10.2 Bouwregels
Binnen de bestemming 'Tuin - 1' mogen 'andere bouwwerken' worden opgericht onder de volgende voorwaarden:
-
a. de hoogte van constructies die dienen ter ondersteuning en/of geleiding van beplanting achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat minimaal 70% van de constructie open is;
-
b. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw mag niet meer dan 2 m bedragen;
-
d. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet dan 3 m bedragen;
-
e. de gronden mogen voor niet meer dan 10% bebouwd worden.
fietsenberging
-
f. het realiseren van een fietsenberging in de voor- of zijtuin mag onder de volgende voorwaarden:
-
1. er is geen achterom aanwezig bij de woning;
-
2. de diepte van de voor- of zijtuin is minimaal 2,5 m;
-
3. de hoogte van de berging mag maximaal 1,3 m bedragen;
-
4. de verticale diepte van een berging mag maximaal 1 m bedragen ten opzichte van het maaiveld;
-
5. de oppervlakte van de berging mag maximaal 20% van de oppervlakte van de voor- of zijtuin bedragen met een maximum van 4 m²;
-
6. de gevels van de berging evenwijdig aan de voorgevel, mogen maximaal 30% van de breedte van die voorgevel beslaan.