De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een bosgebied;
b. landschapsbouw;
c. natuurontwikkeling;
d. intensieve en extensieve recreatie;
e. toeganspaden en langzaamverkeersroutes;
f. water.
9.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
1. er mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van het onderhoud van het bos, met een maximale gezamelijke oppervlakte van 150 m2 en een maximale bouwhoogte van 4 m, waarbij de afstand tot de bestemmingen Tuin en Wonen ten minste 20 m bedraagt;
2. er mag maximaal één gebouw worden gebouwd ten behoeve van natuureducatie, met een maximale oppervlakte van 100 m2 en een maximale bouwhoogte van 4 meter, waarbij de afstand tot de bestemmingen Tuin en Wonen ten minste kleiner is dan 70 m bedraagt;
3. er mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en gemalen. Hiervoor geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte ten hoogste 6 m bedraagt en van perceel- en erfafscheidingen ten hoogste 2 m.