direct naar inhoud van 6.2 Water
Plan: Assumburg - Oud Haerlem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPassumburg2010-VA01

6.2 Water

6.2.1 Toetsingskader

Waterbeheer en watertoets

In het Besluit ruimtelijke ordening is de 'watertoets' opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand.

Het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer binnen het plangebied wordt gevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de riolering.

In het kader van de watertoets is over onderhavig bestemmingsplan en de uitgangspunten overleg gevoerd met de waterbeheerder. Vervolgens zijn de aandachtspunten en opmerkingen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier verwerkt in het plan.

Europees beleid

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW, 2000) schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET), en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn.

Rijksbeleid

Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water(NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.

De Nationale Handreiking Watertoets 3 is in juli 2009 vastgesteld. Door de komst van de Wet op de ruimtelijke ordening klopte de informatie in handreiking 2 niet meer. Deze handreiking is, ten opzichte van de Handreiking Watertoets 2, aangepast aan en aangevuld met de nieuwste inzichten en ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. De belangrijkste wijzigingen zijn de aanpassingen aan de evaluatie watertoets 2006, de Wet ruimtelijke ordening ((Wro) 1 juli 2008) en het ontwerp Nationaal Waterplan. De Handreiking Watertoetsproces 3 geeft een algemene beschrijving van het gedachtegoed achter het watertoetsproces, de wettelijke verankering, de verschillende rollen en producten in het licht van de vernieuwde wetgeving en beleidsafspraken.

Het Nationaal Waterplan 2010 is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van het wetsvoorstel Waterwet. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de KRW. Tevens bevat het Nationaal Waterplan een eerste beleidsmatige uitwerking van de kabinetsreactie op het advies van de Deltacommissie.

De Waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. Deze wet heeft negen waterrelevante wetten samengevoegd (de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater, Wet Verontreiniging Zeewater, Grondwaterwet, Wet Droogmakerijen en Indijkingen, Wet op de Waterkering, Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken, Wrakkenwet en Waterstaatswet). Daarnaast wordt de regeling waterbodems uit de Wet Bodembescherming opgenomen in de nieuwe Waterwet. Het wetsvoorstel regelt niet alles. Bepaalde onderwerpen dienen nader uitgewerkt te worden in onderliggende regelgeving: het Waterbesluit (algemene maatregel van bestuur), de Waterregeling (een ministeriële regeling) of in de verordeningen van waterschappen en provincies.

Provinciaal beleid

Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 beschrijft de kaders voor waterbeheer in Noord-Holland. Binnen deze kaders nemen hoogheemraadschappen en gemeenten maatregelen om inwoners te beschermen tegen wateroverlast en de kwaliteit van het water te verbeteren. Het Waterplan heeft het motto 'Beschermen, benutten, beleven en beheren'.

Het provinciale Waterplan zet in navolging van het rijksbeleid in op het versterken van de Noordzeekust door verbreding van de kuststrook.

Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

De waterbeheerder en de gemeente streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. Het beleid is geënt op de filosofie van Waterbeheer 21e eeuw (WB21), waarbij onder andere rekening moet worden gehouden met de gevolgen van klimaatverandering. Rijk, provincie, waterschappen en gemeenten hebben het beleid van WB21, naast het Europees beleid van de Kaderrichtlijn Water, omgezet tot afspraken in het Nationaal Bestuursakkoord Water.

In het Waterbeheersplan 2010-2015 'Van veilige dijken tot schoon water' beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Deze taken worden de komende periode sterk beïnvloed door de klimaatverandering en de uitgangspunten van de Europese Kaderrichtlijn Water.

Het kerndoel is vierledig:

  • 1. het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren;
  • 2. de verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen en/of beheersbaar te houden;
  • 3. het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig beheren;
  • 4. het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.

Op 18 november 2009 is de nieuwe Keur vastgesteld. De Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009 vervangt de Keur van het Hoogheemraadschap uit 2006. Aanpassing van de Keur was noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Waterwet eind 2009.

