4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. dienstverlening;
en ter plaatse van de aanduiding:
-
c. 'bedrijf' tevens voor een bedrijf;
-
d. 'specifieke vorm van bedrijf - textielreinigingsbedrijf' voor een textielreinigingsbedrijf;
-
e. 'bedrijf tot en met categorie 3': voor bedrijven die genoemd zijn in categorie 1 tot en met 3 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
-
f. 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
-
g. 'wonen' is een extra woning toegestaan;
-
h. 'horeca'' tevens voor horecabedrijven die genoemd zijn in categorie 1 van artikel 1.29
-
i. 'specifieke vorm van gemengd - horeca' voor een restaurant, hotel, congres- en zalencentrum zoals bedoeld in artikel 1.29;
-
j. 'kantoor' tevens voor een kantoor;
-
k. 'maatschappelijk' tevens voor maatschappelijke doeleinden;
-
l. 'onderdoorgang' tevens voor onderdoorgangen;
met daaraan ondergeschikt:
-
m. verkeer en verblijf;
-
n. groenvoorzieningen; water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
o. openbare nutsvoorzieningen;
-
p. parkeervoorzieningen;
Onder het wonen is het aan-huis-verbonden beroep uitsluitend begrepen voor zover:
- de uitoefening plaatsvindt in het hoofdgebouw of aan- en uitbouwen;
- de vloeroppervlakte ten hoogste 20% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen betreft, met een maximum van 50 m2;
- dit niet leidt tot een verhoging van de parkeerdruk of tot extra autoverkeer in een mate waarin het woonklimaat onevenredig wordt aangetast.
Detailhandel kan uitsluitend deel uitmaken van een aan-huis-verbonden beroep voor zover dit een geïntegreerd en ondergeschikt deel is van de beroepsuitoefening.
In de bestemming zijn seksinrichtingen, risicovolle inrichtingen en inrichtingen bedoeld in artikel 40 in combinatie met artikel 1 van de Wet geluidhinder niet begrepen.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, kapvorm en gevelindeling van karakteristieke panden,
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan:
-
a. de plaats van hoofdgebouwen indien niet in de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd;
-
b. de diepte van hoofdgebouwen;
-
c. de goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, kapvorm en gevelindeling van een pand in de zin dat bij (gedeeltelijke) verbouwing en/of verandering aangesloten dient te worden bij de bouwvorm van het bestaande pand;
-
d. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, kapvorm en gevelindeling van karakteristieke panden,
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
met een omgevingsvergunning afwijken van :
-
a. het bepaalde in lid 4.2 onder a. punt 1. voor het bouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de ontheffing voor aaneengebouwde woningen uitsluitend kan worden verleend voor zover dit voor een gehele straatzijde of cluster gebeurt, tot een bouwblokdiepte van ten hoogste 11 m; voor vrijstaande woningen kan de ontheffing uitsluitend worden verleend voor de vergroting van de bouwblokdiepte tot ten hoogste 11 m;
-
b. het bepaalde in lid 4.2 onder a. punt 3. en 4. voor het bouwen binnen 3 m van de zijdelingse perceelsgrens;
-
c. het bepaalde in lid 4.2 onder a. punt 5. en 6. voor een goothoogte van ten hoogste 6 m en een bouwhoogte van ten hoogste 10 m;
-
d. het bepaalde in lid 4.2 onder a. punt 7. en 8. voor een kleinere dakhelling dan 30° of groter dan 60o of een platte afdekking, uitsluitend voor zover de stedenbouwkundige en architectonische samenhang daarom vraagt;
-
e. het bepaalde in lid 4.2 onder b. punt 2. en 3. en toestaan dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd op een afstand van minder dan 2,5 m achter de voorgevelrooilijn;
-
f. het bepaalde in lid 4.2 onder b. punt 6 en 7 en toestaan dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een kap mogen worden afgedekt uitsluitend voor zover deze aan- en uitbouwen op zijerven tussen de voor- en achtergevelrooilijn zijn gesitueerd. De goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste respectievelijk 3,25 m en 5,5 m.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, kapvorm en gevelindeling van karakteristieke panden;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid,
met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. het bepaalde in lid 4.1 en toestaan dat in combinatie met de woonfunctie de gronden worden gebruikt ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd onder milieucategorie 1 in de bij deze regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten, tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de gezamenlijk oppervlakte van hoofdgebouw en aan- en uitbouwen, met een maximum van 100 m2;
-
b. het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van een verruiming van de maximale oppervlakte die mag worden benut voor een aan-huis-verbonden beroep, tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de gezamenlijk oppervlakte van hoofdgebouw en aan- en uitbouwen, met een maximum van 100 m2.