Plannaam: | Buitengebied 2014 |
---|---|
Plannummer: | NL.IMRO.0398.BP11BUITENGEBIED00-VA03 |
Plantype: | bestemmingsplan |
Status: | vastgesteld |
het bestemmingsplan Buitengebied 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0398.BP11BUITENGEBIED00- van de gemeente Heerhugowaard;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke effect of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
auto's, boten, caravans en daarmee direct samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij het bewerken, verwerken en/of bewaren van die gewassen en/of dieren op het eigen bedrijf is toegestaan, daaronder medebegrepen het bewerken, verwerken en/of bewaren van gewassen en/of dieren van derden als aanvulling op het eigen productieniveau, waarbij het eigen productieniveau niet mag worden overschreden en waarbij naar vorm onderscheid wordt gemaakt in:
een agrarisch bedrijf, waarvan de exploitatie geheel of nagenoeg geheel wordt ontleend aan de groeikracht van de grond als agrarisch productiemiddel (grondgebonden agrarisch bedrijf), dan wel een agrarisch bedrijf, waarvan de exploitatie niet of nauwelijks wordt ontleend aan de groeikracht van de grond als agrarisch productiemiddel (niet grondgebonden agrarisch bedrijf) en naar omvang in:
een agrarisch bedrijf met volledige werkgelegenheid voor ten minste één arbeidskracht met een aanvaardbaar inkomen, waarbij de continuïteit van het bedrijf voor langere termijn is gewaarborgd;
een agrarisch bedrijf met werkgelegenheid voor ten minste een halve arbeidskracht, waarbij de continuïteit van het bedrijf voor langere termijn is gewaarborgd en dat als doelstelling heeft door te groeien naar een volwaardig agrarisch bedrijf;
een agrarisch bedrijf met werkgelegenheid voor minder dan een halve arbeidskracht, maar wel met marktoriëntatie, waarbij de continuïteit van het bedrijf voor langere termijn is gewaarborgd;
een bedrijf met een omvang van ten minste 1,5 hectare land, het erf daarbij inbegrepen, in eigendom, pacht of een combinatie daarvan en dat een agrarische productie ontplooit van minimaal 5 standaardbedrijfseenheden of een gelijke productieomvang uitgedrukt in soortgelijke eenheden;
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op de levering van goederen, het verrichten van werkzaamheden voor opslag, verwerking en of het vervoer van goederen en / of de levering van diensten, uitsluitend of overwegend ten behoeve van agrarische bedrijven.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van een ontbijt, dat gevestigd is in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende woonhuis.
een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling of een webwinkel, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein die slechts bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden, waarvan de aanwezigheid van personen, behorende tot dat huishouden, op het ter plaatse gevestigde bedrijf noodzakelijk moet worden geacht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
een niet overdekte piste voorzien van een bewerkte / aangepaste bodem anders dan gras en een omheining voor het trainen, africhten of stallen van paarden, zoals een paardenbak, een longeercirkel, een paddock e.d;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied;
voorziening ten behoeve van dienstverlening aan dagrecreanten;
iedere bovenbeëindiging van een bouwwerk;
een bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zulks met uitzondering van horeca activiteiten;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
constructie voor het afscheiden van een erf of een gedeelte daarvan bij een hoofdgebouw, waarbij er sprake moet zijn van een functionele relatie tussen de erfafscheiding en de hoofdgebouw;
een vermaakfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
evenement als bedoeld in de begripsbepalingen van de 'Algemene Plaatselijke Verordening' van de gemeente Heerhugowaard, zoals die luidt op de dag van de ter visie legging van dit bestemmingsplan.
die vormen van openluchtrecreatie waarbij rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door het overwegend in kassen telen van gewassen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel personen ter aanwending in een ander bedrijf;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen niet of nauwelijks storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het verstrekken van maaltijden (bijvoorbeeld een restaurant).
horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in geringe mate storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het verstrekken van lunches of snacks (bijvoorbeeld een cafetaria, lunchroom, tearoom, broodjeszaak of ijssalon)
horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in min of meer ernstige mate storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het (vrijwel) uitsluitend verstrekken van dranken (bijvoorbeeld een café, bar, café-restaurant en zaalverhuur)
horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in ernstige mate storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het dansen en het verstrekken van dranken (discotheek).
horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in geringe mate storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het verstrekken van nachtverblijf in combinatie met het al dan niet verstrekken van maaltijden ( bijvoorbeeld een hotel, pension of jeugdherberg).
