26.1 Strijdig gebruik
26.1.1 Strijdig gebruik m.b.t. onbebouwde gronden
Tot een gebruik, strijdig met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor:
-
a. opslagplaats voor bagger en grondspecie;
-
b. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grond- en brandstoffen;
-
c. uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
-
d. uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
-
e. gebruik als motorcrossterrein of paardenbak;
-
f. het opslaan en verkopen van vuurwerk.
26.1.2 Strijdig gebruik m.b.t. gronden, water en bouwwerken
Onder strijdig gebruik, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval ook gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden, water en bouwwerken voor de exploitatie van een seksinrichting.
26.1.3 Toegestaan gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval niet verstaan:
-
a. het tijdelijk opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
-
b. ondergeschikte detailhandel;
-
c. uitstalling ten behoeve van de detailhandel, zoals bedoeld onder b.;
-
d. ondergeschikte horeca.