direct naar inhoud van Artikel 4 Cultuur en ontspanning
Plan: Spaarndamseweg e.o.
Plannummer: BP5080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP5080003-0003

Artikel 4 Cultuur en ontspanning

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. speeltuin ter plaatse van de aanduiding speeltuin;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte en daarmee verbonden detailhandel en horeca-activiteiten van categorie 1 ten dienste van deze voorzieningen met niet meer dan 30% van het bruto vloeroppervlak;
  • c. bij de bestemming behorende 'andere bouwwerken', groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen, erven en terreinen, waterlopen en waterpartijen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven goothoogte toegestaan;
  • d. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7 m bedragen;

kap

  • e. indien boven de maximale goothoogte wordt gebouwd, dient gebouwd te worden binnen de contouren van een kap:
    • 1. waarvan de maximale bouwhoogte 4 m bedraagt, verticaal gemeten vanaf de maximale goothoogte, tenzij op de verbeelding anders staat aangegeven;
    • 2. waarvan de dakhelling niet minder bedraagt dan 35 en niet meer dan 70 graden;
4.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van speelvoorzieningen mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen, de kaprichting, kapvorm en dakhelling, indeling en vormgeving van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 en een hogere bouwhoogte voor speelvoorzieningen toestaan tot een maximum van 8 m;

  • 2. Het bevoegd gezag toetst bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:
    • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeerssituatie ter plaatse;
    • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.