De Keur bevat regels voor het beheer, het gebruik en het onderhoud van waterstaatswerken, zoals waterkeringen en watergangen. De regels hebben tot doel watersystemen in stand te houden en waterstaatswerken goed te laten functioneren. Daarvoor zijn in de Keur verplichtingen en verbodsbepalingen opgenomen.

Belangrijkste wijziging in de Keur is dat voor verhardingstoenames boven de 800 m² nu ook volgens de Keur compenserende maatregelen uitgevoerd moeten worden.

Het Regionaal Waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest (2007) is in samenwerking tussen gemeenten en Hoogheemraadschap tot stand gekomen. De in het waterplan geformuleerde doelstellingen voor het watersysteem zijn:

  • het waarborgen van een goed functionerend watersysteem in kwantitatief en kwalitatief opzicht;
  • het streven naar een goed functionerend, veilig en ecologisch gezond watersysteem dat nu en in de toekomst aan de wettenregelgeving voldoet en dat aansluit bij de identiteit van het unieke landschap binnen het plangebied;
  • het vergroten van de belevingswaarde en het creëren van voldoende plaats voor recreatie.

Hierdoor krijgt het water de aandacht die het verdient.

6.2.2 Onderzoek

Huidige situatie

Het plangebied ligt ten zuidoosten van de kern Heemskerk. Het plangebied bestaat uit sportvelden, stadspark, volkstuinen, slot Assumburg, verruigde graslandpercelen en nieuw woongebied.

Bodem en grondwater

De bodem van het plangebied bestaat uit zand. De maaiveldhoogte varieert van circa NAP -0,1 m tot circa NAP -0,8 m. Het plangebied ligt in Polder de Uitgeester- en Heemskerkerbroek. In het plangebied is geen sprake van grondwateroverlast.

Oppervlaktewater

Door het hele plangebied liggen watergangen en waterpartijen. Het betreft geen primaire wateren.

Voor de polder de Uitgeester- en de Heemkerkerbroek is in het waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest een wateropgave berekend. Dat wil zeggen dat de polder niet voldoet aan de gestelde werknormen voor het voorkomen van wateroverlast door inundaties. Binnen het plangebied zelf ligt geen wateropgave.

Waterkeringen

In het plangebied zijn geen waterkeringen aanwezig, ook in de omgeving zijn geen waterkeringen die van invloed zijn op het plangebied.

Riolering

Het plangebied is voorzien van een gemengd rioleringsstelsel, waarbij hemelwater samen met het huishoudelijke afvalwater wordt afgevoerd naar de RWZI. Binnen het plangebied zijn tevens een aantal rioolpersleidingen aanwezig.

Waterkwaliteit

Het plangebied ligt niet in een waterwin- of grondwaterbeschermingsgebied.

Toekomstige situatie

Het grootste deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het geïsoleerde watersysteem van parkgebied Assumburg Oud-Haerlem (AOH) en het stedelijke gebied Broekpolder. Het parkgebied AOH fungeert daarbij als schoonwaterbuffer voor het stedelijke gebied Broekpolder. Het gemaal van de Broekpolder verpompt het uitgeslagen water naar het parkgebied. Binnen het parkgebied kan het water met behulp van een circulatiepomp worden rondgepompt langs de aangelegde en nog aan te leggen helofytenfilters. Vervolgens kan het water in tijden van droogte via een retourleiding worden teruggepompt naar de Broekpolder. De buffer binnen AOH wordt gecreëerd door een flexibel waterpeil tussen NAP -1,45 m en NAP -1,1 m. Op die manier kan in de winter een watervoorraad worden gecreëerd ten behoeve van de drogere tijden in de zomer.

