Plan: | Frederikspark |
---|---|
Plannummer: | BP4080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080001-0003 |
Het huidige Haarlem ligt zowel op de oudste strandwal, 56 eeuwen geleden ontstaan, als de op een na oudste strandwal van Nederland. Op deze strandwallen bouwden jagers en vissers in de nieuwe steentijd (vanaf 3600 v. Chr.) eenvoudige onderkomens. Vanaf de Bronstijd (2000-800 v.Chr.) legden de mensen akkers aan en bouwden ze grote boerderijen. Vele eeuwen later, in de Karolingische tijd (7e-8e eeuw n. Chr.), onstond op deze plek de nederzetting Harulahem. Harulahem, wat huis(en) op een open plek in een op zandgrond gelegen bos betekent, is later verbasterd tot Haarlem. Haarlem ontwikkelde zich al snel tot een belangrijke stad in Holland en kreeg in 1245 stadsrechten.
De resten van woningen, huisraad en andere sporen van vroegere bewoning zijn in de loop der eeuwen door stuifafzettingen en kunstmatige ophogingen verborgen geraakt in de Haarlemse bodem. De Haarlemse bodem is letterlijk een opeenstapeling van 56 eeuwen bewoningsgeschiedenis in de vorm van archeologische landschappen, opgebouwd uit diverse bodemlagen.
Beleid ten aanzien van archeologie
Rijksbeleid
De drie belangrijkste uitgangspunten van de wetgeving voor de archeologische monumentenzorg zijn:
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) beheert de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Deze kaart bevat een overzicht van belangrijke archeologische terreinen in Nederland. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria en ingedeeld in diverse categorieën archeologische waarden. In aanvulling op de AMK is er de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De IKAW geeft voor heel Nederland, inclusief de bodems van grote wateren, de kans aan op het aantreffen van archeologische resten bij werkzaamheden in de bodem. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën.
Provinciaal beleid
Het archeologisch beleid van het provinciaal bestuur van Noord-Holland is vastgelegd in het Cultuurconvenant tussen het rijk en de provincie Noord-Holland, de Provinciale Cultuurnota en de Cultuurhistorische Regio-profielen. Het beleid is gebaseerd op wettelijke verplichtingen en autonoom cultuurhistorisch provinciaal beleid.
Een belangrijk instrument voor het provinciaal beleid is de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De CHW heeft een archeologische kaartlaag. De terreinen die op deze kaartlaag staan moeten vanuit cultuurhistorisch oogpunt bescherming krijgen. Daarom moet de gemeente in de ruimtelijke afweging rekening houden met deze terreinen.
Beleid gemeente Haarlem
Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor het behoud van het eigen bodemarchief. Het rijke bodemarchief van Haarlem maakt het niet alleen noodzakelijk, maar ook zeer wenselijk om een gemeentelijk archeologiebeleid te voeren. In de wetgeving is opgenomen dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Ook is bepaald dat in een bestemmingsplan regelingen kunnen worden opgenomen ten behoeve van het beschermen van archeologische waarden.
Daarom zijn de uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen in Haarlem vastgelegd in een beleidsnota archeologie. De archeologische verwachtingen die voor het Haarlems grondgebied gelden zijn vertaald naar de voorlopige Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH).
De kaart geeft aan in welke gebieden bodemverstorende activiteiten van een bepaalde omvang vergunningplichtig zijn. Dit wordt aangegeven in de vorm van verschillende categorieën. Voor elk van deze categorieën heeft de gemeente bepaald vanaf welke planomvang rekening gehouden moet worden met het (laten) opstellen van een archeologisch rapport, het zogenaamde regime.
De regimes gelden voor bodemroerende activiteiten die plaats zullen vinden in het kader van plannen waarvoor het vereist is om het volgende aan te vragen:
De gebieden die zijn weergegeven op de ABH worden in bestemmingsplannen opgenomen met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie'. In de planregels worden de relevante begrippen gedefinieerd en wordt aangegeven welke archeologische voorwaarden aan een reguliere bouwvergunning of aanlegvergunning kunnen worden verbonden.
Archeologische verwachting plangebied
Rijks- en Provinciale kaarten archeologie
Het plangebied staat op de AMK grotendeels aangegeven als een terrein van archeologische waarde (monumentnummer 13291) Slechts de Kleine Houtweg en omgeving en het Houtplein en omgeving ten noorden van het Frederikspark maken deel uit van een terrein van hoge archeologische waarde (monumentnummer 13913). Voor wat betreft het Houtplein gaat het om een gebied dat zich circa 45 m ten westen en circa 30 m ten oosten van het plein uitstrekt. Bij de Kleine Houtweg gaat het om een gebied dat zich circa 35 m ter weerszijden van de straat uitstrekt. Op de IKAW geldt voor het westelijke deel van het plangebied een hoge trefkans op archeologische waarden. Voor het oostelijke deel geldt een middelhoge trefkans op het aantreffen van archeologische waarden.
Het plangebied wordt op de CHW van de provincie Noord-Holland grotendeels aangegeven als een vlak van archeologische waarde (code KEN354A). Verwacht wordt dat zich hier sporen van bewoning zullen bevinden daterend vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. De Kleine Houtweg en omgeving en het Houtplein en omgeving ten noorden van het Frederikspark worden op de CHW aangegeven als onderdeel van een vlak van hoge archeologische waarde (code KEN347A). Hier worden sporen uit de Prehistorie en Middeleeuwen verwacht. Opgemerkt moet worden dat de begrenzing hier overeenkomt met die van het AMK-terrein met monumentnummer 13913.
