Plan: | Hoofddorp De Hoek en omgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGhfddehoekomgvng-C001 |
Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 (2012)
Op 18 oktober 2012 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 vastgesteld. Door middel van deze visie wil de gemeente 'De samenhang laten zien van plannen en gewenste toekomstige ontwikkelingen'. Het is een belangrijk ruimtelijk instrument waarin de inrichting van de ruimte beschreven wordt en dat de basis vormt voor alle bestemmingsplannen. Er staat bijvoorbeeld in hoofdlijnen in waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd mag worden.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat iedere gemeente in een of meer structuurvisies haar ruimtelijk beleid moet vastleggen. Los van deze verplichting ziet het college de structuurvisie ook als een noodzakelijk en bruikbaar instrument. De al eerder door de gemeenteraad vastgestelde Toekomstvisie Haarlemmermeer is het vertrekpunt voor de strategie achter de structuurvisie. Hierbij is aandacht voor zowel de ruimtelijk-fysieke inrichting als voor de sociaal-maatschappelijke, economische en bestuurlijke inrichting. De ambities, de langetermijnvisie op Haarlemmermeer en grote maatschappelijke opgaven vormen tezamen de contouren van de structuurvisie. De structuurvisie wordt daarna (ruimtelijk) verder geconcretiseerd in deelstructuurvisies en/of bestemmingsplannen.
Naast het borgen van vastliggende grote planontwikkelingen, lopende planontwikkelingen en nog gewenste toekomstige ontwikkelingen, wil het college ook de volgende doelen realiseren:
Voor het opstellen van de structuurvisie zal in expertmeetings en participatiebijeenkomsten de dialoog met de vakwereld, maatschappelijke organisaties, marktpartijen, belangengroeperingen en inwoners gevoerd gaan voeren. Een en ander om de gezamenlijk thema's te bespreken en richtinggevende keuzes te maken die in scenario's vertaald gaan worden. Vervolgens worden de contouren van de visie voorgelegd en kan de raad zich uitspreken over de voorgestelde ambities voor Haarlemmermeer.
Milieubeleidsvisie Haarlemmermeer 2004
De gemeente heeft in de Milieubeleidsvisie – Op weg naar een duurzaam evenwicht in 2030 – haar ambities duidelijk geformuleerd: de gemeente Haarlemmermeer ontwikkelt haar werklocaties duurzaam. Belangrijke thema's voor de inrichting van de locatie zijn groen, water en duurzaam en energiezuinig bouwen. Zo is de oriëntatie van de gebouwen van belang met het oog op het benutten van passieve zonne-energie en zal de beschikbare ruimte zo zuinig en efficiënt mogelijk worden gebruikt.
Klimaatbeleid
In 2008 heeft de gemeente de kaders voor haar klimaatbeleid vastgesteld. Doel is om in 2020 een reductie van de CO2-uitstoot te bereiken van 30% ten opzichte van 1990 en de realisatie van 20% duurzame energie in 2020. Om de doelstellingen te halen zijn maatregelen met verregaande consequenties noodzakelijk op vrijwel alle terreinen waar de gemeente zich mee bezighoudt. Onder andere zal voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente (woningbouw en bedrijvenlocaties) vanaf 2008 slechts CO2-neutraal plaatsvinden. Bij lopende projecten zullen de juridische mogelijkheden worden onderzocht om deze beleidswijziging door te voeren.
Segmentatiebeleid werklocaties
De gemeente Haarlemmermeer wil nadrukkelijk van een aanbodgestuurde planning van werklocaties overstappen naar een vraaggestuurde regie van werklocaties. Daarom heeft de gemeente de nota 'Segmentatiebeleid werklocaties' (Buck Consultants International, 2004) opgesteld. Deze nota beschrijft een segmentatiestrategie, waarbij de vraag naar werklocaties uitgangspunt is.
De segmentatiestrategie geeft aan op welke wijze, per vestigingsmilieu en gefaseerd per tijdsperiode, vraag en aanbod van werklocaties op elkaar kunnen worden afgestemd. Tevens is aangegeven welke maatregelen dienen te worden genomen om een marktconforme en 'gezonde' verhouding van vraag en aanbod te realiseren. De segmentatiestrategie geeft voor de periode 2004-2020 aan welke werklocaties in welke tijdsperiode dienen te worden ontwikkeld.
Integraal detailhandelsbeleid (2009)
In de gemeente Haarlemmermeer moet goed gewoond, gewerkt en gerecreëerd kunnen worden. De detailhandelsector vervult daarbij belangrijke maatschappelijke taken.
Het doel van het gemeentelijk integraal detailhandelsbeleid is om kwantitatief en kwalitatief passende winkelvoorzieningen voor de burgers en bezoekers alsmede een gezond ondernemersklimaat voor winkeliers te creëren.
Het uitgangspunt van het gemeentelijk detailhandelsbeleid is dat:
Verkoop/handel en detail op kantoor-/bedrijventerreinen
Onder de bestemmingen 'Kantoor' en 'Bedrijventerrein' staat de gemeente geen zelfstandige detailhandel toe. De gemeente wil niet dat ondernemers hun pand(en) op bedrijventerreinen gebruiken (in gebruik gegeven of laten gebruiken) voor het verkopen of ter verkoop aanbieden van goederen. Door middel van een ontheffing (om bijvoorbeeld hinder te voorkomen) wordt detailhandel slechts bij uitzondering toegestaan. In de regels wordt zelfstandige detailhandel in het algemeen uitgesloten. Er wordt op een tweetal plekken detailhandel specifiek geregeld.
Perifere detailhandel (PDV)
Dit zijn bedrijven met een groot (minimaal 1.000 m² bvo per winkelunit) bedrijfsvloeroppervlak in de branches meubels, woninginrichting, keukens en sanitair, waarvoor situering in het centrum ongewenst is, vanwege de omvang van de bedrijven en/of de volumineuze aard van de goederen. Het omvangcriterium is een waarborg voor de complementariteit ten opzichte van in winkelcentra gevestigde veelal kleinere winkels in deze branches. Deze PDV-bedrijven genereren (incidenteel) veel auto-/vrachtverkeer. De bedrijven moeten daartoe veel parkeerplaatsen aanleggen op eigen terrein. Ook laden en lossen moet op eigen terrein plaatsvinden. Tevens moeten zij bijdragen aan de verbetering van de ontsluitende infrastructuur.
Het PDV-beleid van de gemeente Haarlemmermeer maakt binnengemeentelijke verplaatsing en nieuwvestiging van dit type bedrijven alleen mogelijk op bedrijventerrein Cruquius (via het bestemmingsplan en/of een ontheffing). Met ruim 70.000 m² bvo is het huidige aanbod redelijk in evenwicht met de lokale vraag naar meubels, woninginrichting, keukens en sanitair. PDV-bedrijven mogen zich niet ontwikkelen tot winkels met een overwegend GDV-assortiment (grootschalig detailhandelsassortiment). Het aanbod van branchevreemde artikelen bedraagt voorlopig maximaal 20% van de beschikbare vvo. Om handhaving mogelijk te maken moeten door de branche assortimentlijsten worden opgesteld.
Bij nieuwvestiging moet worden aangetoond dat er voldoende marktruimte is in de regio en nieuwvestiging niet leidt tot ontwinkeling elders in de regio (toets door de Stadsregio bij uitbreiding groter dan 1.500 m²).
In het bestemmingsplan worden geen nieuwe PDV-ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De bestaande locaties worden van een passende juridische regeling voorzien.
Groen en recreatie in Haarlemmermeer (2007)
In augustus 2007 is de beleidsnota 'Groen en recreatie in Haarlemmermeer: de kwaliteit van natuur- en recreatiegebieden' verschenen. Daarin zijn de beleidsplannen voor de toekomst vastgelegd. De gemeente wil vóór 2014 nog 1.100 ha aan groengebieden realiseren. Daarnaast moeten er meer routes en verbindingen naar en door het groen komen, een grotere variatie in groengebieden, maar ook een betere balans tussen rood, groen en blauw.
Alhoewel voorliggend bestemmingsplan niet is gericht op het tot stand brengen van recreatiemogelijkheden, is wel rekening gehouden met de beoogde balans tussen rood, groen en blauw. Door de ontwikkeling van het Undercoverpark wordt getracht een groen beeld te creëren door gebruik te maken van groene daken. Business Garden wordt ontwikkeld als groene en hoogwaardige kantorenlocatie. In beide ontwikkelingen is dus ruimte opgenomen voor de realisatie van kwalitatief hoogwaardig groen.
Horecabeleid
In het gemeentelijke integrale horecabeleid, dat door de raad in juni 2009 is vastgesteld, gaat de gemeente werken aan passende horecavoorzieningen nabij de leef-, werk- en verblijfsgebieden en een gezond investering- en ondernemingsklimaat voor de horecasector binnen de gemeente. Besloten is om het beleid met betrekking tot ondersteunende horeca voort te zetten en in de te actualiseren bestemmingsplannen de volgende horecacategorieën te benoemen:
Dit moet leiden tot een toekomstig passend horeca-aanbod nabij leef-, werk- en recreatiegebieden. Het gemeentelijk horecabeleid is met name gericht op het verbeteren van de horecamogelijkheden in de bestaande kernen van Haarlemmermeer.
Het gemeentelijk horecabeleid is met name gericht op het verbeteren van de horecamogelijkheden in de bestaande kernen van Haarlemmermeer en is daarmee niet expliciet gericht op de mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt. De algemene beleidslijnen voor kantoor-/bedrijventerreinen ten aanzien van ondersteunende horeca (maximaal 150 m² bvo) gelden ook voor het bedrijventerrein De Hoek.
Hotelbeleid
De vraag naar hotelkamers heeft over het algemeen een volgend karakter en is met name afhankelijk van de ontwikkelingen op en rond Schiphol, en de daar direct en indirect uit voortvloeiend economische activiteiten.
In 2005 heeft Horwath Consulting de gemeente geadviseerd bij het actualiseren van haar hotelbeleid. Uit de evaluatie is onder meer naar voren gekomen dat in de afgelopen zeven jaar het kameraanbod met circa 2.000 hotelkamers is toegenomen. De vraag naar logiesruimten is in die tijd slechts toegenomen met circa 50%. Dit is een direct gevolg van de ontwikkelingen in de wereldeconomie, de longziekte Sars, de oorlog in Irak en terrorismedreiging. Dit heeft geresulteerd in een afname van het bezettingspercentage tot 65% in 2004. Vanaf eind 2004 tot 2008 is een herstel van de hotelmarkt zichtbaar geweest, tot dat eind 2008 de economische crisis een verminderde vraag naar hotelbedden liet zien.
In recent onderzoek van Horwath HTL (Hosta 2011) blijkt dat de gemiddelde bezettingsgraad is gestegen van 62,1% in 2009 tot 65,1% in 2010. Hiermee herstelt de hotelmarkt zich van de kredietcrisis. Hoteliers houden rekening met een langzaam herstel van de economie en daarmee de hotelmarkt. Voor 2011 en 2012 wordt een lichte groei verwacht.