direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Spaarndamseweg e.o.
Plannummer: BP5080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP5080003-0003

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven of bedrijfsactiviteiten van categorie A, B en C, zoals genoemd in de bij deze regels behorende zoneringslijst.
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen uitgezonderd LPG, met aan de hoofdfunctie ondergeschikte en daarmee verbonden detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen';
  • c. nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • d. bedrijfskantoren;
  • e. bedrijfsgebouwen;
  • f. bij de bestemming behorende 'andere bouwwerken' groenvoorzieningen, reclameobjecten, wegen en paden, tuinen, erven en terreinen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, warmte-koudeopslag, warmte-koudetransport.
3.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Bedrijf' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven goothoogte toegestaan;
  • e. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7 m bedragen;

dakkapellen

  • f. dakhellingen mogen worden onderbroken voor het oprichten van een dakkapel, mits:
    • 1. de bovenzijde van de dakkapel ten minste 0,5 m onder de noklijn is gelegen;
    • 2. de onderzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet wordt geplaatst;
    • 3. de zijkanten van de dakkapel minimaal 0,5 m worden gerealiseerd van de zijkanten van het dakvlak;
    • 4. de dakkapel in het voordakvlak niet breder is dan de helft van de breedte van het dakvlak;
    • 5. bij meerdere dakkapellen in serie er tevens sprake is van een regelmatige rangschikking van de dakkapellen met een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen.

kap

  • g. indien boven de maximale goothoogte wordt gebouwd, dient gebouwd te worden binnen de contouren van een kap:
    • 1. waarvan de maximale bouwhoogte 4 m bedraagt, verticaal gemeten vanaf de maximale goothoogte, tenzij op de verbeelding anders staat aangegeven;
    • 2. waarvan de dakhelling niet minder bedraagt dan 35 en niet meer dan 70 graden;
3.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding –reclameobject' is een flagsign toegestaan met de volgende afmetingen:
    • 1. hoogte maximaal 7,5 m;
    • 2. breedte maximaal 1, 6 m;
    • 3. diepte maximaal 0, 63 m;
  • c. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels genoemd in artikel 23 gelden betrekking tot het gebruik de volgende regels:

  • a. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen, anders dan in lid 1 sub b.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste lid ten behoeve van een bedrijf dat niet in de zoneringslijst dan wel in een hogere categorie staat vermeld, maar die naar aard en invloed op de omgeving is gelijk te stellen met de toegelaten milieucategorieën.