Plan: | Haarlem 023 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.641386200-0002 |
Beoogde ontwikkeling
Ontsluiting autoverkeer
De externe ontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Schipholweg (N205), de Amerikaweg en de Boerhaavelaan (N232). De Schipholweg (N205) is een van de belangrijkste invalswegen van Haarlem, die vanaf de A9 centraal de stad binnenkomt. De Boerhaavelaan (N232) is de verbindingsweg, parallel aan de A9, tussen Schiphol Oost en Haarlem. Deze weg wordt veelal als sluiproute gebruikt. De Schipholweg en de Boerhaavelaan geven in westelijke richting beide verbinding met de Europaweg. Via de Europaweg en de Buitenrustlaan kan naar het centrum van Haarlem gereden worden.
De Amerikaweg loopt van noord naar zuid door het plangebied en geeft in noordelijke richting via de Prins Bernhardlaan aansluiting op de Amsterdamsevaart (A200), de andere belangrijke invalsweg vanaf de A9.
Al deze wegen zijn gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 50 km/h.
De interne wegen worden vormgegeven als erftoegangswegen met een maximumsnelheid van 30 km/h. Fiets- en autoverkeer worden hier conform de richtlijnen van Duurzaam Veilig gemengd afgewikkeld. Door middel van aansluitingen vanaf de Schipholweg, de Boerhaavelaan, de Amerikaweg en de aan de oostkant van het plangebied gelegen weg zal het gebied ontsloten worden.
Voor de aansluiting van het oostelijke deel zal een dam met een duiker over de Boerhaavevaart worden gerealiseerd.
Ontsluiting langzaam verkeer
De externe ontsluiting voor fietsverkeer vindt primair plaats via de Schipholweg, de Boerhaavelaan en de Amerikaweg. De Schipholweg en de Boerhaavelaan beschikken tussen de Amerikaweg en de Europaweg over vrijliggende fietsvoorzieningen. Langs de Amerikaweg bevinden zich eveneens vrijliggende fietspaden. Genoemde wegen en de Europaweg maken onderdeel uit van het fietsnetwerk van Haarlem.
Daar waar nog niet is voorzien in vrijliggende fietsvoorzieningen langs deze 50 km/h-wegen, dient dit de komende jaren te gebeuren in het kader van Duurzaam Veilig.
Binnen het plangebied wordt het fietsverkeer afgewikkeld via de interne ontsluitingswegen.
Tevens ligt door het plangebied een hoofdfietsroute van Haarlem-Oost naar Schalkwijk.
Ten behoeve van de school en het kinderdagverblijf zal extra aandacht worden besteed aan het op een verkeersveilige manier faciliteren van het fietsverkeer.
Ontsluiting openbaar vervoer
De ontsluiting per openbaar vervoer is goed. Langs de Amerikaweg, de Schipholweg, de Europaweg en de Boerhaavelaan zijn diverse bushaltes gelegen. De afstand vanuit het plangebied bedraagt nergens meer dan 500 m.
De busdiensten geven verbinding in de richtingen Zandvoort, Amsterdam, Amsterdam Zuid Oost, Schiphol Oost, Zwanenburg, Aerdenhout, Uitgeest, Heemstede en IJmuiden De busdiensten hebben een frequentie van gemiddeld twee tot vier keer per uur per richting.
Verkeersgeneratie
De nieuw te bouwen woningen en de diverse functies zullen een verkeersaantrekkende werking op het plangebied hebben. Onderstaand is deze verkeersgeneratie voor de verschillende functies berekend. Voor de gehanteerde kencijfers is uitgegaan van de CROW publicatie 256, verkeersgeneratie woon- en werkgebieden (2007).
