direct naar inhoud van 3.6 Water
Plan: Burgwal
Plannummer: BP1080002
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP1080002-0003

3.6 Water

Centrale doelstelling van het Integraal Waterplan 2004 is het creëren van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem.

Haarlems toekomstig waternetwerk bestaat uit drie min of meer onafhankelijk van elkaar functionerende watersystemeneenheden:

  • Boezemwatersysteem (Spaarne, Burgwal en Herensingel);
  • Polderwatersysteem;
  • Duinwatersysteem.

Het doel van drie min of meer onafhankelijk van elkaar functionerende watersysteemeenheden is om het schone gebiedseigen water zoveel mogelijk vast te houden voor bijvoorbeeld gebiedseigen natuurontwikkeling.

Om ervoor te zorgen dat het Haarlemse waternetwerk bestand is tegen klimaatsverandering (toename neerslag) en verstedelijking (toename verhard oppervlak), is ruimte voor oppervlaktewater nodig. Ruimte voor extra oppervlaktewater kan worden gevonden door het verbreden van bestaande watergangen, het graven van nieuwe watergangen en het weer open leggen van gedempte grachten.

Doelstelling voor het oppervlaktewater voor de periode tot 2015 is het creëren van een veilig watersysteem met voldoende afwaterend en bergend vermogen, een adequate doorstroming en maximale benutting van gebiedseigen water. Als streefbeeld heeft de gemeente voor ogen een verbeterd waternetwerk dat uitgebreid is met nieuw water.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP1080002-0003_0014.jpg"

Afbeelding 3.5

In dit kader acht de gemeente het wenselijk om ten noorden van het bestemmingsplangebied, de Papentorenvest en een deel van de Oostvest tot aan de Amsterdamse Poort weer open te graven. Deze nieuwe waterverbinding zal de Lange Herenvest verbinden met de Nieuwe Gracht. Het weer terug brengen van water op deze locaties wordt ook vanuit cultuurhistorie gezien als een kans. In het bestemmingsplangebied liggen geen voorstellen voor het graven van water.

Een algemene regel met betrekking tot de waterkwantiteit is het compenseren van een eventuele toename van verharding. Indien verharding in een gebied toeneemt zullen waterhuishoudkundige maatregelen getroffen moeten worden om waterbezwaar als gevolg van de toegenomen verharding te voorkomen. Gemeente Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland stelt als richtlijn dat minimaal 15 procent van de toename aan verharding gecompenseerd dient te worden in de vorm van open water. Het uiteindelijk te compenseren oppervlak hangt af van overige maatregelen die de waterhuishouding in een gebied ten goede kunnen komen, zoals het vertraagd afvoeren van hemelwater. Voorbeelden zijn grasdaken en ontkoppeling van het rioolstelsel, waarbij het ontkoppelde water in de bodem geïnfiltreerd wordt. Tevens onderschrijft het Waterplan de noodzaak op het vlak van baggeren, afkoppelen, saneren overstorten, inrichten natuurvriendelijke oevers, en afkoppelen schone verharding.