direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca - Hotel
Plan: Hoofddorp De Hoek en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGhfddehoekomgvng-C001

Artikel 9 Horeca - Hotel

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - Hotel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hotel, met daarbij behorende voorzieningen zoals restaurant, congres-, vergader- en sportfaciliteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', uitsluitend een gebouwde parkeervoorziening;
  • c. voorzieningen ten behoeve van warmte/koudeopslag, waaronder leidingen en opslagtanks;
  • d. ontsluitingswegen;

met daarbij behorend(e):

  • e. verhardingen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. ondersteunende functies, zoals dienstverlening en detailhandel;
  • h. reclameborden;
  • i. bouwborden;
  • j. groen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. fiets- en voetpaden.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 2 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is een reclamemast van 25 m toegestaan;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 10 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 sub a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de omvang van de gebouwen per bouwperceel niet meer dan 20 m² mag zijn;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer zijn dan 3 m respectievelijk 5 m.

9.3.2

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 sub b ten aanzien van de maximale bouwhoogte met 5 m voor het op stedenbouwkundig aanvaardbare wijze behuizen van de technische installaties, met dien verstande dat maximaal 25% van het dakvlak mag worden bebouwd.