direct naar inhoud van 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Hoofddorp De Hoek en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGhfddehoekomgvng-C001

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.2.1 Procedure

Voorontwerpbestemmingsplan

Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van overleg ex artikel 3.1.1 Bro verzonden aan de wettelijke overlegpartners.

De gemeentelijke inspraakverordening van de gemeente Haarlemmermeer heeft het bieden van inspraak gekoppeld aan beleidsontwikkeling. Aangezien er geen sprake is van een bestemmingsplan dat toeziet op een nieuwe beleidsontwikkeling, is geen inspraak gehouden voor dit plan.

Ontwerpbestemmingsplan

Het ontwerpbestemmingsplan heeft voorafgaand aan de vaststelling de procedure doorlopen zoals door de Wro is voorgeschreven. Dit betekent dat het plan vanaf 18 augustus 2011 gedurende 6 weken ter inzage heeft gelegen liggen. Op 6 september 2011 heeft een inloopavond plaatsgevonden op het gemeentehuis.

Gedurende de terinzagelegging is eenieder in staat gesteld om schriftelijk of mondeling zijn/haar zienswijze op het bestemmingsplan kenbaar te maken. Gedurende deze periode zijn 9 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in het raadsvoorstel.

7.2.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro, is het voorontwerpbestemmingsplan 'Hoofddorp - De Hoek en omgeving' aan de volgende overlegpartners toegestuurd:

  • VROM-Inspectie (op 1 januari 2012 opgegaan in Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT));
  • Ministerie van Economische Zaken;
  • provincie Noord-Holland;
  • Hoogheemraadschap Rijnland.

Daarnaast zijn de volgende instanties in de gelegenheid gesteld op het voorontwerpbestemmingsplan te reageren:

  • Stadsregio Amsterdam;
  • TenneT;
  • Gasunie;
  • Connexxion;
  • ProRail;
  • Stichting Meerhistorie;
  • Kamer van Koophandel.

Van de Kamer van Koophandel, Stadsregio Amsterdam en Stichting Meerhistorie is geen reactie ontvangen. Van de overige partners is wel een reactie ontvangen. Onderstaand is een overzicht van deze reacties weergegeven.

Gecombineerde reactie Rijksdiensten

Gelet op de nationale belangen, zoals verwoord in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB), worden de volgende opmerkingen gemaakt:

  • a. Energievoorziening

Het plangebied maakt deel uit van het zoekgebied voor de 380 kV-verbinding tussen Beverwijk en Zoetermeer. Hiervoor zal een rijksinpassingsplan worden vastgesteld, waarvoor op 24 november 2010 een voorbereidingsbesluit is genomen.

De inspectie vraagt rekening te houden met het mogelijke tracé van de hoogspanningsverbinding, door geen bestemmingen of bestemmingsregelingen op te nemen, waarvoor in verband met de inwerkingtreding van het inpassingsplan geen reële mogelijkheden zijn om deze te realiseren.

Daarnaast geeft de inspectie aan dat het opnemen van de hoogspanningsverbinding, zoals gedaan in het voorontwerp, niet mogelijk is zolang nog niet door middel van een inpassingsplan in deze bestemming is voorzien.

Reactie gemeente

Voor de Randstad 380 kV-verbinding hebben de ministers van EL&I en I&M op 24 november een voorbereidingsbesluit genomen. Dit besluit heeft betrekking op zowel de tracévariant ten oosten als de variant ten westen van Hoofddorp. De oostelijk tracévariant loopt door het plangebied. Inmiddels hebben de ministers besloten de verbinding ten westen van Hoofddorp te leggen, en niet door het plangebied. Het voorbereidingsbesluit is daarbij niet ingetrokken.

Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is altijd de mogelijkheid opengehouden, dat het tracé van de 380 kV-leiding door het plangebied zou worden aangelegd. Het bestemmingsplan is dan ook zo opgesteld, dat de leiding niet onmogelijk wordt gemaakt. Het bestemmingsplan is dan ook in lijn met het bovengenoemde voorbereidingsbesluit.

