Plan: | De Slottuin |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0397.BPSlottuin-0201 |
Toetsingskader
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risicovolle inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en met de richtwaarde rekening worden gehouden (bij bestaande en nieuwe situaties). Op basis van het Bevi geldt een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Circulaire RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.
Buisleidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Bevi met betrekking tot PR en GR. Voor overige planologisch relevante leidingen (zoals regionale waterleidingen) gelden belemmeringenzones waar rekening mee moet worden gehouden.
Onderzoek
Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. In en in de omgeving van de kern Heemstede ligt een aantal hogedruk aardgastransportleidingen. Omdat het plangebied buiten de invloedsgebieden van deze leidingen ligt, vormt het vervoer van gevaarlijke stoffen door deze leidingen geen belemmering voor de realisatie van dit bestemmingsplan.
Uit de provinciale risicokaart en de Circulaire RVGS blijkt dat over de N201 (de Cruquiusweg) gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De PR 10-6-risicocontour ligt niet buiten de wegas. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor de beoogde woningbouw. Het invloedsgebied van het GR bedraagt 200 m. Het plangebied ligt op ongeveer 10 m van de weg en dus binnen het invloedsgebied. In de huidige situatie ligt in het plangebied een school. Ter plaatse zijn volgens de provinciale risicokaart tussen de 250 en 500 personen aanwezig. Het bestemmingsplan maakt binnen het invloedsgebied van het GR 100 woningen mogelijk. Op basis van de Handreiking verantwoordingsplicht Groepsrisico van het Ministerie van I&M mag voor woningen worden uitgegaan van een gemiddelde personendichtheid van 2,4 personen per woning. Na de realisatie van het bestemmingsplan zullen daarom gemiddeld 240 personen binnen het invloedsgebied van het GR aanwezig zijn. Als gevolg van dit bestemmingsplan neemt de personendichtheid binnen het invloedsgebied dus niet toe. Ook het GR zal daarom niet toenemen. Uit de provinciale risicokaart blijkt dat in de huidige situatie het GR tussen de 0,1 en 0,3 maal de oriëntatiewaarde ligt. Omdat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden en het GR niet toeneemt, kan een uitgebreide verantwoording van het GR achterwege blijven. Hierbij dient nog wel vermeld te worden dat het plangebied via de Ingenieur Lelylaan goed van de risicobron (de N201) af te ontvluchten is. Ook is het plangebied via deze weg goed bereikbaar voor hulpdiensten. Bij de verdere uitwerking van het plan kan nog rekening worden gehouden met het realiseren van voldoende bluswater en goede vluchtwegen.
In de omgeving van het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen over het water of over het spoor vervoerd.
Conclusie
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan. Zowel wat betreft vervoer van gevaarlijke stoffen als risicovolle inrichtingen spelen er geen knelpunten omtrent externe veiligheid.