de bewoning van een woning door een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voeren en waarbij sprake is van zelfstandige bewoning;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door het, overwegend binnen bedrijfsgebouwen, telen van gewassen en/of houden, mesten of fokken van dieren;
een terreingedeelte bestemd voor het plaatsen van één kampeermiddel;
het geheel van kampeerplaatsen met bijbehorende voorzieningen;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend voor het kweken van vruchten, bloemen of planten;
de in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
Uiting van één der beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
dieren, die als ze volwassen zijn, een schofthoogte van 50 cm of meer hebben;
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak en wordt bepaald door herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende- en niet levende natuur en het menselijk grondgebruik;
een door de gemeente aangewezen ligplaats die door een woonschip wordt ingenomen;
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en die de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
oever zonder of met een gedeeltelijke verwijderde beschoeiing en een flauw niet afgewerkt talud;
Nederlandse Grootte Eenheid, Standaard Bedrijfseenheid en Standaard Opbrengsten: maten waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven;
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent;
een als zodanig ingerichte openbare locatie voor het ontmoeten van personen, al dan niet met voorzieningen, gebouwen en / of bouwwerken geen gebouw zijnde;
constructie voor het afscheiden van een perceel of een gedeelte daarvan zonder dat er sprake is van een relatie tot bebouwing.
detailhandel in volumineuze goederen die wegens aard en omvang en de specifieke vestigingseisen, met name op het gebied van bereikbaarheid en parkeren, niet thuishoort in het kernwinkelgebied of bestaande winkelcentra, zoals detailhandel in grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, tuininrichtingsartikelen, woninginrichting en meubelen.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie waarbij elders hoofdverblijf wordt gehouden.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de voorgevellijn van een woning of woningrij, welke de voorgevellijn van de dwars daarop geplaatste woning of woningrij kruist;
Een door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte op of aan de weg voor het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken van goederen, waren of diensten.
een gebouw, dat dient voor de uitstalling van goederen ten behoeve van detail- en/of groothandel;
een gebouw van eenvoudige constructie en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten;
een voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; (let op: dit is dus de nettovloeroppervlakte)
de naar de openbare weg gerichte gevel van een gebouw / het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
alle naar de naastgelegen wegen toegekeerde bouwgrenzen van het hoofdgebouw en het denkbeeldige verlengde daarvan;
het door het hoogheemraadschap vastgestelde streefpeil voor het desbetreffende peilvak zoals dat geldt op de dag van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Uitoefening van detailhandel waarbij goederen uitsluitend worden verkocht door middel van een schriftelijke en/of elektronische opdracht en die niet ter plaatse ter hand worden gesteld.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c. q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, valbeveiligingen voor dakterrassen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend hoofdgebouw, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties:
met daarbij behorende
De omgevingsvergunning wordt tevens, wegens strijd met het bestemmingsplan, geweigerd, indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen document van de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden geplaatst / aangelegd, behoudens:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
en
De omgevingsvergunning voor de afwijking genoemd onder e wordt niet verleend als het bouwwerk komt te liggen binnen een straal van 100 meter van de bestemming "Natuur" en /of de dubbelbestemmingen "Waterstaat - Waterkering", "Waarde - Cultuurhistorie" en/of de "Waarde Ecologie"
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en de plattelandswoning met bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
en is alleen toegestaan van 1 maart tot en met 31 oktober.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor "Agrarisch - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties
met daarbij behorende
De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen overeenkomst met de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van het volwaardig glastuinbouwbedrijf en kassen binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen de op de verbeelding aangegeven bestemming "Agrarisch - 1" gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding "agrarisch bedrijf" gelden de regels van artikel 3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
en
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties:
met daarbij behorende:
De omgevingsvergunning wordt tevens geweigerd indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen overeenkomst met de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het op de verbeelding bouwvlak gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden geplaatst / aangelegd, behoudens:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
en
De omgevingsvergunning voor de afwijking genoemd onder d en e wordt niet verleend als het bouwwerk komt te liggen binnen een straal van 100 meter van de bestemming "Natuur", en/of de dubbelbestemmingen "Waterstaat - Waterkering", Waarde - Cultuurhistorie of "Waarde Ecologie"
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
en is alleen toegestaan van 1 maart tot en met 31 oktober.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het is verboden op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
a het aanleggen van nieuwe waterlopen;
Het verbod als bedoeld in lid 5.7.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de waarde cultuur historie, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" dat als Bijlage 3 bij dit bestemmingsplan is gevoegd.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 5.7.1) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van cultuur omtrent de vraag of door de voorgenomen werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de waarde cultuur, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor "Bedrijf – 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Bedrijf – 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
a de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3,50 meter;
b de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 6.00 meter.
De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt;
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voorzover er sprake is van ondergeschikte activiteiten geldt dat:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
9.3.3 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Ten aanzien van de ruimtelijke indeling van de gronden met de bestemming Groen geldt dat niet meer dan 15 % van de gronden mag worden verhard.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden ten behoeve van verblijfsrecreatie.
De voor "Horeca - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak.
