direct naar inhoud van 4.8 Cultuurhistorie
Plan: Van Tubergen
Plannummer: BP4080003
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080003-0004

4.8 Cultuurhistorie

De provincie toetst bestemmingsplannen op het aspect cultuurhistorie. Daarvoor heeft de provincie Noord-Holland een cultuurhistorische waardenkaart opgesteld, in combinatie met de nota “Cultuurhistorische regioprofielen”. In de nota staat dat gemeenten bij de voorbereiding van bestemmingsplannen de cultuurhistorische waardenkaart moeten raadplegen om te weten welke cultuurhistorische elementen of structuren in het geding zijn.

De cultuurhistorische waardenkaart onderscheidt de thema's “bouwkunde”, “historische geografie” en “archeologie”. Hieronder wordt aan de hand van deze thema's voor het plangebied verkend welke beperkingen er vanuit deze onderwerpen gelden voor het bestemmingsplan. Archeologie komt aan bod in paragraaf 4.9.


Rijksmonumenten

In de Monumentenwet 1988 is onder meer bepaald dat het verboden is om monumenten af te breken of te wijzigen. De aangewezen beschermde monumenten worden daarom conserverend opgenomen in het bestemmingsplan. In het plangebied zijn drie rijksmonumenten aanwezig:

  • De Koninginneweg 86; dit landhuis is gebouwd in de 18e eeuw en gelegen aan de Leidsevaart. Het huis is in gebruik als woonhuis.
  • Van Tubergenpad 10; dit landhuis is eveneens gebouwd in de 18e eeuw en gelegen aan de Leidsevaart. Het huis is meerdere malen uitgebouwd en in gebruik als woonhuis.
  • De Zuider Emmakade 45; dit bedrijfspand is in 1917 gebouwd als glazeniersatelier met twee bovenwoningen. Het pand is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School.


Bouwkunde

Het deel van het plangebied wat valt onder het beschermd stadsgezicht is van zeer hoge bouwkundige waarde. Het woongebied is vanwege de historisch stedenbouwkundige structuur door het rijk aangewezen als toekomstig beschermd stadsgezicht. De bebouwing is gebouwd in het begin van de 20e eeuw. In bijlage 4 staat een weergave van de waardering per pand.


Historische geografie

De Leidsevaart is van hoge historisch geografische waarde. De trekvaart is aangelegd in de 17e eeuw. Kenmerkend voor Kennemerland-Zuid is het voorkomen van trekvaarten. De Leidsche Vaart vormde de verbinding tussen Haarlem en Leiden. Trekvaarten zijn provinciaal en nationaal tamelijk zeldzaam.

Welstandsnota

Een welstandsnota is het beleidsdocument dat moet voorzien in de criteria die burgemeester en wethouders hanteren bij het beoordelen van een bouwaanvraag op welstandsvereisten.

In paragraaf 2.2 is beschreven dat het gehele gebied zal worden/is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Een beschermend bestemmingsplan is behoudend van karakter wat betreft de cultuurhistorische waarden. Wanneer de Welstandscommissie / Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit plannen toetst binnen het beschermd stadsgezicht zal er specifiek op gelet worden dat het gebouw en de directe omgeving kwalitatief gehandhaafd blijft en liefst verbeterd. Daarom zal bij bestemmingsplannen binnen het beschermd stadsgezicht gebruik worden gemaakt van de waarderingskaart (zie § 6.8).

De gemeente heeft verschillende cultuurhistorische waarden toegekend aan de bebouwing in het plangebied. Deze waarden vertalen zich naar de bij de welstandsbeoordeling te hanteren niveaus. De welstandsniveaus uiten zich in meer of minder gedetailleerde criteria. Voor de welstandtoets wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende drie niveaus:

  • I. De meest gedetailleerde welstandstoets; deze geldt onder meer voor de beschermde stads- en dorpsgezichten. Veel waarde wordt gehecht aan behoud en versterking van het bestaande karakter en kwaliteit.
  • II. Bijzondere welstandstoets, met extra aandacht voor specifieke bebouwingskenmerken.
  • III. Reguliere welstandstoets, waar het beleid is gericht op het handhaven of versterken van een basiskwaliteit.

Voor het gehele gebied geldt welstandsregime I. De bestaande omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder (vergunningplichtig) bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering de bestaande stedenbouwkundige structuur, de typologie van gebouwen en detaillering, kleur- en materiaalgebruik van die gebouwen als uitgangspunt dient te nemen. Relevant hierbij is of de omringende bebouwing ontworpen is als complex of een individuele uitstraling op pandniveau heeft.