direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd 2 (GD-2)
Plan: Land in Zicht
Plannummer: BP5080002
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP5080002-0004

Artikel 4 Gemengd 2 (GD-2)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

begane grond:

  • a. bij wonen behorende voorzieningen (bergingen e.d.);
  • b. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengde doeleinden - parkeergarage' op de verbeelding;
  • c. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' op de verbeelding;
  • d. onderdoorgang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'op de verbeelding;
  • e. tuinen en erven;
  • f. bijbehorende voorzieningen;

overige verdiepingen:

  • g. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 30 % van de bruto vloeroppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep;
  • h. bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op de gronden met de bestemming 'Gemengd 2' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

Gebouwen

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • c. gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht;
  • d. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • e. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van erfafscheidingen op of achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen.
4.3 Ontheffing van de bouwregels
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor dakterrassen, onder de voorwaarde dat:
    • a. de bouwhoogte van de balustrade om het dakterras niet meer mag bedragen dan 1,20 meter - gemeten vanaf het dakterras - en de ter plaatse geldende maximale bouwhoogte niet wordt overschreden;
    • b. de balustrade geheel is gelegen binnen de contour van de ter plaatse geldende maximale bouwhoogte.
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor windschermen en - luifels onder de voorwaarde dat:
    • a. deze zijn gelegen binnen het maatvoeringsvlak waar een maximale bouwhoogte van 4 meter geldt;
    • b. de bouwhoogte van windschermen met -luifels niet meer dan 2.5 meter bedragen;
    • c. de breedte van windschermen met -luifels niet meer dan 2 meter bedragen.
  • 3. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1 en 2, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:
    • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • c. de privacy van omwonenden.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik of laten gebruiken voor:

  • a. prostitutie en seksinrichtingen;
  • b. horecabedrijf;
  • c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming, welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.