direct naar inhoud van 7.4 Ecologie
Plan: De Slottuin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0397.BPSlottuin-0201

7.4 Ecologie

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in bijlage 6 en van het naar aanleiding van dit bureauonderzoek uitgevoerde veldonderzoek in bijlage 7.

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied wordt de bestaande school gesloopt en worden 95 woningen gerealiseerd. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • sloopwerkzaamheden;
  • verwijderen beplanting en bomen;
  • vergraven watergangen;
  • bouwrijp maken;
  • bouwwerkzaamheden.

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Deze natuurgebieden liggen op relatief grote afstand van het plangebied en worden niet beïnvloed door de ingreep. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan, gezien bovenstaande, de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.

Het bestemmingsplan voorziet in de sloop van de bestaande school en de bouw van circa 100 woningen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. In het plangebied komen op basis van het bureauonderzoek naar verwachting de volgende beschermde soorten voor:

vrijstellingsregeling Ffw   tabel 1     mol, egel, veldmuis, bosmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis, konijn, wezel en hermelijn

bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker  
ontheffingsregeling Ffw   tabel 2     kleine modderkruiper  
  tabel 3   bijlage 1 AMvB   geen  
    bijlage IV HR   alle vleermuizen  
  vogels   cat. 1 t/m 4   gierzwaluw en huismus  
    cat. 5   grote bonte specht, koolmees, pimpelmees, spreeuw, ekster en zwarte kraai  

Naar aanleiding van het bureauonderzoek is nader veldonderzoek uitgevoerd naar beschermde vissen, vleermuizen en broedvogels met vaste nesten.

  • Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
  • Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl).
  • In het plangebied zijn geen vaste verblijfplaatsen van vogels aangetroffen.
  • Het plangebied is foerageergebied voor vleermuizen, tijdens het veldonderzoek zijn geen vaste verblijfplaatsen aangetroffen. Het plangebied behoudt tijdens en na de nieuwbouw haar functie als foerageergebied aangezien delen van het bestaande groen behouden blijven. Bij de nieuwbouw dient wel groen te worden toegevoegd. Bij de nieuwbouw dient daarnaast vleermuisvriendelijke verlichting te worden toegepast. Indien de vereiste maatregelen worden genomen, vindt geen overtreding van de Ffw plaats en zal de Ffw de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staan.
  • Uit het veldonderzoek blijkt dat de kleine modderkruiper (tabel 2-soort) voorkomt. Aantasting van de kleine modderkruiper tijdens de werkzaamheden aan de watergangen dient voorkomen te worden door de soort voorafgaand aan de werkzaamheden te verplaatsen. Deze werkzaamheden kunnen zonder ontheffing uitgevoerd worden, indien de aannemer beschikt over een goedgekeurde gedragscode. Als dit niet het geval is, moet een ontheffing aangevraagd worden. De nieuwe waterstructuur is eveneens geschikt als leefgebied voor deze soort, zodat verwacht mag worden dat de ontheffing zal worden verleend. Indien de vereiste maatregelen worden genomen zal overtreding van de Ffw niet plaatsvinden. De Ffw zal in dat geval de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staan.