direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 5
Plan: Bosch en Vaart
Plannummer: BP4080004
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080004-0004

Artikel 7 Gemengd - 5

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

7.1.1 Begane grond
  • a. kantoor; praktijkruimte, dienstverlening, maatschappelijk (zoals aangegeven in artikel 10) en bedrijf (cat. A en B van de zoneringslijst) ;
  • b. bij de bestemming behorende voorzieningen, groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen, erven en terreinen, waterlopen en waterpartijen, parkeervoorzieningen, voorzieningen van openbaar nut, voorzieningen voor de waterhuishouding, warmte-koudeopslag, warmte-koudetransport.
7.1.2 Bovengelegen verdiepingen
  • a. kantoor; praktijkruimte, dienstverlening, maatschappelijk (zoals aangegeven in artikel 10.1) en bedrijf (cat. A en B van de zoneringslijst) ;
  • b. bijbehorende voorzieningen.
7.1.3 Kelderverdieping(en)
  • a. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, voorzieningen van openbaar nut, voorzieningen voor de waterhuishouding.
7.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Gemengd 5' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

7.2.1 Gebouwen
  • a. voor gebouwen in beschermd stadsgezicht gelden de bouwregels zoals aangegeven in artikel 22;

buiten beschermd stadgezicht

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'goothoogte' dient de bestaande goothoogte te worden gehandhaafd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ' maximale goothoogte' dient binnen de aangegeven goothoogte te worden gebouwd;
  • d. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7 meter bedragen;

kap

  • e. boven de goothoogte moeten gebouwen worden afgedekt met een kap waarvan:
    • 1. de maximale bouwhoogte 4 meter bedraagt, verticaal gemeten vanaf de goothoogte;
    • 2. de dakhelling niet minder bedraagt dan 30 en niet meer dan 75 graden;

dakkapellen

  • f. dakhellingen mogen worden onderbroken voor het oprichten van een dakkapel, mits:
    • 1. de dakkapel in het voordakvlak en het naar de openbare weg toegekeerd zijdakvlak, niet breder is dan een derde van de breedte van het dakvlak, met een maximum van 2,5 m;
    • 2. de dakkapellen in de overige dakvlakken dan onder 1. genoemd, niet breder zijn dan de helft van de b reedte van het dakvlak, met een maximum van 2,5 m.
    • 3. de bovenzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter onder de noklijn is gelegen;
    • 4. de onderzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet wordt geplaatst;
    • 5. de hoogte van de dakkapel gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger is dan 1,5 m;
    • 6. de zijkanten van de dakkapel minimaal 0,5 m worden gerealiseerd van de zijkanten van het dakvlak;
    • 7. bij meerdere dakkapellen in serie er tevens sprake is van een regelmatige rangschikking van de dakkapellen met een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen en de totale breedte van de dakkapellen maximaal 50% van het dakvlak bedraagt.

7.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • d. overige 'andere bouwwerken' mogen alleen worden opgericht achter de voorgevel van het hoofdgebouw.
7.3 Afwijken van de bouwregels

dakkapellen

  • 1. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat:
    • a. een dakkapel in of binnen 0,5 meter van de dakvoet geplaatst wordt, mits deze dakkapel een maximale breedte heeft van 1,5 meter, waarbij de breedte nooit meer mag bedragen dan 30% van de breedte van de betreffende pandbreedte;
    • b. de bovenzijde van de dakkapel in of binnen 0,5 meter onder de noklijn geplaatst wordt, mits het dakvlak een hellingshoek heeft die kleiner is dan 45 graden;
    • c. bredere dakkapellen in het voordakvlak worden geplaatst, mits ze onder de maximale goothoogte blijven waarbij tevens de dakkapel in de goot mag worden geplaatst.

toetsingscriteria

  • 2. Het bevoegd gezag toetst bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3 of geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. het historisch daklandschap;
    • c. de bezonningssituatie;
    • d. de verkeerssituatie ter plaatse;
    • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels genoemd in artikel 24 gelden met betrekking tot het gebruik de volgende regels:

  • a. een woning dient voor de huisvesting van maximaal één huishouden;
  • b. het gebruik van een woning voor aan-huis-verbonden beroep, gastouderopvang en/of bed & breakfast mag in totaal niet meer bedragen dan 35 procent van het bruto vloeroppervlak met een maximum van 70 m².