Plan: | Spaar en Hout |
---|---|
Plannummer: | BP4080005 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080005-0003 |
De stad Haarlem heeft zich gevormd op één van de strandwallen die circa 5.000 jaar geleden parallel langs de kust zijn ontstaan. Strandwallen waarop duinen ontstonden die het achterland beschermden en die zich uitstrekte van ver ten zuiiden van Haarlem tot aan Santpoort. Op de zandrug van de strandwal lag de landweg die het noorden van Holl;and met het zuiden verbond. De rivier het Spaarne, die vanuit het Haarlemmermeer naar het IJ stroomde, vormde de tweede noord-zuidverbinding. Daar waar de rivier en landweg elkaar het dichtst naderden ontstond Haarlem.
Het plangebied maakt deel uit van het gebied westelijk van het Spaarne, dat deels samenvalt met de zandrug van de strandwal. Het Zuider Buiten Spaarne als oostelijke begrenzing van het plangebied vormt een barrière in het Haarlemse stadsgebied. De rivier vormt de grens tussen de oude stad en de nieuwere oostelijk van het Spaarne gelegen stadswijken.
De Kleine Houtweg als westelijke begrenzing van het plangebied ligt op de strandwal en vormde vroeger een belangrijke route vanuit de stad naar de Haarlemmerhout. Al vroeg ontstond langs deze route lintbebouwing. Het Hofje van Heijthijsen uit 1651 aan de Kleine Houtweg vormt voor zover nu bekend de oudste bebouwing van het plangebied. Vanaf de zestiende eeuw werden de vruchtbare en vochthoudende gronden in dit gebied gebruikt voor tuinderijen, maar mochten er door het stadsbestuur alleen bescheiden tuinhuisjes worden gebouwd. In de loop van de zeventiende eeuw nam de welvaart sterk toe en ontstond er een nieuwe vorm van recreatie: het buitenleven. Wie het zich kon veroorloven ontvluchtte de drukke stad en verbleef in de zomer op zijn buitenplaats, of meer bescheiden op tuinen met of zonder tuinhuis. Voor Haarlemmers en in mindere mate ook Amsterdammers was de westelijke oever van het Zuider Buiten Spaarne bijzonder in trek. Dit vanwege de combinatie van het water van het Spaarne, de bossen van de Haarlemmerhout en de nabijheid van de duinen. Vooral de bocht van het Zuider Buiten Spaarne, ook wel 'de Kom' genoemd, ademde een schilderachtige en lieflijke sfeer. Halverwege de achttiende eeuw vond men langs het Spaarne een aaneengesloten rij buitenverblijven. Deze buitenverblijven varieerden in grootte maar hadden zonder uitzondering fraai aangelegde tuinen. In de zeventiende eeuw in een strakke geometrische stijl en in de tweede helft van de achttiende eeuw steeds meer met een landschappelijke aanleg.
Aan de bloeiperiode van de buitenplaatsen kwam een eind met de Franse revolutie (1789). Tijdens de Franse overheersing raakte het land steeds verder in verval en minder mensen konden investeren of hun bezittingen onderhouden. In het begin van de 19de eeuw werden veel buitenplaatsen opgesplitst en verkocht. In de loop der tijd werden steeds meer buitenplaatsen gesloopt en van de 17 buitenplaatsen in het plangebied zijn alleen Buitenrust, Vlietzorg (later klein Paviljoen genoemd) en Oosterhout overgebleven.
Het Rozenprieel is lange tijd onbebouwd gebleven en werd gebruikt voor boomgaarden, moes- en bloementuinen. Van oudsher woonden er veel tuinders in de directe omgeving die het gebied in gemeenschappelijk erfpacht hadden. Dit voorkwam dat het gebied van bestemming veranderde en zorgde ervoor dat het landelijk karakter lang behouden kon blijven. Maar medio negentiende eeuw raakte Haarlem vol en werd het noodzakelijk om uit te breiden buiten de stadsmuren. In de oude binnenstad was er vooral een schrijnend tekort aan goede arbeiderswoningen. In eerste instantie vond deze uitbreiding plaats in het gebied rond de Kleine Houtweg, Twijnderslaan en de Mr. Joostenlaan. In 1870 vond in het Rozenprieel de eerste speculatieve bouw van arbeiderswoningen plaats. Een uitloper hiervan is de Esschilderstraat die met name herkenbaar is aan het afwijkende smalle profiel en het eenvoudiger woningtype. Voor het noordelijk deel van het plangebied was door de gemeente in het Algemeen Uitbreidingsplan van 1918 al een plan ontwikkeld. Dit is echter nooit zo uitgevoerd. In de periode 1920-1930 werd door een particulier de buurt gebouwd op basis van een nieuw ontworpen stratenplan. In tegenstelling tot de Esschilderstraat werd de buurt opgezet met brede straatprofielen en een groter woningtype.
Met de vestiging van het Franciscaner ziekenhuis de Mariastichting (later het Spaarne Ziekenhuis) werd het buitenplaatskarakter verder aangetast. Het door architect A.A.N. Bruning ontworpen ziekenhuis werd in 1899 ingewijd. Tussen 1907 en 1910 vonden enkele uitbreidingen plaats, waaronder een zuidvleugel die dwars op de oostvleugel aan het gebouw werd toegevoegd. In de loop der tijd werden door het ziekenhuis steeds meer grond en huizen opgekocht om zo ruimte te reserveren voor verdere uitbreidingen.
In het zuidelijk deel van het plangebied zou Spaar en Hout aanvankelijk als villapark ingericht worden, maar deze plannen vonden geen doorgang. Het 17e eeuwse huis Spaar en Hout werd in 1929/1930 verbouwd tot Doopsgezind Bejaardentehuis. L.A. Springer maakte het tuinontwerp met behoud van oude tuinornamenten en historische flora.
Afbeelding 3 Historische kaart van Haarlem
Door de sterke groei in de vraag naar ziekenhuisdiensten werd in de jaren vijftig en zestig op de locatie van de voormalige Mariastichting flink gebouwd, vernieuwd en herbestemd. In 1971 werd de hoogbouw in gebruik genomen. Aansluitend werd het oude gebouw aan de Kamperlaan gerenoveerd. De hoogbouwflat van het ziekenhuis had 14 bouwlagen en ging sterk het beeld in de omliggende omgeving beheersen.
Ter verbetering van de verbinding tussen Amsterdam en Zandvoort werden de Buitenrustlaan en de Kamperlaan verbreed en geasfalteerd. Na de bouw van Schalkwijk, de aansluiting van de Buitenrustlaan en Kamperlaan op het nationale verkeersnetwerk (via de Schipholweg) en de verdubbeling van de Buitenrustbrug nam de verkeersdrukte in de buurt sterk toe.
In 1997 zijn op de locatie van de voormalige kwekerij (hoek Kleine Houtweg en Oosterhoutlaan) twee stadsvilla's gerealiseerd, die functioneel verbonden zijn met het verzorgingstehuis Spaar & Hout.
Na vertrek van het ziekenhuis is het oudste gebouw aan de Kamperlaan bewaard gebleven en verbouwd tot appartementen en zijn ook een aantal historische kleinschalige gebouwen aan de Kleine Houtweg behouden. De overige bebouwing van het ziekenhuis is gesloopt. En hoewel er nog steeds sporen te vinden zijn uit het tijdperk van de buitenplaatsen is met deze nieuwe grootschalige bebouwing aan het Spaarne is het karakter van deze plek definitief veranderd.
Afbeelding 4: Invulling terrein voormalige Mariastichting