Plan: | Frederikspark |
---|---|
Plannummer: | BP4080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080001-0003 |
Sinds 5 december 1990 is de binnenstad van Haarlem en de Haarlemmerhout aangewezen als "beschermd stadsgezicht" in de zin van de Monumentenwet 1988. Doel van de aanwijzing is , de karakteristieke met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij verdere ontwikkelingen binnen het gebied. Daarnaast zijn in april 2011 diverse panden aan de Baan en Kleine Houtweg aangewezen als gemeentelijk monument.
De oorspronkelijke betekenis die het gebied tussen de stad en de Haarlemmerhout had als uitgaansplek (Houtplein, uiteinde Dreef), speelveld (de “baan” ter plaatse van het Frederikspark) en wandelallee (Dreef) is grotendeels verdwenen en daarmee een deel van de oude binding tussen stad en Hout. Door de ontwikkeling van het Frederikspark en het Florapark is een nieuwe relatie tussen stad en Hout ontstaan, waarin de brede Dreef ook nu nog een belangrijke ruimtelijke schakel blijft.
De nauwe ruimtelijke relatie tussen de stad en de Hout wordt mede bepaald door de ligging van de Hout tussen beide noord-zuid routes uit de stad, de Wagenweg en de Kleine Houtweg, aan de stadszijde aaneengesloten tweezijdig bebouwde stadsstraten, die ter plaatse van de beide villaparken met een aaneengesloten bebouwing aan één zijde duidelijk front maken en nog zuidelijker langs de Hout ook aan die ene zijde hun gesloten karakter min of meer verliezen. Ook langs de Dreef is de min of meer aaneengesloten bebouwing langs de westzijde voor het Frederikspark als ruimtebegrenzing van belang.
Het overgangsgebied tussen de stad en de Haarlemmerhout bestaat uit een dichtbebouwd gebied direct grenzend aan de stad, de open villaparken en Frederikspark en Florapark ten zuiden daarvan en een weer wat intensiever bebouwd gebied langs de rand van de Hout. Het dicht bebouwde gebied sluit wat ruimtelijke opbouw betreft nauw aan bij een oude stad, alleen de verkaveling is evenals in de zeventiende-eeuwse uitleg wat strakker. De aaneengesloten bebouwing is voornamelijk laat negentiende-eeuws van karakter. De stadssingel (Raam-, Gasthuis-, Kampervest/-singel) heeft in profiel nog reminiscenties aan de oorspronkelijke verdedigingsfunctie, maar heeft overigens door de gelijksoortigheid van de bebouwing ter weerszijden en door het betrekkelijk besloten karakter meer de kenmerken van een stedelijk binnenruimte dan van een stadsgrens.
Een bijzonder ruimtelijk element is het Houtplein, in hoofdvorm als pendant van de driehoekige ruimte voor het Proveniershuis binnen de singel en als overgangselement tussen de besloten stadsstraten en de brede Dreef zeer markant. Door de huidige inrichting van het plein wordt aan de betekenis van het Houtplein als ruimte ernstig afbreuk gedaan.
De oorspronkelijke aanleg van het Frederikspark met losstaande villa's rondom een onbebouwd centraal gedeelte naar een plan van Zocher jr. is als zodanig niet meer aanwezig. Langs de noordrand van het park doet de grote omvang van de verkeersruimte afbreuk aan de vroegere samenhang.
Het Frederikspark is in 2000 bij het Rijksdienst voor het culturele Erfgoed als monument ingeschreven. (registratienummer RM 511392)