direct naar inhoud van Artikel 45 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01

Artikel 45 Algemene aanduidingsregels

45.1 Vrijwaringszone - dijk
45.1.1 Aanduidingsomschrijving

In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-dijk' de volgende regel:

  • a. de gronden zijn primair bestemd voor het beheer en het onderhoud van de dijk, met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen, schouwpaden en beschoeiing.
45.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingen mag op de gronden zoals bedoeld in lid 45.1.1 niet worden gebouwd.

45.1.3 Afwijking

Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 45.1.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), mits het belang van de dijk van overwegend belang in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt de beheerder van de dijk gehoord.

45.1.4 Omgevingsvergunnign voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in lid 45.1.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden;
  • het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • het uitvoeren van heiwerken of het anderszins in de bodem drijven van voorwerpen.
  • b. Uitzonderingen

Het in lid 45.1.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • werken en werkzaamheden, waarmee op grond van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding worden van het plan;
  • werken en werkzaamheden, waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, indien daarvoor geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist was.
  • c. Toepassingsvoorwaarde

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 45.1.4 onder a zijn slechts toelaatbaar:

  • indien het uitvoeren van de werken en/of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de dijk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen;
  • nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de dijk.
45.2 Geluidszone – luchtvaartverkeer - 1

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone – luchtvaartverkeer 1', betreffende de gronden binnen de 57 bkl-lijn vanwege luchtverkeer, mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:

  • a. geluidsgevoelige bebouwing die zal dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig zijn, respectievelijk op dat tijdstip al een hogere geluidsbelasting ondervinden, mits de vervanging niet leidt tot:
    • 1. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;
    • 2. een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden;
    • 3. een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.
45.3 Geluidszone – luchtvaartverkeer - 2

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone – luchtvaartverkeer 2', betreffende de gronden binnen de 47 bkl-lijn vanwege luchtverkeer, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:

  • a. objecten die een open plek in de bestaande bebouwing opvullen;
  • b. objecten die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid;
  • c. objecten die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, mits de vervanging niet leidt tot:
    • 1. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;
    • 2. een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden;
    • 3. een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.
45.4 Militair medegebruik

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'militair medegebruik' is militair medegebruik toegestaan.

45.5 Hoge archeologische waarde
45.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden met de aanduiding 'Hoge archeologische waarde' zijn mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische waarden of de naar verwachting aan te treffen archeologische waarden.

45.5.2 Bouwregels

Op de in artikel 45.5.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd. Dat verbod geldt niet als de omvang van die bouwwerken kleiner is dan 50 m² en deze ook niet dieper in de grond reiken dan 35 cm.

45.5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.5.2 voor de bouw en/of uitvoering van overige bouwwerken die op de in artikel 45.5.1 bedoelde gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • b. Bij de onder a. bedoelde belangenafweging wordt advies gevraagd aan een deskundige inzake archeologie.
  • c. Voor zover de bouw en/of uitvoering van de overige bouwwerken die op de gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming kunnen leiden tot onevenredige schade aan archeologische waarden (hetgeen is gebleken uit het onder b. bedoelde advies) zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.5.2 voor de bouw en/of uitvoering van die bouwwerken mits aan de ontheffing de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige inzake archeologie.
45.5.4 Omgevingsvergunning

Vergunningplichtige werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

  • a. Het is verboden op de in artikel 45.5.1 bedoelde gronden grondbewerkingen uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, die dieper reiken dan 35 cm en een planomvang hebben van meer dan 50 m² zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

Uitzondering

  • b. Het bepaalde in artikel 45.5.4 onder a. is niet van toepassing:
    • 1. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
    • 2. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden.

Voorwaarden omgevingsvergunning

  • c. Voor zover de in artikel 45.5.4 onder a. genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek, waaronder opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Rapportage-/onderzoeksplicht

  • d. In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

Beoordelingscriteria

  • e. Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 45.5.4 onder a. uitsluitend na schriftelijk advies van een deskundige inzake archeologie.
  • f. Grondbewerkingen, zoals bedoeld in artikel 45.5.4 onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat deze niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
45.5.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, waarbij de aanduiding 'Hoge archeologische waarde' wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met hoge archeologische waarde, hetzij handhaving van de aanduiding niet langer noodzakelijk wordt geacht.
  • b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde in 45.5 onder a. na schriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
45.6 Beschermde archeologische rijksmonumenten

De gronden met de aanduiding 'Beschermde archeologische rijksmonumenten' zijn mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische rijksmonumenten welke beschermd zijn ingevolge de Monumentenwet 1988.

45.7 Terrein van archeologische betekenis - corversbos
45.7.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden met de aanduiding 'Terrein van archeologische betekenis - corversbos' zijn mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische waarden of de naar verwachting aan te treffen archeologische waarden.

45.7.2 Bouwregels

Op de in artikel 45.7.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

45.7.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.7.2 voor de bouw en/of uitvoering van overige bouwwerken die op de in artikel 45.7.1 bedoelde gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • b. Bij de onder a. bedoelde belangenafweging wordt advies gevraagd aan een deskundige inzake archeologie.
  • c. Voor zover de bouw en/of uitvoering van de overige bouwwerken die op de gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming kunnen leiden tot onevenredige schade aan archeologische waarden (hetgeen is gebleken uit het onder b. bedoelde advies) zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.7.2 voor de bouw en/of uitvoering van die bouwwerken mits aan de ontheffing de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige inzake archeologie.
45.7.4 Omgevingsvergunning

Vergunningplichtige werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

  • a. Het is verboden op de in artikel 45.7.1 bedoelde gronden grondbewerkingen uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, die dieper reiken dan 0 cm en een planomvang hebben van meer dan 0 m² zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

Uitzondering

  • b. Het bepaalde in artikel 45.7.4 onder a. is niet van toepassing:
    • 1. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
    • 2. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden.

