Plan: | Burgwal |
---|---|
Plannummer: | BP1080002 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP1080002-0003 |
Van oudsher is het plangebied overwegend een woongebied met daarbinnen kleine bedrijvigheid en detailhandel. In veel gevallen werd boven de winkel of het bedrijfje gewoond. Dit is nog te zien aan de indeling van de historische panden. In de afgelopen decennia is echter steeds meer kleine bedrijvigheid uit het gebied verdwenen en verdrongen door de woonfunctie.
Uitgangspunt voor dit gebied is dat het een centrumstedelijk gebied is dat geschikt is voor functiemenging. Hierbij moeten de rustige binnenstedelijke woongebieden gerespecteerd worden. Functiemenging heeft tot doel de kleine binnenstedelijke economie te behouden en stimuleren. Door gemengd te bestemmen wordt de mogelijkheid van kleine economische functies vergroot en in ieder geval niet bij voorbaat uitgesloten. De beperkingen van de milieuzonering zorgen ervoor dat deze functies passend zijn binnen een gemengd woongebied. Bij functieverruimingen bij rijksmonumenten moet in het achterhoofd gehouden worden dat die panden beschermd worden via de Monumentenwet. Bij verbouwingswensen zal altijd een monumentenvergunning nodig zijn.
Voor de afweging welke bestemmingen worden toebedeeld zijn de stedebouwkundige ligging en de functionele aard van de straten en gebouwen bekeken. In het algemeen is getracht zoveel mogelijk bloksgewijs en globaal te bestemmen. Soms is een pand echter door zijn bouwkarakteristiek niet geschikt voor de beoogde gemengde globale bestemming (bijvoorbeeld bij een zeer smal pand waarbij horizontale splitsing in boven en beneden niet reeel is omdat de bovenwoning dan te klein wordt). Dan wordt een enkelvoudige bestemming opgenomen of wordt gewerkt met aanduidingen om de toegestane functies te beperken. Hier is terughoudend mee omgegaan om flexibiliteit in het plan te houden. Bij veel (nu niet horizontaal gesplitste) woonpanden zal geen gebruik gemaakt worden van de bredere functie mogelijkheden die bijvoorbeeld GD-1 en GD-2 bieden op de begane grond, omdat het simpelweg woonhuizen in particulier eigendom zijn waarbij geen markt is om op de begane grond bijvoorbeeld een kantoor of klein bedrijfje of detailhandel te starten.
Om bij een pand een zo objectief mogelijke keuze te maken tussen een de gemengde bestemming (GD) of een woonbestemming (W) is op basis van onderstaande aspecten een afweging gemaakt. Een pand hoeft beslist niet aan alle aspecten te voldoen. Als één van de aspecten 1 t/m 5 duidelijk aanwezig is kan dat de doorslag geven om een pand een gemengde bestemming te geven.
Op straatniveau is gekeken naar de functie van de straat en de situering van het pand. Op pandniveau is in de eerste plaats gekeken naar aspecten als uitstraling van de plint (etalages), afzonderlijke entrees/ eigen opgang en de aanwezigheid bestaande laad/garagedeur.
Voor Burgwal heeft dit erin geresulteerd dat meer doorgaande routes in het plangebied Spaarne, Lange Herenvest, Schalkwijkerstraat, Burgwal, Spaarnwouderstraat en de Antoniestraat zijn zoveel mogelijk gemengd bestemd waarbij op de begane grond een economische functie mogelijk is en boven gewoond wordt. De tussenliggende straten zijn hoofdzakelijk enkelvoudig voor wonen bestemd.
Voor sommige hoekpanden is een gemengde bestemming opgenomen waarbinnen ook detailhandel mogelijk is. Hierbij is wel gekeken in hoeverre het hoekpand fysiek geschikt is voor detailhandel. In de middeleeuwse en de negentiende eeuwse plattegrond werden vanwege de strategische ligging vooral op hoeken van straten, winkels of andere werkfuncties gepland. Hoekpanden, panden in de zichtlijn van de zijstraat, gelegen aan een buurtplein of andere strategische plekken
Het noordelijk deel van de Spaarnwouderstraat is een winkelstraat. Voor dit gedeelte van de straat is ook een gemengde bestemming opgenomen waar wonen op de begane grond mogelijk is gemaakt. Er is gekozen om de winkelfunctie uit te breiden met de woonfunctie omdat er al lange tijd sprake is van leegstand van winkelruimte (structureel). Ook de aanstelling van de straatmanager met als doel om de Spaarnwouderstraat een economische impuls te geven is maar gedeeltelijk gelukt.
Uitbreidingsmogelijkheden
Bij bestaande woningen neemt in de regel de wens tot veranderingen in en aan de woning toe naarmate de woning ouder is. Aanvragen hebben meestal betrekking op de uitbreiding van de woonruimte, luxer maken van de woning, dan wel een grotere berging/garageruimte in de achter- of zijtuin. Nieuwe wensen hangen voor een groot deel samen met een verandering van levensfase (bijvoorbeeld kinderen krijgen of de deur uit, hoger inkomen, pensionering). Ook maatschappelijke veranderingen, zoals de wens om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, kunnen een reden zijn voor aanpassing.
In dit plan hebben we hierin voorzien door regels op te nemen voor standaard uitbreidingen waarvan verwacht wordt dat deze geen onevenredige invloed hebben op het straatbeeld, de privacy en de bezonning van de directe omgeving, het daklandschap en de uitstraling van het beschermd stadsgezicht in het algemeen. Te denken valt hierbij aan aan- en uitbouwen, dakkapellen, bijgebouwen en andere ondergeschikte uitbreidingen. Voor niet standaard ingrepen die een grotere impact kunnen hebben op een van deze punten worden binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Met een relatief korte procedure wordt door de gemeente beoordeeld of deze ingrepen acceptabel zijn. Voorbeelden hiervan zijn dakopbouwen, dakterrassen, dakdoorbrekingen, bijzondere (afwijkende dakkapellen etc).
Beroepsmatige activiteiten aan huis
Werken aan huis kan een bijdrage leveren aan het plaatselijk (met name dienstverlenend) voorzieningenniveau. Het toestaan van beroepsmatige activiteiten aan huis kan een stimulans geven aan de economische ontwikkeling. Het starten van een bedrijf is op deze wijze heel laagdrempelig.
Veel ondernemers zijn op zo begonnen. Binnen de ruimtelijk-functionele opzet van bestaande woonwijken zijn de mogelijkheden van het toestaan van beroepsmatige activiteiten aan huis uiteraard beperkt. Overlast in relatie tot met name wonen moet voorkomen worden, omdat bijvoorbeeld het verkeerssysteem en de verkaveling in woonwijken niet inspelen op andere functies en de gevolgen van die andere functies. Ook mag het werken de woonfunctie niet verdrijven. Kortom: de gemeente staat in principe positief tegenover deze ontwikkeling zonder de mogelijke nadelen uit het oog te verliezen.
Het gebruiken en inrichten van woningen en bijgebouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis is mogelijk mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Zo zijn alleen dienstverlenende beroepen mogelijk en mag er geen overlast voor de woonomgeving ontstaan. Bovendien geldt als uitgangspunt dat de woonfunctie gehandhaafd dient te blijven. De omvang van de beroepsmatigeactiviteiten wordt daarom in de regels gelimiteerd: 35 procent van het brutovloeroppervlak van een woning tot een maximum van 50 m 2 mag voor beroepsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt.