direct naar inhoud van 6.4 Bestemmingsregels
Plan: Spaarndamseweg e.o.
Plannummer: BP5080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP5080003-0003

6.4 Bestemmingsregels

6.4.1 Bestemmingen

Met een bestemming wordt tot uitdrukking gebracht welke gebruiksdoelen of functies, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, aan de in het plan begrepen gronden zijn toegekend. Niet iedere functie leent zich voor een eigen bestemming. Of dit zo is, hangt af van de ruimtelijke relevantie, of wel van de mate waarin de betrokken functie invloed heeft op zijn omgeving of daaraan eisen stelt. Behalve om functies gaat het bij bestemmingen altijd om concreet ruimtegebruik of om fysiek aanwezige ruimtelijke objecten. Een bestemming heeft altijd betrekking op een geometrisch bepaald vlak. Lijn- en puntbestemmingen komen niet voor. De verbeelding van een bestemming bestaat dus nooit uit een lijn of een punt.

De volgende bestemmingen zijn aan de gronden in het plangebied toegekend.

Bedrijf (artikel 3)

De bestemming 'Bedrijf' is bedoeld voor bestaande bedrijfsgebouwen of gronden die uitsluitend zijn bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten en bijbehorende voorzieningen.

De verkoop van motorbrandstoffen is slechts toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'verkoop motorbrandstoffen' (VM). De verkoop van LPG is nergens binnen het plangebied toegestaan. Bij het tankstation behorende en daaraan ondergeschikte detailhandel is toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' (nv) zijn geen andere bedrijfsmatige activiteiten dan die ten behoeve van nutsvoorzieningen toegestaan.

Binnen de bestemming zijn onder voorwaarden dakterrassen mogelijk.

Met een afwijking van de gebruiksregels kunnen bedrijven die niet in de zoneringslijst zijn opgenomen dan wel in een hogere milieucategorie zitten, maar wel passend zijn in de omgeving alsnog mogelijk gemaakt worden.

Cultuur en ontspanning (artikel 4)

De bestemming 'Cultuur en ontspanning' is bedoeld voor gebouwen en gronden die worden gebruikt ten behoeve van een speeltuin. Bij de speeltuin behorende en daaraan ondergeschikte horeca is toegestaan. Ten behoeve van de speelvoorzieningen is een afwijkingsmogelijkheid van de maximale bouwhoogte opgenomen tot maximaal 6 meter.

Detailhandel (artikel 5)

Binnen de bestemming detailhandel is uitsluitend perifere detailhandel, zoals auto's, boten, caravans, tuincentra-artikelen, bouwmarkt, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en woninginrichting toegestaan.

Gemengd (artikel 6, 7, 8)

De bestemming 'Gemengd' heeft tot doel de beperkte ruimte in het plangebied optimaal te gebruiken waar mogelijk. Deze bestemming bevordert dubbel ruimtegebruik, maar staat ook een monofunctioneel gebruik toe in de vorm van wonen. Uitgangspunt is echter functiemenging te stimuleren ter bevordering van de leefbaarheid van de buurt. De milieuhinder van werkfuncties moet passen binnen de categorie A en B van de zoneringslijst.

In het plangebied komen de volgende categorieën voor:

GD-1 (niet publieksaantrekkende functies): Binnen deze bestemming gaat het om (woon)gebouwen waar op de begane grond naast wonen met aan-huis-verbonden-beroep of gastouderopvang ook kleinschalige functies zoals kantoor (zonder loketfunctie) zijn toegestaan. Op de overige verdiepingen is wonen met aan-huis-verbonden-beroep of gastouderopvang toegestaan.

GD-3 (geen wonen op de begane grond): Binnen deze bestemming gaat het om gebouwen waar op de begane grond niet gewoond wordt en alleen werkfuncties zijn toegestaan. Op de overige verdiepingen is alleen wonen met aan-huis-verbonden-beroep of gastouderopvang toegestaan. Behalve de werkfuncties die onder GD2 mogelijk zijn, worden hier ook bedrijfsfuncties in categorie A en B toegelaten.

GD-5 (geen wonen): Binnen deze bestemming gaat het om gebouwen waar niet gewoond wordt. De volgende functies zijn toegelaten: detailhandel, detailhandel-perifeer, dienstverlening, kantoor, praktijkruimte. Uitsluitend ter plaatse van de van de aanduiding 'horeca van categorie 1' is een lichte vorm van horeca toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' is verenigingsleven toegestaan.

Met een afwijking van de gebruiksregels kunnen bedrijven die niet in de zoneringslijst zijn opgenomen dan wel in een hogere milieucategorie zitten, maar wel passend zijn in de omgeving alsnog mogelijk gemaakt worden.

In alle gemengde bestemmingen zijn onder voorwaarden dakterrassen toegestaan.

Groen (artikel 9)

Binnen deze bestemming vallen groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en beplantingen, voet- en fietspaden, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen, voorzieningen van algemeen nut en bijbehorende voorzieningen, zoals straatmeubilair, (ondergrondse) inzamelplaatsen voor afval en recyclecontainers en (ondergrondse) bergbezinkbassins.

Maatschappelijk (artikel 10)

De bestemming 'Maatschappelijk' is bedoeld voor gebouwen en gronden die geheel worden gebruikt ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen. De volgende maatschappelijke functies zijn toegestaan: buitenschoolse opvang, educatieve voorzieningen, kinderdagverblijf, levensbeschouwelijke voorzieningen, openbare dienstverlening, (para)medische voorzieningen, peuterspeelzaalwerk, praktijkruimte, verenigingsleven;

De aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buurtcentrum' is opgenomen ten behoeve van het aanwezige buurthuis. Ter plaatse van deze aanduiding zijn tevens de bovengenoemde functies toegestaan.

Bij de hoofdfunctie behorende en daaraan ondergeschikte sport- en lichte horecavoorzieningen zijn toegestaan.

Natuur (artikel 11)

De bestemming 'Natuur' is bedoeld om de aanwezige natuur- en ecologische waarden te behouden en te versterken. Deze gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouw zijnde tot een hoogte van 3 meter en een maximum oppervlakte van 15 m². Hiermee wordt aangesloten bij het vergunningsvrij bouwen zoals geregeld in bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (BOR) in art 2 onder 18 sub a. Gedacht kan worden aan bouwwerken die noodzakelijk zijn voor beheer van de natuurgebieden of ten behoeve van de bebording voor de regulering van het scheepvaartverkeer. Er kunnen nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing rekening houdend met de aanwezige belangen. Voor bepaalde werkzaamheden is een omgevingsvergunning noodzakelijk als extra bescherming van de landschappelijke en/of natuurwaarden.

Recreatie (artikel 12)

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatie, openluchtrecreatie en volkstuinen (Doe-tuinen).

Ter plaatse van de aanduiding 'Jachthaven' is een jachthaven met bijbehorende voorzieningen toegestaan, waaronder aan de hoofdfunctie verbonden ondergeschikte lichte horeca. Alleen bij de jachthaven op Schoteroog is een beheerderswoning toegestaan met een bruto vloeroppervlak van 100 m².

Ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' is verenigingsleven toegestaan, met aan de hoofdfunctie verbonden ondergeschikte lichte horeca.

Parkeren is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' (p) op de verbeelding.

Bij de jachthaven (Schoteroog) is een dakterras toegestaan op de hoofdbebouwing.

Gebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Er is een bebouwingspercentage voor andere bouwwerken opgenomen en de oppervlakte per andere bouwwerk is gemaximeerd in het belang van de openheid van het recreatiegebied.

Tuin - 1 (artikel 13)

De in het gebied niet voor gebouwen bedoelde gronden behorende bij onder andere woningen en gemengde doeleinden worden bestemd als 'Tuin - 1'. In de bestemming zijn tuinen en verhardingen toegestaan. Onder voorwaarden kunnen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden toegestaan zoals erfafscheidingen, pergola's en vlaggenmasten. Uitzondering hierop is de fietsenberging in gevallen dat geen achterom bij de woning aanwezig is. Bebouwing aan de voorzijde van woningen geeft een rommelig beeld en kan met name bij hoekwoningen het uitzicht voor automobilisten verminderen waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Om die reden is ook een maximaal bebouwingspercentage opgenomen.

Parkeren in tuinen met bestemming 'Tuin - 1' is slechts toegestaan waar dit met een aanduiding in de verbeelding is aangegeven.

Tuin - 2 (artikel 14)

De onder andere bij de bestemming wonen en gemengde doeleinden behorende gronden waar wel gebouwen zijn toegestaan worden bestemd als 'Tuin - 2'. Deze bestemming komt met name voor in tuinen aan de achterkant van gebouwen, de zogenaamde erven.

Op deze gronden mogen onder voorwaarden aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Het is niet toegestaan dat de gronden met de bestemming 'Tuin - 2' geheel worden volgebouwd. Dit in het belang van de woonkwaliteit in de vorm van voldoende openheid. In de planregels zijn daarom bouwregels opgenomen. De gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 procent van het bestemmingsvlak met een maximum oppervlakte van 40 m².

Dakterrassen zijn onder voorwaarden toegestaan op aan- en uitbouwen.

In de regels zijn twee afwijkingsmogelijkheden opgenomen ten behoeve van het verlengen van een aan- en uitbouw dan wel het bouwen in twee lagen op een aan- en uitbouw.

Tuin - 3 (artikel 15)

De voor 'Tuin - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing. De gronden die onder deze bestemming vallen mogen voor 100 % worden bebouwd. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal 4 meter bedragen; de bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen. Dakterrassen zijn onder voorwaarden toegestaan.

Tuin - 4 (artikel 16)

De 'Tuin - 4' bestemming ziet op de tuinen/erven behorende bij de woonschepenligplaatsen. Op deze gronden mag maximaal 1 berging met een maximale oppervlakte van 12 m² worden gebouwd. Wonen op deze gronden is niet toegestaan.

Verkeer (artikel 17)

Deze bestemming is bedoeld voor wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, verblijfsgebied, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, bermen en beplantingen, voorzieningen van algemeen nut, kunstwerken, geluidwerende voorzieningen, bijbehorende waterlopen en waterpartijen en bijbehorende voorzieningen, zoals straatmeubilair, (ondergrondse) inzamelplaatsen voor afval en recyclecontainers, (ondergrondse) bergbezinkbassins, warmte-koudeopslag en warmte-koudetransport.

In de regels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de verkeersbestemming te kunnen plaatsen in de directe nabijheid van de woning. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld een beperkte berging ten behoeve van een scootmobiel in gevallen dat geen achterom aanwezig is. Het gaat hierbij altijd om een tijdelijke voorziening.

Water (artikel 18)

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterberging en/of waterhuishoudkundig, waterlopen en waterpartijen, groenvoorzieningen, oevers, kunstwerken en bijbehorende voorzieningen, zoals bruggen, sluizen, stuwen, dammen, steigers, duikers, gemalen.

Op gronden met de bestemming 'Water' mag niet worden gebouwd, behoudens waar het gaat om het veranderen of vernieuwen van bestaande beschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, remmingen, meerpalen en dukdalven.

Ter plaatse van de aanduiding Jachthaven (jh) zijn steigers en ligplaatsen toegestaan behorende deze functie.

Ter plaatse van de aanduiding Verenigingsleven (vl) zijn steigers en ligplaatsen toegestaan behorende deze functie.

Ter plaatse van de aanduiding Riviercruiseschepen (swa - rcs) zijn aanmeervoorzieningen en ligplaatsen toegestaan behorende deze functie.

Woonschepen mogen uitsluitend voorkomen op ligplaatsen waar deze specifiek op de verbeelding zijn aangeduid (wl).

Voor het oprichten van een steiger is naast een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag (doorgaans burgemeester en wethouders) ook een keurvergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland nodig. Grotere steigers dan de standaard afmetingen van de Keur kunnen worden mogelijk gemaakt door af te wijken van de bouwregels zoals verwoord in het lid 3 van dit artikel.

In de regels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarmee het gebruik kan worden omgezet ter plaatse de genoemde aanduiding of de oppervlakte van de aanduiding gewijzigd kan worden.

Wonen (artikel 19)

De bestemming 'Wonen' is bedoeld voor gebouwen binnen het plangebied die uitsluitend voor woningen worden gebruikt. Op enkele plaatsen is (beperkte) uitbreiding van de bestaande woningen toegestaan. Beroepsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan onder de voorwaarde dat deze activiteiten ondergeschikt zijn aan het wonen en niet meer ruimte in beslag nemen dan 35 procent van het bruto vloeroppervlak van een woning met een maximum van 50 m2.

6.4.1.1 afbeelding bouwmogelijkheden

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP5080003-0003_0006.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP5080003-0003_0007.jpg"

6.4.1.2 Nadere eisen

Bestemming:   Nadere eisen ten aanzien van:  
Gemengd 1, 3, 5

Wonen  
- plaats en afmetingen van de bebouwing
- kaprichting
- kapvorm
- dakhelling
- indeling en vormgeving van de bebouwing  
Natuur   - plaats en de afmetingen van de bebouwing  

Binnen bovenstaande bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om nadere eisen te stellen aan de bouwregels. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst.

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
  • a. natuurwaarden en/of ecologische waarden;

Zie voor de omschrijving van deze criteria hieronder bij par. 6.4.1.2.

6.4.1.3 Afwijken van de bouwregels

Bestemming:   Afwijking ten behoeve van:  
Cultuur en ontspanning   - bouwhoogte voor speelvoorzieningen  
Gemengd 1, 3   - dakopbouw
- dakhelling
- dakkapel in of binnen 0,5 m van de nok
- dakkapel in of binnen 0,5 m van de dakvoet  
Tuin-2   - een aanbouw met een maximale diepte van 4,5 m
- een extra bouwlaag op een aanbouw van 2,5 m  
Verkeer   - bouwhoogte voor speelvoorzieningen
- Wmo-voorziening  
Water   - bouwhoogte en oppervlakte van meerpalen, steigers e.d.  
Wonen   - zie Gemengd 1 en 3  

Binnen bovenstaande bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om van bepaalde bouwregels af te mogen wijken. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst.

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de bezonningssituatie;
  • c. de privacy van omwonenden;
  • d. de cultuurhistorische waarden;
  • e. de verkeerssituatie ter plaatse;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Het straat- en bebouwingsbeeld

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het in stand houden dan wel tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.
  • behoud dan wel versterken van de aanwezige trends.

Trends zijn de binnen een (deel van een) straat voorkomende nagenoeg identieke dakopbouwen, kapvormen of dakkapellen (die juridisch, technisch en qua ruimtelijke kwaliteit gewenst bevonden zijn.)

De privacy en bezonning van de omwonenden

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het in stand houden dan wel tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.

De cultuurhistorische waarden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, waarbij wordt gestreefd naar het in stand houden dan wel versterken van deze waarden.

De verkeerssituatie ter plaatse

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de openbare ruimte.

De natuurwaarden en/of ecologische waarden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden en ecologische waarden, waarbij wordt gestreefd naar het in stand houden dan wel versterken van deze waarden.

De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

6.4.1.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bestemming:   Afwijking ten behoeve van:  
Bedrijf, Gemengd 3, 5   bedrijf die niet in zoneringslijst, dan wel in een hogere categorie valt.  
Maatschappelijk   maatschappelijke voorziening die in zoneringslijst onder categorie a of b valt.  
6.4.2 Dubbelbestemmingen

Er is sprake van een dubbelbestemming, indien op een stuk grond twee of meer onafhankelijk van elkaar voorkomende bestemmingen voorkomen, waarbij er sprake is van een rangorde tussen de dubbelbestemming en de daarmee samenvallende bestemming. In de bij de dubbelbestemming behorende planregels wordt de verhouding tussen de doeleinden (functies) van de bestemmingen aangegeven. Aan een dubbelbestemming bestaat behoefte, wanneer een bestemming onvoldoende recht doet aan de functies/ gebruiksdoelen die op de betrokken gronden toelaatbaar (moeten) zijn of wanneer ruimtelijk relevante belangen veilig moeten worden gesteld die niet of onvoldoende met een bestemming kunnen worden gewaarborgd. De specifieke kenmerken van dubbelbestemmingen brengen met zich mee dat deze bestemmingen doorgaans een relatief groot gebied beslaan en veelal op meerdere bestemmingen betrekking hebben. Een dubbelbestemming heeft altijd betrekking op een geometrisch bepaald vlak. Dubbelbestemmingen in de vorm van een lijn of een punt komen niet voor.

Gemengd - uit te werken (artikel 20)

In de regels is een uitwerkingsverplichting opgenomen voor een deel van het Deliterrein op de hoek van de Spaarndamseweg en de Transvaalstraat (voormalig Shell-terrein en de gemeentewerf). De te verwachten ontwikkeling was als uit te werken bestemming opgenomen in het bestemmingsplan Indische buurt Noord. Aangezien de planvorming nog niet afgerond is, is in deze bestemming het kader opgenomen waarbinnen de bestemming dient te worden uitgewerkt. Zowel functioneel als stedenbouwkundig zijn voorwaarden gesteld.

Waarde - Archeologie (artikel 21)

De aanwezige archeologische verwachtingswaarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'. De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.

In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de Archeologische Beleidskaart Haarlem. Voor de aangeduide categorieën dient een waardestellend archeologisch rapport te worden overlegd bij de volgende bodem verstorende activiteiten dieper dan 30 centimeter onder maaiveld:

categorie   bij een oppervlak  
1a   = 0 m2  
1b   = 0 m2  
2   > 50 m2  
3   > 500 m2  
4   > 2.500 m2  
5   > 10.000 m2  
6   n.v.t.  

In het plangebied komen alleen de categorieën 2, 3, 4 en 6 voor. Voor een nadere omschrijving van de categorieën wordt verwezen naar paragraaf 4.9.