  • b. Een tweede inpassingsplan wordt voorbereid voor een nieuwe 48 inch aardgastransportleiding tussen Beverwijk en Wijngaarden. Het voorkeurstracé, opgenomen in de conceptnotitie 'reikwijdte en detail', gaat uit van bundeling met bestaande gasleidingen. Op korte termijn (2012) zal voor dit tracé een rijksinpassingsplan worden vastgesteld. Daarom verzoekt de inspectie op passende wijze rekening te houden met de besluitvorming over dit inpassingplan.

Reactie gemeente

Op 17 mei 2011 hebben de ministers van EL&I en I&M een voorbereidingsbesluit genomen. Het bestemmingsplan sluit de komst van een nieuwe gasleiding niet uit. Dit bestemmingsplan gaat er wel vanuit dat de leiding binnen de ruimtereservering van de bestaande leiding ingepast kan worden. Derhalve is het bestemmingsplan in overeenstemming met het voorbereidingsbesluit.

  • c. Milieukwaliteit en externe veiligheid
    Het ministerie bereidt momenteel de Structuurvisie buisleidingen voor, waarin aangegeven wordt waar nieuwe transportleidingen voor gevaarlijke stoffen gelegd kunnen worden. In het plangebied betreft dit een strook langs de bestaande Gasunieleidingen en de nieuw aan te leggen aardgastransportleiding (zie onder b), waar ruimte geboden moet kunnen worden aan de komst van mogelijk enkele leidingen. De inspectie verzoekt deze strook vrij te houden van objecten en activiteiten die het leggen van nieuwe leidingen kunnen belemmeren.

Reactie gemeente

In het bestemmingsplan wordt de belemmeringenstrook van de bestaande gasleiding vrijgehouden van objecten en activiteiten die het leggen van nieuwe leidingen kunnen belemmeren. Het bestemmingsplan houdt in tegenstelling tot de structuurvisie geen rekening met fysieke uitbreiding van deze strook, omdat de haalbaarheid hiervan niet aangetoond is.

Provincie Noord Holland

De provincie heeft te kennen gegeven geen opmerkingen op het plan te hebben.

Wel geeft ze aan, dat het niet vanzelfsprekend is dat kennelijk noodzakelijke aanpassingen aan de infrastructuur buiten het plangebied tot stand zullen komen. De conclusies van hoofdstuk 5 geven hier geen inzicht in.

Reactie gemeente

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

In hoofdstuk 5 worden maatregelen voorgesteld, waarmee de verkeersafwikkeling rondom het plangebied verbeterd kan worden. In de bestaande situatie is reeds sprake van knelpunten in de verkeersafwikkeling. De haalbaarheid van het bestemmingsplan hangt dus niet af van het al dan niet realiseren van deze maatregelen. Dit zal worden toegevoegd aan Hoofdstuk 5.

Hoogheemraadschap van Rijnland (HRR)

In zijn reactie heeft het Hoogheemraadschap de volgende opmerkingen.

Het waterpeil in Undercover Park moet worden aangesloten op peilgebied GH-52.140.04 (zomerpeil NAP -6 m en winterpeil NAP -6,15 m). Een verhoging naar NAP -5,7 m is niet akkoord. Beleid HHR: geen versnippering peilgebieden, streven naar een robuust systeem met grote peilvakken.

De in het plan opgenomen wadi's moeten verder uitgewerkt worden. Voorkeur HHR: aanleg van droge berging, die bij peilstijgingen in het peilvak mee kan functioneren als extra berging; deze moet dan wel op meer dan één plaats op het watersysteem worden aangesloten.

Wadi's worden niet beschouwd als compensatie voor de toename aan verhard oppervlak. Het afvoeren van water naar oppervlaktewater vanuit wadi's is vergunningplichtig.

'Groene daken' worden niet gezien als mogelijke compensatie voor toename aan verhard oppervlak.

HHR is niet akkoord met het aanbrengen van een doorspoelsysteem met debiet geregelde stuw. Een nieuw watersysteem moet goed kunnen functioneren zonder dit soort voorzieningen. De waterkwaliteit moet wel gegarandeerd zijn.