Een groot deel van AOH is inmiddels ingericht en voorzien van nieuwe waterlopen en helofytenvelden. Met name het watersysteem rond het restant van kasteel Oud-Haerlem moet nog worden ingericht. In het recent opgestelde ontwikkelingsplan voor het gebied worden de grachten rondom het restant van kasteel Oud-Haerlem weer watervoerend. Aan de hand van dit ontwikkelingsplan is een ontwerp opgesteld voor de omgeving van het kasteel. In het ontwerp (welke afwijkt van figuur 6.1) wordt de ontbrekende schakel in de watercirculatie van Park Assumburg en Broekpolder gerealiseerd: de ontbrekende retourleiding loopt via een te verbreden watergang langs de Zuidermaatweg en een nieuwe watergang langs de Hoflaan en Laan van Broekpolder richting de tunnelbak Hoflaan. Hiervandaan zal het water middels een gemaal en persleiding richting de Broekpolder verpompt gaan worden. Daarnaast wordt voor de waterzuivering een fors helofytenfilter aangelegd aan de noordoostzijde van het gebied. Uiteindelijk zal er minimaal 5,5 ha waterberging aanwezig zijn binnen het parkgebied Assumburg Oud Haerlem.

afbeelding "i_NL.IMRO.0396.BPassumburg2010-VA01_0009.png"

Figuur 6.1 Ontwerp omgeving kasteel Oud-Haerlem

(H+N+S Lanschaparchitecten, juli 2007)

Toelichting bij het ontwerp
Aan de noordzijde van het gebied wordt 1,3 ha water en krap 1 ha helofytenfilters gerealiseerd met een flexibel peil (-1,1/-1,45 m NAP). Dit sluit functioneel aan op de rest van park Assumburg. De grachten van Oud Haerlem worden weer watervoerend gemaakt door hier het waterpeil te verhogen tot -0,4 m NAP. Een gemaal, dat onderdeel is van de uitkijktoren, zal het water oppompen. Dit gebeurt computergestuurd, zodat het vaste hoge peil kan worden gegarandeerd. De exacte locatie van de aan- en afvoerende watergangen/leidingen zal nader bepaald worden in overleg met gemeente en Hoogheemraadschap. In verband met de retourleiding wordt de watergang in het noordoosten verbreed tot circa 2,5 m.  

Andere ontwikkelingen in het plangebied zijn het mogelijk maken van een parkeer- en camperstandplaats bij slot Assumburg, een camperstandplaats bij sportpark Assumburg en flexibele bouwmogelijkheden bij de sportvelden.

Bij de camperstandplaatsen mogen geen gebouwen gerealiseerd worden. Voor de camperstandplaats bij slot Assumburg is nieuwe verharding nodig. De bouwmogelijkheden bij de sportvelden zijn beperkt met behulp van een bebouwingspercentage. Toename van de verharding in het totale plangebied is minimaal. Door het realiseren van extra water rond Oud Haerlem is compensatie niet aan de orde.

In het bestemmingsplan worden een manege, horeca en skeeler-/schaatsbaan mogelijk gemaakt door middel van een wijzigingsbevoegdheid. In de wijzigingsregels wordt opgenomen dat een besluit tot wijziging pas is toegestaan nadat de waterbeheerder een positief advies heeft uitgebracht.

Concreet is het belangrijk om bij ontwikkelingen duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Het geniet de voorkeur om afstromend hemelwater van schone oppervlakken te scheiden van afvalwater en af te voeren naar het oppervlaktewater. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie.

Nieuwe bebouwing dient tevens voorzien te worden van een gescheiden rioolsysteem.

Voor aanpassingen in het watersysteem (zoals het aanleggen van nieuw oppervlaktewater en waterstaatkundige werken) is een watervergunning noodzakelijk. Het verhogen van een waterpeil wordt geregeld in een peilontheffing of een peilbesluit.

6.2.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. Wel moet de retourleiding tussen het parkgebied en de Broekpolder nog gerealiseerd worden waardoor het watersysteem Broekpolder kan gaan functioneren als bedoeld. Het plan voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.