direct naar inhoud van Artikel 8 Tuin - 2
Plan: Slachthuisterrein
Plannummer: BP3080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP3080003-0003

Artikel 8 Tuin - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en verhardingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing;
  • b. parkeren op bebouwde gronden;
  • c. alsmede een parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • d. ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • e. bij de aangrenzende bestemming Wonen en/of Gemengd - 1 bijbehorende voorzieningen, zoals buitentrappen, pergola's.
8.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Tuin - 2' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

8.2.1 Alle bouwwerken
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken' (per tuin per adres) mag niet meer bedragen dan 50% van de gronden met een maximum van 40 m2;
  • b. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 7 m bedragen;
8.2.2 Gebouwen
  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag voor zover op een afstand van niet meer dan 2,5 m van de achtergevelrooilijn niet meer bedragen dan 0,3 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met een maximum bouwhoogte van 4 m, gemeten vanaf het aansluitend peil;
  • b. de bouwhoogte van overige aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen.

8.2.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken mag niet dan 3 m meer bedragen;

dakterras

  • b. een dakterras is toegestaan, mits:
    • 1. gesitueerd op een bijbehorend bouwwerk;
    • 2. het dakterras niet binnen 2 m van de erfgrens wordt geplaatst, tenzij de eigenaar en gebruiker van de aangrenzende grond hier schriftelijk toestemming voor heeft verleend;
    • 3. het dakterras van binnenuit wordt ontsloten;
    • 4. privacyschermen op aan- en uitbouwen bouwen niet hoger zijn dan 1,5 m en niet dieper dan 2,5 m;
    • 5. de afstand tussen de tegenoverliggende achtergevels van de hoofdbebouwing minimaal 15 m bedraagt;
    • 6. de diepte van het dakterras niet meer bedraagt dan 2,5 m gemeten vanuit de achtergevel;
    • 7. voorzien van een afscheiding met een maximale hoogte van 1,2 m;
    • 8. er geen overige bouwwerken op het dakterras worden geplaatst.
8.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2 onder a voor een bijbehorend bouwwerk achter de achtergevelrooilijn tot een maximale diepte van 4,5 m met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 0,3 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met een maximum bouwhoogte van 4 m, gemeten vanaf het aansluitend peil.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels genoemd in artikel 18 gelden met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo in elk geval het gebruiken of laten gebruiken van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning.