaat op de overgang maar de wijk uit bos. Deze bosstrook wordt enigszins nadelig beïnvloed vanwege verstoring, betreding, vervuiling en hondenpoep. De heide zelf is redelijk intact. Deze heeft een diverse entemofauna en herbergt ondanks de nabijgelegen stad ook enkele kwestbare heidesoorten als Dopheide, Roodborsttapuit, Veldleeuwerik, Heideblauwtje en Heidezandbij.

Effecten

De belangrijkste ecologische gevolgen van ontwikkelingen in de wijk Noord hangen samen met het opruimen van bomen en struiken, het slopen van gebouwen, het bouwrijp maken, de nieuwbouw, de inrichting van de buitenruimte, de onderschepping van het hemelwater, het (woon) gebruik en de uitstoot van geluid, licht, warmte, fijn stof e.d.

Vaatplanten

Door de ontwikkelingen gaan er groeiplaatsen van Prachtklokje, een beschermde (categorie 2 ) plantensoort verloren. De soort is echter adventief. Het project heeft geen gevolgen voor de duurzame instandhouding van deze ´niet-natuurlijk`populatie.

Vleermuizen

Er gaat door het initiatief 1 vaste verblijfplaats van Gewone dwergvleermuis verloren en wel op de locatie de Kupstraat. Ook worden (tijdelijke) vaste vliegroutes en foerageerplaatsen verstoord. Om dit effect te verzachten moeten de gebouwen gefaseerd en buiten de kraamperiode gesloopt worden.

Overige zoogdieren

De andere in het onderzoeksgebied aanwezige zoogdiersoorten zijn algemeen beschermd. Hiervoor hoeft sedert maart 2005 bij ruimtelijke ingrepen geen ontheffing aangevraagd te worden.

Broedvogels

Er worden mogelijkerwijs vaste nestplekken van Gierzwaluw en Huismus vernietigd. Dit speelt alleen op de locaties Lieven de Key, Ten Boomstraat, Leemkuilen en Jacob van Campenlaan. De sloopwerkzaamheden moeten daarom buiten het broedseizoen plaatsvinden. Verder moet het verdwijnen van nestplekken gemitigeerd worden door het ophangen van nestkasten.

Ten aanzien van dit bestemmingsplan

Omdat de uitstoot van verontreinigde stoffen en het aantal (recreatieve) bewegingen niet toeneemt heeft de reconstructie van de wijk geen effect op de natuurwaarden van de Westerheide. Er hoeft dus geen vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet te worden aangevraagd. De Flora en Faunawet vormt alleen voor wat betreft vleermuizen een mogelijke belemmering voor de realisatie. Het is belangrijk dat bij de uitvoering en verdere planvorming de volgende zaken worden gedaan:

  • de sloopwerkzaamheden worden buiten het broedseizoen en de kraamperiode van vleermuizen uitgevoerd, deze periode loopt van 15 maart tot 15 juli.
  • de sloopwerkzaamheden, in ieder geval die op locatie de Kupstraat, worden gefaseerd uitgevoerd. Eerst wordt het dak verwijderd. Pas na enige tijd (3 dagen) wordt de rest weggehaald;
  • er wordt in of aan de nieuwe bebouwing nest- en kraamruimte gereserveerd. Doelsoorten zijn Huismus, Gierzwaluw en Gewone dwergvleermuis.

Bij de uitvoering en verder planvorming moeten bovenstaande zaken in acht genomen worden. Het opnemen van bepalingen in het bestemmingsplan lijkt hiervoor niet het geëigende instrument. De beperkingen moeten als randvoorwaarden in de bouwvergunning worden opgenomen.