direct naar inhoud van Artikel 12 Water
Plan: Spaar en Hout
Plannummer: BP4080005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080005-0003

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging, waterbeheer en waterhuishouding;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. verkeer te water;
  • d. waterstaatkundige voorzieningen, zoals bruggen, taluds en oevers, sluizen, stuwen, dammen, kademuren, steigers, duikers, gemalen en kunstwerken;
  • e. bij de bestemming behorend(e) groenvoorzieningen, (ondergrondse) nutsvoorzieningen, brugwachtershuisjes, (ondergrondse) kabels- en leidingenstroken;
  • f. bijbehorende voorzieningen.
12.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Water' mogen 'andere bouwwerken' worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van gemalen mag niet meer dan 3 m bedragen en de oppervlakte mag niet meer dan 5 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van meerpalen mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bruggen mag maximaal 12 m bedragen;
  • d. de lengte van een steiger, gemeten langs de waterlijn, mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • e. de breedte van een steiger, gemeten haaks op de waterlijn, mag niet meer dan 1/10 van de breedte van het oppervlaktewater bedragen;
  • f. de oppervlakte van een steiger mag maximaal 5 m² bedragen indien gesitueerd in oppervlaktewater met een breedte tot 20 meter, maximaal 10 m2 indien gesitueerd in oppervlaktewater met een breedte tussen de 20 en 50 meter en maximaal 15m² indien gesitueerd in oppervlaktewater breder dan 50 meter;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 1 m bedragen;
12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 onder d. t/m g., en steigers toestaan die de genoemde maximum afmetingen overschrijden mits daarvoor toestemming is van het Hoogheemraadschap.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c. Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming, welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.
  • b. ligplaats voor hotel- en horecaschepen;
  • c. woonschepenligplaats, voorzover dit niet specifiek is aangeduid;
  • d. commercieel gebruik of bedrijfsvaartuig, voorzover dit niet specifiek is aangeduid;
  • e. prostitutie en seksinrichtingen.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 1 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit lid kan alleen worden verleend voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.