Tabel 5.1 Verkeersgeneratie woningen (weekdag)
woningen | # woningen | gemiddeld aantal mvt per woning per werkdagetmaal | verkeersgeneratie |
830 | 6 | 5.000 mvt/etmaal |
Tabel 5.2 Verkeersgeneratie kantoren
kantoor | bvo | gemiddeld aantal mvt per 100 m² brutovloeroppervlak kantoorlocatie per werkdagetmaal | verkeersgeneratie per weekdagetmaal |
21.000 m² | 14* | 2.200** mvt/etmaal |
* De publicatie van het CROW maakt onderscheid in type werkmilieu: administratief, zakelijk en baliefunctie. Hierbij is het kencijfer van baliefunctie het hoogst, als worstcasesituatie is uitgegaan van dit kencijfer.
** De verkeersgeneratie voor de werkdag is omgerekend naar een weekdag door te vermenigvuldigen met 0,75.
Tabel 5.3 Verkeersgeneratie winkels
winkels | bvo | vvo = 80% van bvo | gemiddeld aantal mvt per 100 m² vvo per werkdagetmaal | gemiddeld aantal mvt per 100 m² vvo per zaterdagetmaal | verkeers- generatie per weekdagetmaal |
350 m² | 280 m² | 120* | 237 | 400* mvt/etmaal |
* Kencijfer voor de gemiddelde verkeersproductie van detailhandeltype huishoudelijk/electronica, confectie en warenhuis uit CROW-publicatie 256.
Verder wordt binnen het plangebied een kinderdagverblijf gevestigd. Tevens zal het bestaande zwembad worden uitgebreid en komen hier medische sportfaciliteiten. Voor de gehanteerde kencijfers is uitgegaan van de CROW publicatie 272, verkeersgeneratie voorzieningen (2008).
Tabel 5.4 Verkeersgeneratie kinderdagverblijf
kinderdag- verblijf | bvo | gemiddeld aantal mvt per 100 m² bvo per weekdagetmaal | verkeersgeneratie per weekdagetmaal |
1.000 m² | 32,7* | 327 mvt/etmaal |
* Rest bebouwde kom.
Tabel 5.5 Verkeersgeneratie zwembad en sportfaciliteiten
overdekt zwembad | Uitbreiding bassinoppervlak | gemiddeld aantal mvt per 100 m² bassinoppervlak per weekdagetmaal | verkeersgeneratie per weekdagetmaal |
200 m² | 31.5* | 63 mvt/etmaal | |
sport- faciliteiten | Bvo | gemiddeld aantal mvt per 100 m² bvo per weekdagetmaal | verkeersgeneratie per weekdagetmaal |
2000 m² | 32.4* | 648 mvt/etmaal |
* Rest bebouwde kom.
De totale verkeersgeneratie van de ontwikkeling bedraagt per gemiddelde weekdag ongeveer 8.650 mvt/etmaal. Dit verkeer zal zich over de wegen rond het plangebied afwikkelen.
Parkeren
De parkeerbehoefte is bepaald op basis van de parkeernormen voor woningen en kantoren zoals gesteld in het Masterplan. Voor de overige voorzieningen is de parkeerbehoefte berekend aan de hand van kencijfers uit het ASVV (CROW, 2004). De parkeernorm voor de woningen bedraagt 1 parkeerplaats per woning binnen het bouwblok en 0,5 parkeerplaats per woning buiten het bouwblok. Dit betekent dat binnen het bouwblok 830 parkeerplaatsen en buiten het bouwblok 415 parkeerplaatsen benodigd zijn. De parkeernorm voor kantoren bedraagt 1 parkeerplaats per 60 m² bvo. Voor de 21.000 m² kantoren zijn 350 parkeerplaatsen benodigd.
Voor de winkels zijn, uitgaande van stadsdeelcentra, gemiddeld 3,3 parkeerplaats per 100 m² bvo benodigd. Dit betekent, uitgaande van 350 m² aan winkels, 12 parkeerplaatsen.
