4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Bedrijfscategorie
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1:
-
a. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in 4.1 genoemd;
-
b. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in 4.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
1. onderzoek aantoont dat de bedoelde activiteiten qua milieubelasting kunnen worden gelijkgesteld met de krachtens de bepalingen van dit plan ter plaatse toelaatbare categorie bedrijfsactiviteiten;
-
2. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
-
3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
4. risicovolle inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.
4.4.2 Kantoren
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 en 4.3 om kantoren toe te laten, met dien verstande dat:
-
a. maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten mag worden gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van 45 m²;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
c. er wordt voldaan aan de regels voor parkeren, laden en lossen, in- en uitritten en fietsparkeren, zoals genoemd in lid 26.2 tot en met 26.5.
4.4.3 Perifere detailhandel
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 en 4.3 om perifere detailhandel toe te laten, met dien verstande dat:
-
a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de primaire functie van de omliggende gronden als bedrijventerrein;
-
c. het bedrijf een verkoopvloeroppervlak heeft van minimaal 1.000 m2;
-
d. er wordt voldaan aan de regels voor parkeren, laden en lossen, in- en uitritten en fietsparkeren, zoals genoemd in lid 26.2 tot en met 26.5.
4.4.4 Detailhandel
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder a tot en met e om detailhandel toe te laten als ondergeschikte functie bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
-
a. maximaal 20% van de vloeroppervlakte van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten mag worden gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van 100 m²;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
c. er wordt voldaan aan de regels voor parkeren, laden en lossen, in- en uitritten en fietsparkeren, zoals genoemd in lid 26.2 tot en met 26.5.
4.4.5 Dienstverlening
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 en 4.3 om dienstverlening toe te laten als ondergeschikte functie bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
-
a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
b. er wordt voldaan aan de regels voor parkeren, laden en lossen, in- en uitritten en fietsparkeren, zoals genoemd in lid 26.2 tot en met 26.5.
4.4.6 Voorwaarden omgevingsvergunning
De in lid 4.4.1 tot en met 4.4.5 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen afbreuk wordt gedaan aan:
-
a. een goede woonsituatie;
-
b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
c. de milieusituatie;
-
d. de verkeersveiligheid;
-
e. de sociale veiligheid.