3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven die genoemd zijn in de categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel de bestaande bedrijven;
en ter plaatse van de aanduiding:
-
b. 'bedrijf tot en met categorie 3': voor bedrijven die genoemd zijn in categorie 1 tot en met 3 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
-
c. 'bedrijfswoning' voor een bedrijfswoning;
-
d. 'garage' voor bergingen en garageboxen
-
e. 'nutsvoorziening' voor een nutsvoorziening;
-
f. 'waterzuiveringsinstallatie' voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie;
-
g. 'detailhandel perifeer' voor perifere detailhandelsvestigingen;
-
h. 'specifieke vorm van bedrijf - wonen 1' mede voor wonen, dienstverlening en kantoren;
-
i. 'specifieke vorm van bedrijf - wonen 2' mede voor wonen, dienstverlening en kantoren;
-
j. 'kantoor' voor kantoor;
met daaraan ondergeschikt:
-
k. verkeer en verblijf;
-
l. groenvoorzieningen; water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
m. openbare nutsvoorzieningen;
-
n. parkeervoorzieningen.
Onder de bedrijfsactiviteiten zijn productiegebonden detailhandel en kantoren uitsluitend begrepen, voor zover dit ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie.
Onder het wonen is het aan-huis-verbonden beroep uitsluitend begrepen voor zover:
- de uitoefening plaatsvindt binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - wonen 2'
- de vloeroppervlakte ten hoogste 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw;
- dit niet leidt tot een verhoging van de parkeerdruk of tot extra autoverkeer in een mate waarin het woonklimaat onevenredig wordt aangetast;
- de uitstraling van het hoofdgebouw als woning behouden blijft.
In de bestemming zijn seksinrichtingen, risicovolle inrichtingen en inrichtingen bedoeld in artikel 40 in combinatie met artikel 1 van de Wet geluidhinder niet begrepen.
3.4 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.