Voorlopige Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH)
Het plangebied Frederikspark ligt direct buiten de oude binnenstad en is gelegen op de strandwal van Haarlem. Op deze strandwal, die van Heemstede naar Haarlem-Noord loopt, kunnen (bewonings-)sporen vanaf het Laat-Neolithicum verwacht worden. Er worden met name relatief veel sporen van bewoning uit de Prehistorie en Middeleeuwen verwacht. In de periode na het Late Neolithicum tot en met de Romeinse tijd is dit hoger gelegen gebied in een vrij nat landschap uitermate geschikt geweest voor bewoning. Aan de westzijde van het plangebied liep ook de oude noord-zuidweg over de strandwal. Verwacht wordt dat in de Middeleeuwen de bebouwing zich geconcentreerd heeft langs de wegen ten zuiden van de stad. Op de kaart van Jacob van Deventer uit circa 1560 is dit zichtbaar. Uit deze kaart blijkt, evenals uit kaarten uit het begin van de 17e eeuw dat zich ten westen van de Baan, zuidwestelijk van de kruising van het huidige Houtplein, de Wagenweg en de Dreef een korenmolen stond. Op kaarten uit het begin van de 17e eeuw is op te maken dat zich ten zuiden hiervan een kerkhof bevond. Dit kerkhof wordt in 1837 aangeduidt als 'Gewezen Kerkhof”. De resten van het kerkhof bevinden zich waarschijnlijk buiten het huidige plangebied. Het is onduidelijk of dit ook voor de waarschijnlijk in de 18e eeuw verdwenen korenmolen geldt. In de loop van de 17e eeuw verschijnen er tussen de stadsgracht en de Baan, ten zuiden van de Baan en ten westen van de Dreef (en het Houtplein) een groot aantal kleine percelen met woningen, theehuisjes, theekoepeltjes en buitenplaatsen. Ook bevonden zich hier bloemisterijen met bijbehorende bollenschuren, kassen etc. In het gebied tussen de Baan en de stadsgracht bevonden zich ook herbergen, wagenmakerijen en stalhouderijen. Reeds in de 17e eeuw waren hier de Wagenmakerslaan en Baanlaan aanwezig. Van de genoemde structuren vanaf de Middeleeuwen kunnen zich in het plangebied archeologische resten in de bodem bevinden.
Figuur 4.2 Oranje: categorie 3, Roze: categorie 1b
Het plangebied behoort volgens de ABH grotendeels tot categorie 3. Slechts het uiterste noordelijke deel behoort tot categorie 6. Deze voorlopige kaart is opgesteld op basis van de Archeologische Monumenten Kaart (AMK), de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Holland, de Vereenvoudigde Geologische Kaart van Haarlem en omgeving (1995) en de archeologische kennis die de gemeentelijke archeologen de afgelopen decennia hebben opgedaan.
Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt in categorie 3 een regime, dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw-, aanleg-, en/of sloopvergunning bij bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte van 500 m² en groter en dieper dan 30 cm onder het maaiveld van toepassing is.
Categorie 1b betreft water en hierbij geldt dat bij bodemverstorende activiteiten van 0 m dieper dan 30 cm -maaiveld dient een archeologisch rapport te worden overlegd.
Bekende archeologische waarden
In 1985 werden ten oosten van het Houtplein in de bouwput van het kantoor van de provincie, na sloopwerkzaamheden enkele boringen gezet (ARCHIS-waarnemingsnummer 211182). Hierbij werd een tot circa 1 m –Mv dik verstoord pakket aangetroffen met daaronder het onverstoord Oud Duinzand. Prehistorische niveau's werden niet aangetroffen. In 1986 werden op dezelfde plek op enkele niet door kelders verstoorde plekken waarnemingen verricht (ARCHIS-waarnemingsnummer 211183). Nadere gegevens zijn hierover niet bekend. In 1995 werden enkele boringen gezet op een terrein ten oosten van de Wagenmakerslaan en ten zuiden van de Stalhouderslaan er werd geconstateerd dat de top van de strandwal verstoord was. Er werden derhalve geen prehistorische resten aangetroffen. In 1996 werd bij archeologische waarnemingen bij rioolwerkzaamheden in het Frederikspark en op de Baan de overgang van de standwal naar het veengebied waargenomen. Ook werd een prehistorisch niveau aangetroffen. Ten zuidoosten van het plangebied werden bij rioolwerkzaamheden aan de Linnaeuslaan in 1967 aanwijzingen gevonden voor prehistorische bewoning. Ten zuidwesten van het plangebied op de hoek van de Dreef en de Koningin Wilhelminalaan werden in 1973 resten van prehistorische bewoning aangetroffen.
In 1978 werden aan de Kamperstraat, ten oosten van het plangebied, resten uit de Nieuwe Tijd (circa 1500-1850) aangetroffen. Het betreft mogelijk de resten van een boerderij (ARCHIS-waarnemingsnummer 21206).
In de jaren 2007-2008 werden bij restauratiewerken aan het paviljoen Welgelegen, onder de oostzijde van het gebouw aan de Dreef, resten gevonden van de bebouwing daterend van vóór de bouw van het tussen 1786 en 1792 gebouwde huis. Eind 2009 werd er direct onder de hoofdingang van het paviljoen Welgelegen een ovale waterkelder uit de 18e of 19e eeuw aangetroffen (ARCHIS-vondstmeldingsnummer 413093).