direct naar inhoud van Artikel 10 Water
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging en/of waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. waterstaatkundige voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. oevervoorzieningen;
  • f. kunstwerken;
  • g. bijbehorende bouwwerken, zoals bruggen, sluizen, stuwen, dammen, steigers, duikers en gemalen.
10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen gebouwen ten behoeve van gemalen worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m, gemeten vanaf aansluitend terrein, mag bedragen en de oppervlakte niet meer dan 15 m² mag bedragen;
  • b. op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van meerpalen mag niet meer dan 1,5 m boven NAP bedragen en een doorsnede kleiner of gelijk aan rond 600 mm of vierkant 50x500 mm dienen te hebben;
    • 2. de lengte van een steiger, gemeten langs de waterlijn, mag niet meer dan 5 m bedragen;
    • 3. de breedte van een steiger, gemeten haaks op de waterlijn, mag niet meer dan 1/10 van de breedte van het oppervlaktewater bedragen;
    • 4. de oppervlakte van een aanlegsteiger mag niet meer dan:
      • 2,5 m² bedragen indien gesitueerd in oppervlaktewater met een breedte van minder dan 10 m;
      • 5 m² bedragen indien gesitueerd in oppervlaktewater met een breedte tot 20 m;
      • 10 m² bedragen indien gesitueerd in oppervlaktewater breder dan 20 m;
  • c. de bouwhoogte van bruggen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mag niet meer dan 5 m boven NAP bedragen.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. ligplaats voor horecaschepen;
  • d. ligplaats voor woonschepen.