direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd - 2
Plan: Sportheldenbuurt
Plannummer: BP3080006
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP3080006-0003

Artikel 3 Gemengd - 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

3.1.1 Begane grond
  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, gastouderopvang en/of bed & breakfast;
  • b. kantoor (met of zonder loketfunctie), praktijk- of atelierruimten, dienstverlening;
  • c. kleinschalige detailhandel met een maximaal brutoverkoopvloeroppervlak van 75 m2;
  • d. bedrijven of bedrijfsactiviteiten t/m categorie B, genoemd in de bij deze regels behorende zoneringslijst, mits passend binnen deze bestemming.

ter plaatse van de aanduiding:

  • e. 'maatschappelijk', zijn tevens maatschappelijke voorzieningen toegestaan - zijnde kinderdagverblijf, buurtcentrum, peuterspeelzaalwerk en/of verenigingsleven -, met de aan deze functie ondergeschikte en daarmee verbonden horeca-activiteiten ten dienste van deze voorzieningen mits niet meer dan 40% van het bruto vloeroppervlak;
  • f. 'nutsvoorziening', is tevens een transformatorstation met een toegankelijkheid vanaf de openbare weg toegestaan;
  • g. 'parkeergarage', is tevens een parkeergarage toegestaan;
  • h. 'specifieke vorm van verkeer - ondergrondse parkeergarage', is tevens een ondergrondse parkeergarage toegestaan.

met de bij de bestemming horende:

  • i. 'andere bouwwerken', groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen, erven en terreinen, waterlopen en waterpartijen.

3.1.2 Eerste verdieping

ter plaatse van de aanduiding:

  • c. 'maatschappelijk', zijn tevens maatschappelijke voorzieningen toegestaan - zijnde kinderdagverblijf, buurtcentrum, peuterspeelzaalwerk, verenigingsleven - , met de aan deze functie ondergeschikte en daarmee verbonden horeca-activiteiten ten dienste van deze voorzieningen mits niet meer dan 40% van het bruto vloeroppervlak.

3.1.3 Overige verdiepingen
3.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Gemengd 2' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • d. bij gebouwen met twee of drie bouwlagen, waarbij de tweede of derde bouwlaag niet volledig doorloopt tot aan de achtergevelrooilijn, mag op de verdiepingen niet worden aangebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder 3.2.2 sub a. (dakterras),
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is een transformatorstation met een maximale oppervlakte van 20 m2 , een hoogte van 3,0 m en een maximale inhoud van 50 m3 toegestaan;
  • f. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7,0 meter bedragen.

dakopbouw

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - opbouw' mag een dakopbouw met een platte afdekking worden toegevoegd, mits:
    • 1. de hoogte van de dakopbouw de maximaal toegelaten bouwhoogte ter plaatse met niet meer dan 2 m. overschrijdt;
    • 2. de dakopbouw geheel binnen het bouwaanduidingsvlak is gelegen;
    • 3. er - per te onderscheiden afzonderlijk dakvlak - niet meer dan maximaal 50% van het bouwaanduidingsvlak wordt bebouwd;
    • 4. er wordt aangesloten op de trend.

3.2.2 Andere bouwwerken

dakterras

  • a. een dakterras is toegestaan:
    • 1. op de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, indien dit plat is afgedekt, mits drie bouwlagen zijn toegestaan;
    • 2. op de tweede of derde bouwlaag van het hoofdgebouw, indien de tweede of derde bouwlaag niet volledig doorloopt tot aan de achtergevelrooilijn;
    • 3. in geval een dakopbouw is toegestaan, conform het bepaalde in artikel 3.2.1 onder g;
    • 4. mits voorzien van een afscheiding met een maximale hoogte van 1,2 m;
    • 5. mits er geen overige (andere) bouwwerken op het dakterras worden geplaatst.

hoogte andere bouwwerken

  • b. de hoogte van constructies die dienen ter ondersteuning en/of geleiding van beplanting voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat minimaal 70% van de constructie open is.

overig

  • c. 'andere bouwwerken' mogen alleen worden opgericht achter de voorgevel van het hoofdgebouw.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de cultuurhistorische waarden;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels (artikel 13) gelden aanvullend de volgende gebruiksregels:

  • a. en woning dient voor de huisvesting van maximaal één huishouden.
  • b. het gebruik van een woning voor aan-huis-verbonden beroep, gastouderopvang en/of bed & breakfast mag in totaal niet meer bedragen dan 35 procent van het bruto vloeroppervlak met een maximum van 50 m².