Voorwaarden omgevingsvergunning

  • c. Voor zover de in artikel 45.7.4 onder a. genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek, waaronder opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Rapportage-/onderzoeksplicht

  • d. In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

Beoordelingscriteria

  • e. Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 45.7.4 onder a. uitsluitend na schriftelijk advies van een deskundige inzake archeologie.
  • f. Grondbewerkingen, zoals bedoeld in artikel 45.7.4 onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat deze niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
45.7.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, waarbij de aanduiding 'Terrein van archeologische betekenis - corversbos' wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische betekenis, hetzij handhaving van de aanduiding niet langer noodzakelijk wordt geacht.
  • b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde in 45.7 onder a. na schriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
45.8 Terrein van archeologische betekenis - hengstenberg en bosberg
45.8.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden met de aanduiding 'Terrein van archeologische betekenis - hengstenberg en bosberg' zijn mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische waarden of de naar verwachting aan te treffen archeologische waarden.

45.8.2 Bouwregels

Op de in artikel 45.8.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd. Dat verbod geldt niet als de omvang van die bouwwerken kleiner is dan 50 m² en deze ook niet dieper in de grond reiken dan 40 cm.

45.8.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.8.2 voor de bouw en/of uitvoering van overige bouwwerken die op de in artikel 45.8.1 bedoelde gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • b. Bij de onder a. bedoelde belangenafweging wordt advies gevraagd aan een deskundige inzake archeologie.
  • c. Voor zover de bouw en/of uitvoering van de overige bouwwerken die op de gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming kunnen leiden tot onevenredige schade aan archeologische waarden (hetgeen is gebleken uit het onder b. bedoelde advies) zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.8.2 voor de bouw en/of uitvoering van die bouwwerken mits aan de ontheffing de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige inzake archeologie.
45.8.4 Omgevingsvergunning

Vergunningplichtige werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

  • a. Het is verboden op de in artikel 45.8.1 bedoelde gronden grondbewerkingen uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, die dieper reiken dan 40 cm en een planomvang hebben van meer dan 50 m² zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

Uitzondering

  • b. Het bepaalde in artikel 45.8.4 onder a. is niet van toepassing:
    • 1. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
    • 2. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden.

Voorwaarden omgevingsvergunning

  • c. Voor zover de in artikel 45.8.4 onder a. genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek, waaronder opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Rapportage-/onderzoeksplicht

  • d. In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

Beoordelingscriteria

  • e. Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 45.8.4 onder a. uitsluitend na schriftelijk advies van een deskundige inzake archeologie.
  • f. Grondbewerkingen, zoals bedoeld in artikel 45.8.4 onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat deze niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
45.8.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, waarbij de aanduiding 'Terrein van archeologische betekenis - hengstenberg en bosberg' wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische betekenis, hetzij handhaving van de aanduiding niet langer noodzakelijk wordt geacht.
  • b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde in 45.8 onder a. na schriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
45.9 Archeologische betekenis - grafheuvels, urnenheuvels en banscheiding
45.9.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden met de aanduiding 'Archeologische betekenis - grafheuvels, urnenheuvels en banscheiding' zijn mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische waarden of de naar verwachting aan te treffen archeologische waarden.

45.9.2 Bouwregels

Op de in artikel 45.9.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

45.9.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.9.2 voor de bouw en/of uitvoering van overige bouwwerken die op de in artikel 45.9.1 bedoelde gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming indien en voor zover het belang van de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • b. Bij de onder a. bedoelde belangenafweging wordt advies gevraagd aan een deskundige inzake archeologie.
  • c. Voor zover de bouw en/of uitvoering van de overige bouwwerken die op de gronden mogen worden gebouwd overeenkomstig de (bepalingen van de) andere aangewezen bestemming kunnen leiden tot onevenredige schade aan archeologische waarden (hetgeen is gebleken uit het onder b. bedoelde advies) zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 45.9.2 voor de bouw en/of uitvoering van die bouwwerken mits aan de ontheffing de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige inzake archeologie.
45.9.4 Omgevingsvergunning

Vergunningplichtige werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

  • a. Het is verboden op de in artikel 45.9.1 bedoelde gronden grondbewerkingen uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, die dieper reiken dan 0 cm en een planomvang hebben van meer dan 0 m² zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

Uitzondering

  • b. Het bepaalde in artikel 45.9.4 onder a. is niet van toepassing:
    • 1. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
    • 2. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden.

Voorwaarden omgevingsvergunning

  • c. Voor zover de in artikel 45.9.4 onder a. genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek, waaronder opgravingen, of
    • 3. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Rapportage-/onderzoeksplicht

  • d. In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

Beoordelingscriteria

  • e. Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 45.9.4 onder a. uitsluitend na schriftelijk advies van een deskundige inzake archeologie.
  • f. Grondbewerkingen, zoals bedoeld in artikel 45.9.4 onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat deze niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
45.9.5 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, waarbij de aanduiding 'Archeologische betekenis - grafheuvels, urnenheuvels en banscheiding' wordt geschrapt, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische betekenis, hetzij handhaving van de aanduiding niet langer noodzakelijk wordt geacht.
  • b. Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan het bepaalde in 45.9 onder a. na schriftelijk advies van de deskundige inzake archeologie.
45.10 Veiligheidszone - bedrijven

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bedrijven', zijn ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen kwetsbare objecten toegestaan.

45.11 Milieuzone - plasbrandaandachtsgebied

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - plasbrandaandachtsgebied', zijn ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.