direct naar inhoud van 6.2 Archeologie
Plan: Woongebied II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPwoongebiedII2010-VA01

6.2 Archeologie

In de Monumentenwet 1988 is opgenomen dat de gemeenteraad bij vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond rekening moet houden met de in de grond aanwezig dan wel te verwachten monumenten. In het bestemmingsplan dient dus de archeologische waarden te worden beschreven.

Door de gemeente Heemskerk is de concept beleidsnota Archeologie Heemskerk opgesteld. De nota en bijbehorende kaart geven aan waar archeologische verwachtingswaarde en in welke omstandigheden onderzoek nodig is. In het plangebied dient bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de ondergrond wordt geroerd, te worden aangetoond dat de eventueel aanwezige archeologische waarden niet worden aangetast. Afhankelijk van de verwachtingswaarde in een gebied dient bij ontwikkelingen inventariserend veldonderzoek te worden verricht.

De verwachtingswaarden binnen het plangebied bestaan uit:

  • Archeologisch waardevol gebied van de tweede categorie - plan groter dan 60 m2 en dieper dan 40 cm (lichtblauw/groen);
  • Archeologisch waardevol gebied van de derde categorie - plan groter dan 500 m2 en dieper dan 40 cm (donkerblauw/groen);
  • Archeologisch waardevol gebied van de vierde categorie - plan groter dan 2500 m2 en dieper dan 40 (grijs).

Deze gebieden hebben een bescherming gekregen middels de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 2, 3 en 4 (art. 22, 23 en 24).

afbeelding "i_NL.IMRO.0396.BPwoongebiedII2010-VA01_0023.jpg"

Figuur 6.1: Beleidskaart archeologie, gemeente Heemskerk

Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard en maakt een ontwikkeling ter plaatse van de Maartens van Heemskerkstraat mogelijk. Archeologisch onderzoek is in dit stadium niet nodig. Ter bescherming van de aanwezige waarden zijn dubbelbestemmingen opgenomen (zowel voor het consoliderende deel als het te ontwikkelen deel). Bij eventuele verdere planvorming (aanvragen omgevingsvergunning), ten aanzien van de beschreven actiegebieden, dient nader bepaald te worden door de provinciale archeoloog of een archeologisch adviesbureau of archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht.