direct naar inhoud van Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' tevens voor een zwembad;
  • e. bijbehorende groenvoorzieningen;
  • f. bermen en beplantingen;
  • g. straatmeubilair en abri's;
  • h. (ondergrondse) bergbezinkbassins;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. kunstwerken;
  • l. geluidswerende voorzieningen;
  • m. bijbehorende waterlopen en waterpartijen;
  • n. oeververbindingen, zoals duikers en bruggen;
  • o. gemalen;
  • p. bijbehorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m, gemeten vanaf aansluitend terrein, mag bedragen en de oppervlakte ten hoogste 15 m² mag bedragen;
  • b. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' is ten behoeve van het zwembad uitsluitend een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van een glijbaan toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 9 m en een vrije onderdoorgang van minimaal 3 m.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.