direct naar inhoud van 6.3 Water
Plan: Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPhoutwegen2012-VA01

6.3 Water

Algemeen

Mede ten gevolge van de waterproblemen die in een aantal winters aan het eind van de 20e eeuw in Nederland optraden ten gevolge van hevige regenval, is het besef gegroeid dat water een belangrijke plaats verdient in toekomstige ruimtelijke plannen. Om het hoofd te kunnen bieden aan zeespiegelstijging, toenemende neerslag en rivierwaterafvoer en verdergaande bodemdaling, nu en in de toekomst, is het van essentieel belang dat het waterbeheer een belangrijke plaats inneemt in de ruimtelijke ordening. Sleutelbegrippen hierbij zijn: meer ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten.

Regelgeving

Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt 'Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw' (WB21)', is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt.

Het Watertoetsproces is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (2003). Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 is de wettelijk verplichte werkingsfeer van het Watertoetsproces beperkt tot bestemmingsplannen, inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Bij landelijke, provinciale en gemeentelijke structuurvisies is het Watertoetsproces geen voorgeschreven onderdeel meer, maar in de praktijk zal daarbij ook de inbreng van de waterbeheerder gevraagd worden.

Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. In de Waterwet zijn alle vergunningen betreffende 'water' opgenomen. Met de Waterwet zijn rijk, waterschappen, gemeenten en provincies beter uitgerust om wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Afhankelijk van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het watersysteem.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit. In de Keur van het Waterschap staan de, voor werkzaamheden in de buurt van onder andere watergangen en keringen, geldende gedoogplichten, geboden en verboden.

Gemeentelijk beleid

In het Regionaal Waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest staan maatregelen die wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest opgesteld. De gemeenten en het hoogheemraadschap hebben samengewerkt aan een waterplan waarin het hele watersysteem onderzocht is. Voor de komende tien jaar staan maatregelen in het plan die het systeem moeten verbeteren zodat wateroverlast beperkt wordt, de waterkwaliteit wordt verbeterd, schoon duinwater beter wordt benut en het aanwezige water een natuurlijke inrichting krijgt. Een klankbordgroep met vertegenwoordigers van belangengroepen, agrariërs en natuurorganisaties hebben een rol gespeeld bij het tot stand komen van het plan.

De Watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied Woongebied II ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf.

Huidige situatie

Algemeen

Het gebied Houtwegen ligt aan de westkant van Heemskerk en bestaat voornamelijk uit bebouwing.

Bodem en grondwater

Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei op fijn zand. Binnen het plangebied komen verschillende grondwatertrappen voor. Er is lokaal sprake van grondwatertrap IV. In de onderstaande tabel zijn de bijbehorende grondwaterstanden weergegeven. De maaiveldhoogte varieert van globaal NAP +1,9 m ter hoogte van watergangen tot NAP +2,4 m in hoger gelegen delen van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0396.BPhoutwegen2012-VA01_0013.jpg"

Waterkwantiteit

Het plangebied is gelegen binnen vier peilgebieden van de (polder) Uitgeester- en Heemskerkerbroek. Het bedrijventerrein Houtwegen ligt binnen peilgebieden 04310-25 en 04310-26 waarin een (zelfde) waterpeil wordt gevoerd van hoger dan NAP +0,90 m. De woonwijk Westertuinen ligt binnen peilgebied 04310-27 waarin een waterpeil wordt gevoerd van hoger dan NAP +1,00 m. De aanduiding "hoger dan" wordt gehanteerd in (enigszins) hellende gebieden waar overtollig regen- en kwelwater vrij afstromen naar de Schermerboezem of de benedenstrooms gelegen vlakke polder. In dergelijke gebieden zijn de waterpeilen nooit exact vast te leggen. Het bedrijventerrein Waterwegen tenslotte ligt binnen peilgebied 04310-21 waarin een vast peil wordt gevoerd van NAP +0,90 m

Het gebied wordt doorsneden door een drietal beken die globaal van west naar oost stromen. Deze beken zorgen een groot deel van het jaar voor aanvoer van water vanuit het duingebied. In droge zomers kan deze aanvoer echter verminderen en kan het water in het hele plangebied tot onder het streefpeil uitzakken. Als alternatief is er dan een aanvoermogelijkheid vanuit de polder.

De Bollanderbeek en de Kerkbeek zijn door het hoogheemraadschap beide aangewezen als hoofdwaterloop. Verder is het watersysteem in het plangebied voldoende ruim gedimensioneerd om eventuele pieken in de afvoer te kunnen verwerken.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Binnen het plangebied komen geen KRW-waterlichamen voor. In het regionaal Waterplan zijn maatregelen opgenomen om de waterkwaliteit te verbeteren, onder andere door het beter benutten van het aanwezige schone duinwater.

Veiligheid en waterkeringen

Binnen het plangebied zijn geen waterkeringen gelegen.

Afvalwaterketen en riolering

Binnen het plangebied is in het noordelijk deel (Commandeurs) een gemengd stelsel aanwezig en in het zuiden (Waterakkers-Lunetten) een verbeterd gescheiden stelsel.

Toekomstige situatie

Algemeen

Het betreft een consoliderend bestemmingsplan, er zijn dus geen nieuwe ontwikkelingen voorzien.

Riolering

In het Gemeentelijk Rioleringsplan van Heemskerk (looptijd 2009 t/m 2013) is bepaald dat bij vervanging een verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. De gemeente bepaalt als rioolbeheerder welk type stelsel wordt aangelegd. Het hoogheemraadschap heeft daarbij een adviserende rol en ziet toe op de kwaliteit en kwantiteit van het aangeboden afvalwater. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting,
  • (in-) filtratie van afstromend hemelwater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI.

Daarnaast is het van belang om bij een ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een onderhoudszone voor watergangen in acht dient te worden genomen. Deze onderhoudszone is variabel en bedraagt maximaal 3 meter vanaf de insteek. In de regels van de woonbestemmingen is opgenomen dat de afstand tussen de bestemming 'Water' en aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten minste 1 m dient te bedragen (zie lid 16.2.2). Dit betekent dat binnen de onderhoudszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid worden aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water worden gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.

Conclusie

Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Evenmin is er sprake van grootschalige ontwikkelingen die een (negatief) effect kunnen hebben op de waterhuishouding. Het aspect water is voldoende gewaarborgd in dit bestemmingsplan.