Voor de ouders/verzorgers die de kinderen in het kinderdagverblijf komen halen en brengen dienen voldoende parkeerplaatsen beschikbaar te zijn. Eveneens zijn parkeerplaatsen voor de werknemers benodigd. De parkeernorm voor een kinderdagverblijf bedraagt 0,6 tot 0,8 parkeerplaats per arbeidsplaats. In de berekeningen zal worden uitgegaan van de gemiddelde norm 0,7 parkeerplaats per arbeidsplaats. In het kinderdagverblijf zullen 22 medewerkers werkzaam zijn. Uitgaande van 1 groep per 88 m2 komen in het kinderdagverblijf 11 groepen (CROW publicatie 272). Per groep zijn 2 werknemers benodigd. Aangenomen kan worden dat bij woon-werkverkeer ongeveer 50% van de medewerkers met de auto gaat. Voor deze 22 medewerkers dienen 11 parkeerplaatsen beschikbaar te zijn.
Het aantal parkeerplaatsen dat benodigd is voor de ouders/verzorgers kan als volgt bepaald worden:
# parkeerplaatsen = (# kinderen*percentage dat met de auto komt*reductiefactor aantal kinderen per auto/reductiefactor parkeerduur = (1761*0,65*0,75)/4 = 22 parkeerplaatsen.
Het percentage kinderen dat met de auto gebracht en gehaald wordt ligt tussen de 50% en 80%. Dit is afhankelijk van de stedelijkheidsgraad, de stedelijke zone en de gemiddelde afstand tot het kinderdagverblijf. Voor dit kinderdagverblijf kan er vanuit worden gegaan dat 65% van de kinderen met de auto komt. De reductiefactor voor het aantal kinderen per auto bedraagt voor een kinderdagverblijf 0,75. Eveneens geldt voor een kinderdagverblijf dat de gemiddelde parkeerduur 15 minuten bedraagt. Een parkeerplaats zal binnen 1 uur dus 4 keer gebruikt worden (0,25). In totaal zijn voor het kinderdagverblijf 33 parkeerplaatsen benodigd.
De parkeerplaatsen binnen het bouwblok zullen zowel voor de bewoners als de kantoren als de winkels als het kinderdagverblijf gebruikt worden, hierbij is sprake van dubbelgebruik, zie tabel 5.6.
Tabel 5.6 Dubbelgebruik parkeerplaatsen woningen, kantoren, winkels en kinderdagverblijf
parkeer- vraag | behoefte | werkdagen | koop- avond | zaterdagen | zondag | |||
ochtend % | middag % | avond % | middag % | avond % | middag % | |||
woningen | 830 | 50 | 60 | 100 | 90 | 60 | 60 | 70 |
kantoren | 350 | 100 | 100 | 5 | 5 | 10 | 0 | 0 |
winkels | 12 | 30 | 70 | 20 | 100 | 100 | 0 | 0 |
kinderdagverblijf | 33 | 100 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale vraag | 801 | 889 | 850 | 776 | 545 | 498 | 581 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat bij dubbelgebruik van de parkeerplaatsen 889 parkeerplaatsen binnen het bouwblok nodig zijn om in de parkeerbehoefte voor de woningen,de kantoren, de winkels en het kinderdagverblijf te voorzien. Voor de woningen dienen buiten het bouwblok nog eens 415 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden.
Voor het zwembad zijn gemiddeld 10 parkeerplaatsen per 100 m² oppervlakte bassin benodigd. Dit betekent dat voor de uitbreiding van het zwembad met 200 m2 bassin 20 parkeerplaatsen benodigd zijn. Voor de sportfaciliteiten zijn gemiddeld 3,5 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo benodigd. Uitgaande van 2000 m2 zijn dan 70 parkeerplaatsen benodigd. De 90 benodigde parkeerplaatsen voor het zwembad en de sportfaciliteiten zullen op eigen terrein gerealiseerd worden. Tevens zijn hier nog 55 parkeerplaatsen in de openbare ruimte beschikbaar.
In deze paragraaf is uitgegaan van het maximaal toelaatbare programma. Indien er minder programma wordt gerealiseerd, betekent dit ook dat er minder parkeerplaatsen nodig zijn.
Voor fietsers dient er in het kader van de wens tot vervoersmanagament voldoende parkeervoorzieningen ter plaatse van de voorzieningen te worden aangelegd. Hierbij kan gedacht worden aan het zwembad, het kinderdagverblijf en de kantoren.