direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin - 2
Plan: Scheepmakerskwartier
Plannummer: UP1080001
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.UP1080001-0003

Artikel 4 Tuin - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en verhardingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing;
  • b. (halfverdiepte) parkeergarage ter plaatse van de aanduiding ''sv-pg'';
  • c. aan-, uit- en bijgebouwen ten dienste van het hoofdgebouw;
  • d. bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Tuin - 2' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

4.2.1 Gebouwen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van het bestemmingsvlak met een maximum van 40 m2 ;
  • b. de bouwdiepte van een aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan 2,5 m gerekend vanaf de achtergevel;
  • c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan de begane grondlaag vermeerderd met 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met een maximum bouwhoogte van 4,5 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
  • e. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7,0 meter bedragen.

Dakterrassen

f. op aan- en uitbouwen mag een dakterras worden gerealiseerd onder de volgende voorwaarden :

1. het dakterras wordt niet binnen 2 meter van de erfgrens geplaatst;

2. het dakterras wordt van binnenuit ontsloten;

3. de privacyschermen op de aan- of uitbouw zijn niet hoger dan 1,8 meter en niet dieper dan 2,5 meter;

4. de afstand tussen de tegenoverliggende achtergevels bedraagt minimaal 15 meter:

5. de diepte van het dakterras bedraagt niet meer dan 2,5 meter, gemeten vanuit de achtergevel;

6. het dakterras is voorzien van een afscheiding met een maximale hoogte van 1,2 meter;

7. op het dakterras worden geen overige bouwwerken geplaatst.

4.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de hoogte van constructies die dienen ter ondersteuning en/of geleiding van beplanting voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat minimaal 70% van de constructie open is;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein;

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • b. prostitutie en seksinrichtingen;
  • c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming, welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.
  • d. het gebruik van onbebouwde gronden voor het parkeren van motorvoertuigen.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 1 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • 2. Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit lid kan alleen worden verleend voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.