Voor het gebruik van bedrijfsgebouwen geldt dat:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
De voor "Recreatie - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
Voor het gebruik van bedrijfsgebouwen geldt dat:
Voor het gebruik van bedrijfsgebouwen geldt dat:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Recreatie - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
Voor het gebruik van hoofdgebouwen geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak voor de functie horeca 1,2 en 3 niet meer mag bedragen dan 150 m2;
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Recreatie - 3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor het gebruik van hoofdgebouwen niet zijnde de bedrijfswoning geldt dat:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor "Verkeer - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het railverkeer gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Naast een gebruik van het woonschip en de molen en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het (her)bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het gebruik en (her)bouwen van gebouwen ten behoeve van het hobby agrarisch bedrijf gelden de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Naast een gebruik van de woning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Leiding" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van:
en
Voor het bouwen van gebouwen ingevolge de bestemming "Leiding" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten.
Het is verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 22.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 22.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 22.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en of bouwwerken geen gebouw
zijnde met betrekking tot de samenvallende bestemming(en) (lid 22.2.3
) of een omgevingsvergunning
voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 22.3.1
) te beslissen, winnen het college van
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de
voorgenomen bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de belangen in verband
met de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming
van eventuele schade.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van gebouwen en of bouwwerken geen gebouw zijnde (22.2.3) en/of het uitvoeren van werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (22.3.1) overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leiding exploitant. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
De voor "Leiding - Hoogspanningsverbinding" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een zone ten behoeve van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van hoogspanningsverbindingen gelden de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 41.1, van in dit artikel voor het bouwen van gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijn de overeenkomstig de bestemming, indien de belangen van de hoogspanningsverbinding daar niet door worden geschaad.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de verbinding over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de verbinding niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 22.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 23.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze niet strijdig zijn met de belangen van de verbinding.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en of bouwwerken geen gebouw zijnde met betrekking tot de samenvallende bestemming(en) (lid 23.2.2) of een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 23.3.1) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de verbinding omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de belangen in verband met de verbinding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Waarde – Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1 , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 24.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 24.2.1 omgevingsvergunning, voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met het bepaalde in regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien uit advies is gebleken dat het oprichten van het gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk of een bouwwerk geen gebouw zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van de archeologisch waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 24.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 24.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, voor:
Voor zover de in lid 24.3.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 24.3.1 is niet vereist voor:
en
De voor 'Waarde – Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1 , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 25.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 25.2.1 omgevingsvergunning, voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met het bepaalde in regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien uit advies is gebleken dat het oprichten van het gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk of een bouwwerk geen gebouw zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van de archeologisch waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 25.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 25.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, voor:
Voor zover de in lid 25.3.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.3.1 is niet vereist voor:
en
De voor 'Waarde – Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 26.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.1 omgevingsvergunning, voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met het bepaalde in regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien uit advies is gebleken dat het oprichten van het gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk of een bouwwerk geen gebouw zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van de archeologisch waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 26.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 26.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, voor:
Voor zover de in lid 26.3.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 26.3.1 is niet vereist voor:
De voor 'Waarde – Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 27.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 27.2.1 omgevingsvergunning, voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met het bepaalde in regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien uit advies is gebleken dat het oprichten van het gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk of een bouwwerk geen gebouw zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van de archeologisch waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 27.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 27.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, voor:
Voor zover de in lid 27.3.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.3.1 is niet vereist voor:
en
De voor 'Waarde – Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1 , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzicht van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 28.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 28.2.1 omgevingsvergunning, voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met het bepaalde in regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien is gebleken dat het oprichten van het gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover het oprichten van het bouwwerk of een bouwwerk geen gebouw zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van de archeologisch waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 28.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 28.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, voor:
Voor zover de in lid 28.3.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.3.1 is niet vereist voor:
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1 , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken, bouwwerken geen gebouw zijnde en verkavelings- en landschapselementen;
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden op of in de in lid 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 29.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 29.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 29.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de waarde cultuur historie, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" dat als Bijlage 3 bij dit bestemmingsplan is gevoegd.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 29.3.1) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van cultuur omtrent de vraag of door de voorgenomen werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de waarde cultuur, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor "Waarde Ecologie" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1 , naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de op en/of in deze gronden voorkomende ecologische waarden.
De als "Waarde - Weidevogelleefgebied" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en het behoud van het weidevogelleefgebied.
Op en onder de in lid 31.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van het weidevogelleefgebied en de andere daar voorkomende bestemmingen.