Talud: beleid HHR gaat bij nieuwe watergangen altijd uit van talud van 1:3. paragraaf 2.2.7 (50% met een talud van 1:3) is in dat opzicht niet conform het beleid van HHR.

De verdere waterstaatkundige inrichting moet in nauw overleg met HHR worden uitgewerkt.

Het HHR verzoekt in paragraaf 1.1 van de waterparagraaf een verwijzing op te nemen naar de Waterstructuurvisie voor de Haarlemmermeerpolder en doet hiervoor een tekstvoorstel.

Reactie gemeente

De opmerkingen van het Hoogheemraadschap van Rijnland hebben betrekking op bijlage 5, die in het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen. Deze bijlage is op onderdelen afwijkend van de tekst van de waterparagraaf (paragraaf 6.3 in de toelichting). Deze tekst was in een eerder stadium al geaccordeerd door het Hoogheemraadschap.

Om verwarring te voorkomen, zal in het ontwerpbestemmingsplan bovengenoemde bijlage niet meer opgenomen worden. Bij de verdere planuitwerking zal de wateropgave in overleg met het Hoogheemraadschap nader ingevuld worden.

Het tekstvoorstel over de Waterstructuurvisie zal worden opgenomen in de waterparagraaf in paragraaf 6.3 van de toelichting van het bestemmingsplan.

TenneT

  • a. Het bestemmingsplan regelt een deel van het tracé van de hoogspanningsverbinding Randstad 380 kV. Aangezien dit een rijksbelang is, zal dit middels een rijkscoördinatieregeling mogelijk worden gemaakt. TenneT gaat er daarom vanuit dat in het kader van het artikel 3.1.1 Bro-overleg het Rijk zal stellen dat de verbinding niet in het plan kan worden opgenomen en neemt aan dat de verbinding in het ontwerpbestemmingsplan niet meer zal zijn opgenomen.

Reactie gemeente

Zie ook reactie 1a.

In het ontwerpbestemmingsplan is de hoogspanningsverbinding niet meer planologisch geregeld.

  • b. TenneT merkt op dat geen onderscheid wordt gemaakt in de bestemmingen van de diverse leidingen.

Reactie gemeente

In het ontwerpbestemmingsplan zullen de diverse leidingentypen (gas, water, elektra etc.) voorzien worden van gespecificeerde bestemmingen.

  • c. In het kader van het voorbereidingsbesluit, dat is genomen ten behoeve van de aanleg van de geplande hoogspanningsverbinding, verzoekt TenneT geen gevoelige functies mogelijk te maken binnen 30 m aan weerszijden van het hart van de verbinding. Daarnaast verwacht TenneT dat binnen de belemmeringenstrook in principe geen bebouwing mogelijk wordt gemaakt.

Reactie gemeente

Zie ook de reactie 1a.

In de planvorming is reeds rekening gehouden met de hoogspanningsverbinding, waardoor geen gevoelige objecten mogelijk zijn binnen 30 m aan weerszijden van het hart van de verbinding.

Binnen de toekomstige belemmeringenstrook zijn enkele bouwmogelijkheden opgenomen. Dit zijn met name vigerende bouwmogelijkheden. Op dit moment geldt hier bescherming op grond van het voorbereidingsbesluit. De bouwmogelijkheden kunnen dus niet geëffectueerd worden zonder instemming van het ministerie van EZ.

Gasunie

  • a. De Gasunie verzoekt om in artikel 16 (leiding) de passage 'mede bestemd voor' te vervangen door 'mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hogedrukaardgastransportleiding'. Ze verzoekt bovendien de maximumdiameter en druk op te schrappen en geen specifieke afmetingen en drukklassen op te nemen, teneinde grotere leidingen niet onmogelijk te maken.

Reactie gemeente

De Gasunie stelt voor een passage aan te passen in de bestemmingsomschrijving. Hier wordt echter alleen de functie benoemd; de daarbij behorende activiteiten (zoals aanleg en beheer) worden elders in de bestemming planologisch geregeld.

In overeenstemming met het Handboek Buisleidingen in Bestemmingsplannen worden de maximale druk en diameter wel vastgelegd in de regels bij het bestemmingsplan. Deze afmetingen zijn namelijk van invloed op de externe veiligheidsaspecten van de leiding. Wanneer deze afmetingen niet vastgelegd zouden worden, zou het bestemmingsplan een leiding mogelijk maken met een groter invloedsgebied dan de bestaande leiding. Op deze manier zou, zonder nadere onderbouwing, een leiding mogelijk worden gemaakt die grotere risico's met zich meebrengt dan de risico's die in de toelichting zijn verantwoord. Dit is vanuit externe veiligheidsoogpunt onverantwoord.

  • b. De Gasunie heeft bezwaar tegen het bepaalde in artikel 16, lid 3 (afwijkingsbevoegdheid) omdat de gemeente geen juiste belangenafweging kan maken voor de leidingeigenaar. Verzocht wordt in artikel 16.3 en 16.4.3 de volgende bepaling op te nemen: 'Alvorens te beslissen op een aanvraag omgevingsvergunning, wint het college schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.'

Reactie gemeente

De gemeente gaat niet akkoord met de bepaling, omdat deze inhoudelijk niets toevoegt. In het kader van een zorgvuldige belangenafweging zal het college van burgemeester en wethouders bij iedere aanvraag omgevingsvergunning de beoordeling maken of het inwinnen van schriftelijk advies bij de leidingbeheerder nodig is.

Dit is conform het Handboek Buisleidingen in bestemmingsplannen.

  • c. De in hoofdstuk 6.8, onder 'Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen' genoemde circulaire is per 1 januari 2011 vervangen door het 'Besluit externe veiligheid buisleidingen' (Bevb).

Reactie gemeente

Paragraaf 6.8 is overeenkomstig aangepast.

  • d. Gasunie merkt op dat naast de inventarisatieafstand (1% letaliteitsgrens) van 430 m ook een 100% letaliteitsgrens van 180 m geldt. Deze grenzen zijn relevant voor het groepsrisico.

Reactie gemeente

Het gebied waarbinnen naar het groepsrisico moet worden gekeken wordt begrensd door de 1% letaliteitscontour. Voor de volledigheid zal de 100% letaliteitsgrens van de leidingen die door het plangebied lopen, worden genoemd.

  • e. In tabel 6.1 heeft de leiding W-529-05 een diameter van 4 inch in plaats van 8.63 inch, met een bijbehorende inventarisatieafstand (1%) van 45 m. Verder verzoekt de Gasunie de grootte van de leidingen in hele inchmaten uit te drukken.

Reactie gemeente

De toelichting is overeenkomstig aangepast.

  • f. Gasunie verzoekt om de term 'zakelijk rechtstrook' in de toelichting te vervangen door 'belemmeringenstrook'.

Reactie gemeente

Het plan is overeenkomst aangepast.

  • g. Gasunie is voornemens een nieuwe aardgastransportleiding aan te leggen tussen Beverwijk en Wijngaarden. Hiervoor wordt een rijksinpassingsplan gemaakt. Er heeft een startnotitie ter inzage gelegen voor het MER, met daarin een voorkeurstracé (binnen plangebied). Verzocht wordt hiermee rekening te houden.

Reactie gemeente

Zie antwoord 1b.

Connexxion

In het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen dat ter hoogte van de nieuwe ringweg een nieuwe bushalte zal worden gerealiseerd. Er is echter niet aangegeven van welke lijnvoering van buslijnen uitgegaan wordt.

Reactie gemeente

Het plangebied is gelegen aan het tracé van de Zuidtangent, waarover de buslijnen 300, 310 en 370 lopen. Omdat dit niet relevant is voor de planregeling, hoeft het bestemmingsplan hierop niet aangepast te worden.

Bij nadere lezing is besloten de tekst over de bushalte uit de toelichting te halen, aangezien deze niet relevant is voor het bestemmingsplan.

Prorail

Prorail heeft te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan.

Reactie gemeente

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.