direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Buitengebied 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01

Artikel 16 Sport

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden, ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
  • b. goflbaan, ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
  • c. parkeren, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • d. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. manege en paardenbak, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  • f. restaurant, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • g. onderwijs en kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • h. een tribune, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune';
  • i. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • j. bescherming en behoud van de aanwezige landschappelijke waarden;

met de daarbij behorende voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

16.2.1 ten aanzien van gebouwen
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan daar waar aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)';
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 8,00 meter bedraagt tenzij met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' anders is aangegeven;
  • c. het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' of 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' anders is aangegeven.
16.2.2 ten aanzien van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
  • a. bedrijfswoningen uitsluitend binnen het bouwvlak en de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwwerken zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. bedrijfswoningen welke op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan geïntegreerd zijn in de bedrijfbebouwing, niet vervangen mogen worden door een vrijstaande bedrijfswoning;
  • d. het aantal bedrijfswoningen niet meer dan 1 per aanduidingsvlak bedraagt;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen niet meer dan 6,00 meter bedraagt;
  • f. de bouwhoogte van bedrijfswoningen niet meer dan 10,00 meter bedraagt;
  • g. het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven;
  • h. de inhoud van een bedrijfswoning niet meer dan 600 m3 bedraagt;
  • i. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer dan 3,00 meter bedraagt;
  • j. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer dan 5,00 meter bedraagt;
  • k. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer dan 50 m² bedraagt;
16.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd mogen worden;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 8,00 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2,00 meter en de oppervlakte niet meer dan 20 m2 bedraagt;
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 ten aanzien van een verhoging van het maximum bebouwingspercentage met 10% indien:

  • a. de uitbreiding noodzakelijk is voor een doelmatige uitoefening van het ter plaatse gevestigde manegebedrijf;
  • b. de uitbreiding, gelet op de aard, ligging en omvang ten opzicht van de in de nabijheid aanwezige functies en landschapswaarden, een zodanig beperkte (milieu) hinder te veroorzaakt, dat daardoor de belangen van deze functies en landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad;
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden op de in lid 16.1 bedoelde gronden, de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

  • a. het vergraven van gronden;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
  • d. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;
  • e. het veranderen, verleggen en/of aanleggen, van wegen en paden, het verharden daarvan en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • f. het aanleggen van waterlopen, en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • h. het diepploegen, zijnde het extra diep -ca 0,4 meter of meer- omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
  • i. andere werken die een wijzing van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zolas uitdiepen, draineren en slaan van putten.
16.4.2 Voorwaarden vergunning

De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 16.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet leiden tot een onevenredige afbreuk aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden geschaad, of kunnen worden verkleind dan wel dat de uitvoering van de werkzaamheden niet noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering.

16.4.3 Uitzonderingen op verbod

Het in lid 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en/of beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.