Het College van burgemeester en wethouders is op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van het weidevogelleefgebied
Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt een dusdanig gebruik van de in lid 1 van dit artikel genoemde gronden dat leidt tot een significante verstoring van aanwezige weidevogels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het College van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het aanleggen als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van het leefgebied van weidevogels. De omgevingsvergunning voor het aanleggen kan slechts worden verleend indien een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de betreffende werkzaamheden voor het leefgebied van de weidevogels heeft plaatsgevonden. Aan de omgevingsvergunning voor het aanleggen kunnen in het belang van het leefgebied van weidevogels de volgende voorschriften worden verbonden:
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, mede bestemd voor primaire en secundaire waterkering.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 32.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.1 van in dit artikel voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde overeenkomstig de bestemming, indien de belangen van de waterkering daar niet onevenredig door worden geschaad.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in lid 32.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 32.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 32.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 32.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen uitvoering werken geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de belangen van de waterkering niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone" met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met gasontvangstations en een opslagtank voor propaan op het perceel Westerweg 44c.
Het is verboden op of in de in lid bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de veiligheidszone.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in van een deskundige over de vraag of door de voorgenomen activiteiten het veiligheidsbelang niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - hoogspanningsverbinding " zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een hoogspanningsverbinding, waarvan het magnetisch veld (magnetische fluxdichtheid) op de aanduidingsgrens geen grotere sterkte mag hebben dan 0,4 micro Tesla.
De gronden ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een verkooppunt voor lpg.
Het verbod als bedoeld in lid is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
Het is verboden op of in de in lid bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de veiligheidszone.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in van een deskundige over de vraag of door de voorgenomen activiteiten het veiligheidsbelang niet wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden het reservoir voor lpg, het vulpunt voor lpg en afleveringszuilen voor lpg, zoals die op de verbeelding zijn vastgelegd door het middelpunt van de veiligheidszones - lpg:, te verplaatsen.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop" met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen.
In afwijking van het bepaalde bij de in de gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop" voorkomende bestemmingen gelden binnen deze zone de volgende regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken:
1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
2. toepassing van de in dit lid onder a en b bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - straalpad" met in achtneming van het bepaalde in artikel 41.1, geldt dat die gronden, naast de andere aangewezen bestemming(en), tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van het straalpad.
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - straalpad' geldt dat indien op grond van de onderliggende bestemming(en) een grotere bouwhoogte is toegestaan, de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, op die gronden niet meer mag bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven, tenzij uit overleg met de straalpad- beheerder blijkt dat tegen een grotere hoogte dan op de verbeelding staat aangegeven, uit hoofde van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van de bouwregels en toestaan dat:
en afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen afwijken van het bepaalde in de artikelen 3 lid 3.2.3 onder a, 4 lid 4.2.3 onder a, 5 lid 5.2.3 onder a, 7 lid 7.2.2 onder a, 12 lid 12.2.2 onder c, 14 lid 14.2.2 onder a, 17 lid 17.2.2 onder a, en 21 lid 21.2.2 onder c voor het bouwen van tijdelijke woonruimte voor mantelzorg onder de voorwaarde dat;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen afwijken van het bepaalde in de artikelen 3 lid 3.2.5 en 5 lid 5.2.5 voor het bouwen van trekkershutten onder de volgende voorwaarden;
Burgemeester en wethouders kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de (dubbel)bestemming(en):
en
Burgemeester en wethouders winnen ten aanzien van de punten onder c 1 en 2 van dit artikel advies in van een onafhankelijk deskundige en verbinden aan de wijziging regels met betrekking tot de situering, het bouwen en het gebruik;
en
De wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast indien dat tot gevolg heeft daardoor meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen document van de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor zover de in het bestemmingsplan aangegeven bestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
a. in de eerste plaats de regels in artikel 32 "Waterstaat - Waterkering":
b. in de tweede plaats de regels in artikel 22 "Leiding";
c. in de derde plaats de regels in artikel 36 "Veiligheidszone - lpg";
d. in de vierde plaats de regels in artikel 34 "Veiligheidszone- bevi";
e. in de vijfde plaats de regels in artikel 23 "Hoogspanningsverbinding"
f. in de zesde plaats de regels in artikel 31 "Waarde - Weidevogelleefgebied";
g. in de zevende plaats de regels in artikel 30 " Waarde - Ecologie"
h. in de achtste plaats de regels in artikel 24 t/m 28 "Waarde - Archeologie 1", "Waarde - Archeologie 2", "Waarde - Archeologie 3", "Waarde - Archeologie 4" en "Waarde - Archeologie 5";
i. in de negende plaats de regels in artikel 29 "Waarde - Cultuurhistorie";
j. in de tiende plaats de regels in artikel 38 "Vrijwaringszone - straalpad";
l. in de elfde plaats de regels in artikel 37 "Vrijwaringszone - molenbiotoop";
m. in de twaalfde plaats de regels in artikel 35 "Veiligheidszone - hoogspanningsverbinding"
n. in de dertiende plaats de regels in de medebestemming.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar gebouwd zijn zonder vergunning en strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, als bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Buitengebied 2014” van de gemeente Heerhugowaard.