Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01 |
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,50 m en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw waarop zij worden geplaatst.
Voor de maten (goothoogte, bouwhoogte, vierkante meter, kubieke meter) van bestaande gebouwen (waaronder begrepen herbouw of verbouw van deze gebouwen dan wel uitbreiding van het bestaande gebouw binnen het betreffende bouwvlak) zoals deze bestonden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerp, voor zover deze ruimer zijn dan in deze regels is bepaald, geldt de bestaande maat als vervangende maat. Deze vervangende maat geldt niet als de bestaande gebouwen illegaal zijn gebouwd, dan wel niet in overeenstemming waren met het vorige bestemmingsplan. Deze regel geldt ook voor bestaande afstanden die op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerp meer of minder waren voorgeschreven.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' en 'karakteristiek' zijn bestemd voor de bescherming en het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken indien dit noodzakelijke is om onevenredige aantasting te voorkomen van de karakteristieke waarden van bouwwerken, objecten en/of percelen die aangeduid zijn als 'cultuurhistorische waarden' of 'karakteristiek'.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.4.2 sub a voor het uitbreiden respectievelijk verminderen van de goot- of bouwhoogte of de bebouwde oppervlakte, met inachtneming van de volgende voorwaarden: