Plan: | Koninginnebuurt |
---|---|
Plannummer: | BP4080006 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080006-0003 |
Bij het bestemmingsplan is naast de verbeelding ook een waarderingskaart toegevoegd. Op de waarderingskaart zijn alle gebouwen die vallen onder het beschermd stadsgezicht gewaardeerd. Het doel van de waarderingskaart is de beschermende werking van het beschermd stadsgezicht vast te leggen in een indeling in drie verschillende orden, welke zijn gekoppeld aan een mate van bescherming in de planregels en de verbeelding. Deze waardering is uitgevoerd om te komen tot op maat gesneden bestemmingsplanregels die recht doen aan de bestaande cultuurhistorische waarden in een bepaald gebied gelegen binnen het beschermde stadsgezicht. De onderverdeling van de verschillende gebouwde objecten in respectievelijk orde 1, orde 2, orde 3 en nieuwbouw is tot stand gekomen op basis van visuele inspecties en globaal onderzoek.
Bij dat onderzoek is gekeken naar drie hoofdthema's:
Daarbij beperkte de beoordeling zich in de regel tot het exterieur. Regelmatig is ook gebruik gemaakt van andere bronnen zoals archiefstukken.
De volgende elementen worden onderscheiden op de waarderingskaart:
In de redengevende beschrijvingen van de orde 2 panden wordt een aantal elementen benoemd die de aanleiding zijn geweest om een bepaald pand aan te merken als beeldbepalend. Deze beschrijving is echter beperkt en niet limitatief en kan daarom niet gezien worden als een alles omvattende beschrijving van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Het niet-cultuurhistorisch waarderen van panden jonger dan 50 jaar betekent niet dat deze panden geen waarde zouden hebben. Wij zijn van mening dat om een goed oordeel te kunnen geven over een gebouwd object het nodig is om een zekere afstand in de tijd te hebben.
Zo was er in Haarlem lange tijd weinig waardering voor de grote gebouwen als het gebouw van de V&D, terwijl dat nu een rijksmonument is. De Brinkmannpassage daarentegen kon juist tijdens het ontwerpproces op veel instemming rekenen maar wordt momenteel eerder als een verstoring van de binnenstad gezien.
Door de afstand in tijd is het makkelijker een gebouwd object los te zien van de emoties rondom het ontstaansproces. Ook kan er pas na langere tijd bepaald worden hoe het pand gezien kan worden in zijn tijd; als een typische representant van zijn periode of juist als een uniek en uitzonderlijk object. Tenslotte is het vaak pas na een tijd mogelijk om goed te beoordelen hoe het object zich gedraagt in zijn omgeving en of het bijvoorbeeld mooi veroudert.